ECLI:NL:RBAMS:2025:718

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 februari 2025
Publicatiedatum
5 februari 2025
Zaaknummer
C/13/729299 / HA ZA 23-124
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding door curator van Avion Training B.V. tegen kandidaat-piloten wegens niet-nakoming van betalingsverplichtingen

In deze zaak vordert de curator van Avion Training B.V. betaling van de lening door kandidaat-piloten die een opleiding tot piloot hebben gevolgd. De gedaagden hebben zich aangemeld voor een opleiding bij Avion Training, gefinancierd door een lening. De curator stelt dat de gedaagden hun betalingsverplichtingen niet zijn nagekomen, wat heeft geleid tot een vordering tot schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden in verzuim zijn en dat de curator recht heeft op schadevergoeding op basis van de omzettingsverklaring van 28 juli 2022. De rechtbank oordeelt dat de financiële overeenkomsten geen consumentenkrediet zijn en dat de gedaagden niet hebben gehandeld voor doeleinden buiten hun beroepsactiviteiten. De vorderingen van de curator worden toegewezen, inclusief vertragingsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank heeft de gedaagden veroordeeld tot betaling van de verschuldigde bedragen, met wettelijke rente, en heeft de proceskosten toegewezen aan de curator.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/729299 / HA ZA 23-124
Vonnis van 5 februari 2025
in de zaak van
[eiser], in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Avion Training B.V. ,
kantoorhoudende te [plaats ] ,
eiser,
advocaat mr. H. De Coninck-Smolders te Amsterdam,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
advocaat mr. U. Aloni te Amsterdam,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
advocaat mr. U. Aloni te Amsterdam,
3.
[gedaagde 3],
wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
advocaat mr. U. Aloni te Amsterdam,
4.
[gedaagde 4],
wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
advocaat mr. U. Aloni te Amsterdam,
5.
[gedaagde 5],
wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
advocaat mr. U. Aloni te Amsterdam,
6.
[gedaagde 6],
wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
advocaat mr. U. Aloni te Amsterdam,
7.
[gedaagde 7],
wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
advocaat mr. U. Aloni te Amsterdam,
8.
[gedaagde 8],
wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
advocaat mr. U. Aloni te Amsterdam,
9.
[gedaagde 9],
wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
niet verschenen,
10.
[gedaagde 10],
wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
advocaat mr. U. Aloni te Amsterdam,
11.
[gedaagde 11],
wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
advocaat mr. U. Aloni te Amsterdam,
12.
[gedaagde 12],
wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
advocaat mr. U. Aloni te Amsterdam,
13.
[gedaagde 13],
wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
advocaat mr. U. Aloni te Amsterdam,
14.
[gedaagde 14],
wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
advocaat mr. U. Aloni te Amsterdam,
15.
[gedaagde 15],
wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
advocaat mr. U. Aloni te Amsterdam,
16.
[gedaagde 16],
wonende te [plaats ] ,
gedaagde,
advocaat mr. U. Aloni te Amsterdam.
Partijen zullen hierna de curator en gedaagden worden genoemd. Gedaagden zullen hierna afzonderlijk [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 9] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] , [gedaagde 12] , [gedaagde 13] , [gedaagde 14] , [gedaagde 15] en [gedaagde 16] worden genoemd. Gedaagden minus [gedaagde 9] zullen hierna gezamenlijk de verschenen gedaagden worden genoemd. De gefailleerde zal hierna Avion Training worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis in incident van 29 november 2023;
  • het tussenvonnis van 3 april 2024;
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 29 augustus 2024 en de daarin vermelde stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In 2015 en 2016 was de Turkse luchtvaartmaatschappij Güneş Ekspres Havacilik A.Ş. (hierna: SunExpress) op zoek naar kandidaat-piloten. In dit verband plaatste zij (volgens door de verschenen gedaagden in het geding gebrachte vertalingen) onder meer de volgende advertenties:
[advertentie 1]
SUNEXPRESS IS LOOKING FOR 80 PILOT CANDIDATES
SunExpress (…) is looking for Turkish pilot candidates who are university graduates and fluent in English.
In the first phase, 80 Turkish pilot candidates will receive training at Stella Aviation International (SAI), a Dutch flight school contracted by SunExpress, with their expenses covered by the SunExpress-SAI co-operation, and will be employed by SunExpress at the end of the training.
AN AMAZING OPPORTUNITY FOR PILOT CANDIDATES WITH NO FINANCIAL POWER
SunExpress Human Resources Director [naam 1] said, “Under normal circumstances, those who want to become pilots pay serious money for pilot training at private schools without a job guarantee and are in a panic to find a job after graduation. With this application, we will offer this chance to pilot candidates who cannot afford to pay these training costs, and there will be a job guarantee at the end of the training.”
APPLICATION FORM AND PROCEDURE
Stating that they have been in cooperation with the Netherlands-based SAI for a long time, [naam 1] said, “We are looking for 80 Turkish pilot candidates to provide training in the Netherlands in the first phase, and this number will increase later on. Candidates will not pay any fee for their training in the first stage. All costs will be covered by this co-operation. Once these candidates finish their training and start working at SunExpress, these costs will be deducted from their salaries as small amounts. All candidates have to do is to send their CV in English to (…). Authorities will immediately contact the candidates immediately,” he said.
[advertentie 2]
Free pilot training for young people with job guarantee!
SunExpress (…) is looking for Turkish pilot candidates with a university degree and a good command of English.
According to a written statement released by SunExpress, 80 Turkish pilot candidates will receive training at Stella Aviation International (SAI), a flight school in the Netherlands, at SunExpress-SAI co-operation. At the end of the training, the candidates will start working at SunExpress.
