Op 30 september 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, België. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Afghanistan, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft en thans gedetineerd is. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 16 september 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. A. Wagenaar, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. H. Raza.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn die aan de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft de feiten die aan het EAB ten grondslag liggen, beoordeeld en geconcludeerd dat de omschrijving van de betrokkenheid van de opgeëiste persoon bij de strafbare feiten voldoende is. De rechtbank heeft ook de detentieomstandigheden in België beoordeeld en is van oordeel dat de opgeëiste persoon in overeenstemming met de fundamentele rechten zal worden behandeld na overlevering.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de overlevering van de opgeëiste persoon toe te staan, waarbij de beslissing is genomen op basis van de relevante artikelen van de OLW. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.