ECLI:NL:RBAMS:2025:7402

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 september 2025
Publicatiedatum
8 oktober 2025
Zaaknummer
1319725925
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel door de Rechtbank Amsterdam

Op 23 september 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het District Court of Pécs in Hongarije. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 2004 in Hongarije, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland gedetineerd was. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 16 september 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar, aanwezig was. De opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.W. Kuijpers, en een tolk in de Hongaarse taal. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak op basis van de Overleveringswet met 30 dagen verlengd en de gevangenneming bevolen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, zijn volgens de rechtbank ook strafbaar naar Nederlands recht, namelijk mishandeling, meermalen gepleegd. De rechtbank heeft ook de detentieomstandigheden in Hongarije beoordeeld en op basis van garanties van de Hongaarse autoriteiten geoordeeld dat er geen reëel gevaar bestaat voor onmenselijke of vernederende behandeling van de opgeëiste persoon. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, waarbij de opgeëiste persoon niet in de Tiszalök National Prison zal worden geplaatst, maar in de Szombathely National Prison.

De uitspraak is gedaan door mr. A.K. Glerum, voorzitter, en mrs. L.F. Bögemann en A. Pahladsingh, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. M.J. Gauneau. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-197259-25 (EAB 2)
Datum uitspraak: 23 september 2025
UITSPRAAK
op de vordering van 17 juli 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 10 februari 2025 door
the District Court of Pécs(Hongarije) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[de opgeëiste persoon] ,
geboren op [geboortedag] 2004 te [geboorteplaats] (Hongarije),
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
gedetineerd UAH in [detentieplaats] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 16 september 2025, in aanwezigheid van mr. A.L. Wagenaar, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.W. Kuijpers, advocaat te Hoofddorp en door een tolk in de Hongaarse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd.
Tevens heeft de rechtbank voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenneming bevolen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Hongaarse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een aanhoudingsbevel van 28 november 2024 van
the District Court of Pécs(ref. 4.Fk.512/2023/36).
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Hongaars recht strafbare feiten. Deze feiten zijn omschreven in het EAB. [2]

4.Strafbaarheid

Feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft de feiten niet aangeduid als feiten waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, wanneer – kort gezegd - voldaan is aan het vereiste dat op de feiten naar het recht van de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden is gesteld en dat de feiten ook naar Nederlands recht strafbaar zijn.
De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.
De feiten leveren naar Nederlands recht op:
mishandeling, meermalen gepleegd.

5.Artikel 11 OLW; detentieomstandigheden

Inleiding
In een eerdere uitspraak van 7 januari 2025 [3] heeft de rechtbank op basis van het rapport van
the Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading treatment or Punishment(hierna: CPT) van 3 december 2024 overwogen dat sprake is van een onveilige situatie in de penitentiaire inrichting van Tiszalök, gelet op de ‘
ill-treatment’van gedetineerden door het gevangenispersoneel en het geweld tussen gedetineerden onderling. Daarop heeft de rechtbank geoordeeld dat er voor gedetineerden in de penitentiaire inrichting in Tiszalök een algemeen reëel gevaar bestaat dat zij aan een onmenselijke of vernederende behandeling zullen worden blootgesteld in de zin van artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (Handvest).
Op 8 september 2025 heeft
the Ministry of Justice of Hungaryde volgende garantie gegeven:
“(…) Depending on the phase of the criminal proceedings it cannot be determined obviously in which sentence enforcement institution the requested person will be placed, but the information regarding the guarantee shall be recorded in the registration documents (manual or electronic) of each detainee.
In case the surrender of the person named in the request occurs, his placement will take place by ensuring the conditions being in line with the provisions of the European Convention on Human Rights, the United Nations Standard Minimum Rules for the Treatment of Prisoners, and Recommendation No. R/2006/2 of the European Council on the European Prison Rules; after takeover, [de opgeëiste persoon] will not be placed in the Tiszalök National Prison, he will be transported for placement to the Szombathely National Prison as soon as possible. (…)”
Oordeel van de rechtbank
Aan de hand van een globale beoordeling van alle gegevens waarover zij beschikt, gaat de rechtbank uit van de geboden zekerheid in de voorgaande garantie van 8 september 2025. [4] Uit de individuele detentiegarantie volgt dat de opgeëiste persoon na zijn overlevering zo snel mogelijk vervoerd zal worden voor plaatsing in de
Szombathely National Prison. De Hongaarse autoriteiten hebben gegarandeerd dat hij niet in de
Tiszalök National Prisonzal worden geplaatst.
Naar het oordeel van de rechtbank is, gelet op de verstrekte individuele garantie, hiermee het vastgestelde algemene reële gevaar voor de opgeëiste persoon weggenomen. De weigeringsgrond van artikel 11 OLW staat niet aan de overlevering in de weg.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 300 Wetboek van Strafrecht en 2, 5 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[de opgeëiste persoon]aan
the Regional Court of Pécsvoor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. A.K. Glerum, voorzitter,
mrs. L.F. Bögemann en A. Pahladsingh, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Gauneau, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 23 september 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie onderdeel e) van het EAB.
4.Hof van Justitie van de Europese Unie, 25 juli 2018, zaak ML (C-220/18 PPU, ECLI:EU:C:2018:589), punt 114.