Expressing his views in the statement, SunExpress Human Resources Director [naam 1] stated that under normal conditions, those who want to become pilots receive pilot training at private schools without a job guarantee, paying serious money, and that these people are in a panic to find a job after graduation.
NO MONEY PAYMENT IN THE FIRST STAGE
Stating that these practices will both provide an opportunity to pilot candidates who cannot afford to pay the training costs and guarantee a job at the end of the training, [naam 1] said that they are looking for 80 pilot candidates in the first phase to provide training in the Netherlands.
Emphasising that this number will increase later and that the candidates will not pay any fees for their training at the first stage, [naam 1] said: “All expenses will be covered by this cooperation. After the candidates finish their training and start working at SunExpress, these costs will be deducted from their salaries as small amounts.”
Stella Aviation International (SAI) was destijds de naam van Avion Training .
2.2.
Ieder van gedaagden heeft zich als kandidaat-piloot bij SunExpress aangemeld.
2.3.
SunExpress heeft ieder van gedaagden daarop de volgende uitnodiging gestuurd:
Dear ‘
possible colleague’,
SunExpress, Turkey’s leading private carrier focused on international and domestic flights, and
SAI B.V., an international high quality-training organization,
join forces!
To accommodate their growing fleet of modern Boeing 7437NG’s and the expanding network of SunExpress, new professional pilots are needed. We are therefore looking for well-motivated candidates, with the Turkish nationality that wants to become an airline pilot with SunExpress.
→ SunExpress offers job guarantee after successful completion of the training
→ Study financing is available, no financial guarantee is needed;
→ High quality global standard training according to the latest international training philosophies and standards. The training takes place in Turkey and The Netherlands;
→ Training duration approx. 18 months;
COME TO THE INFORMATION SESSION AND LEARN MORE ABOUT THE TRAINING.
At these sessions, the flight training will be explained, including everything about the job guarantee and the study financing (no financial guarantee needed).
2.4.
Enige tijd later heeft SunExpress (volgens een door de verschenen gedaagden in het geding gebrachte vertaling) aan ieder van gedaagden geschreven:
Since you have successfully passed the SunExpress cockpit selection process held on (…) within the scope of the Abinitio project between Stella Aviation and Güneş Express Havacilik A.Ş., we confirm that you will join our company as Pilot II after successfully completing the pilot training to be given to you by Stella Aviation and SunExpress will determine the conditions, and we wish you success in your training.
2.5.
Avion Training is in die tijd met ieder van gedaagden een
Training Agreementaangegaan.
2.6.
De Training Agreement van [gedaagde 13] , [gedaagde 14] en [gedaagde 15] verschilt van de Training Agreement van de overige gedaagden.
[gedaagde 13] , [gedaagde 14] en [gedaagde 15]
2.7.
Artikel 4.6 van de Training Agreement van ieder van [gedaagde 13] , [gedaagde 14] en [gedaagde 15] luidt:
The Student will avail of the option to pay the course fee at a later date. The related
Payments Agreementis
Annex 2to this Agreement and forms part thereof.
2.8.
De in dit artikel 4.6 bedoelde
Payments Agreement (annex 2 to Training Agreement)luidt, voor zover hier van belang:
The undersigned:
the limited liability company SAI B.V. (...) hereinafter also referred to as ‘
the Academy’,
and
[de betrokken gedaagde;
rechtbank], (…), hereinafter also referred to as ‘
the Student’,
the undersigned hereinafter also referred to as the ‘Party’ or the ‘Parties’;
whereas:
I The Student has entered into a Training Agreement with the Academy, effective (…).
II The Student is unable at present to pay the course fee.
III The Student has requested the Academy for a payments arrangement.
IV The Parties have discussed this matter, and the discussion has resulted in agreement.
(…)
have agreed as follows:
Article 1 – Debt
1.1
Since the commencement date of the Programme, the Academy has an enforceable claim against the Student in relation to the course fee for the Programme (hereinafter also referred to as the ‘
Course Fee’) in the amount of EUR 114.540,=. The Student (…) will not be authorised to deduct the claim from any other claim whatsoever.
1.2
The Academy permits the Student to pay the Course Fee at a later date (the ‘Payment Date’), plus 0.8333% interest payable per month (10% per year) on the Course Fee effective from the Programme commencement date.
This interest will be payable at the beginning of each month and will be added to the claim against the Student, and the above-mentioned interest will be calculated for this interest (collectively also referred to as ‘
the Debt’). At the end of each calendar year, the Academy will provide the Student with a statement of the outstanding Debt as of that date.
Estimated loan amount in €
Course fee
114.54
Provision fee
2.4
Interest (estimation)
11.8
Total
128.74
* Total amount is for the whole training period (approx.. 18 months)
Article 2 – Payment / Redemption
2.1
The Student must have repaid the Debt in full on or before the Payment Date (i.e. within 6 months following termination of the Student’s participation of the Programme, either by completion or otherwise). (…). Earlier or interim repayments are permitted provided they are made in even amounts of EUR 10,000 (…).
Bank funding or financing party
2.2
The Parties aim to have the repayment of the Debt funded by a bank or financing party, and, to this end, will contact a banking institution as soon as possible after completion of the Programme in order to have this institution pay the amount of the Debt to the Academy and, in return, enter into a loan agreement with the Student. (…).
Deferment of payment
2.3
If funding by a bank of the repayment of the Debt proves impossible and the Student wishes to defer his repayments, he must submit a written request to this effect to the Academy at least one month prior to the Redemption Date, stating reasons and including documentary evidence.
(…)
Article 5 – Miscellaneous
(…)
5.2
This agreement forms an integral part of the Training Agreement and will be appended thereto as an annex.
2.9.
Avion Training is later met ieder van [gedaagde 13] , [gedaagde 14] en [gedaagde 15] een
Salary Payment Agreementaangegaan die, voor zover hier van belang, luidt:
Parties

1.[de betrokken gedaagde; rechtbank], (…), (hereinafter: “Contractor”)

and

2.Avion Training B.V. (…), (hereinafter: “Lender”).

Whereas
A. Contractor has entered into a loan agreement (…) (hereinafter: the “
Loan Agreement”), with Lender. Based on the Loan Agreement, Lender provided to Contractor a loan of EUR 114.540, plus interest and provision costs (hereinafter: the “
Loan”), to be able to pay the course fee of the Multi Pilot License commercial pilot training programme (hereinafter: the “
Programme”) that was offered to Contractor by Lender. Contractor has completed the Programme.
B. Contractor entered into an employment contract as first officer B 737-NG with Güneş Express Havacilik A.Ş. (SunExpress) (…) (hereinafter: “
Employer”).
C. In respect of the repayment of the Loan by Contractor, Parties have agreed that Contractor is obliged to request Employer to pay a part of the salary to be paid to Contractor, directly to Lender under the conditions as set forward in this agreement (hereinafter: the “
Agreement”).
HAVE AGREED AS FOLLOWS:
1. Upon first request thereto by Lender Contractor is obliged to provide Lender with (additional) collateral as security for the repayment of the Loan.
2. Contractor is obliged to (partially) pay the salary he will receive from Employer (or any other future employer) to Lender as further specified in this Agreement.
3. Contractor will receive a full salary by Employer after the completion of the line training that will be provided to Contractor by Employer. Contractor is obliged to pay on a monthly basis a part of his salary to Lender in order to repay the Loan. Contractor will start with the repayment of the Loan at the completion of the line training, being 1 November 2017. This date can be amended if the completion of the line training is delayed. To take care of the repayment of the Loan, Contractor hereby confirms and agrees to ensure that Employer will pay the amounts specified under article 4 and 5 of this Agreement to Lender while withholding the same amounts from the salary payments to be made to Contractor by Employer.
4. Lender will charge interest on the Loan of 8% on a yearly basis (instead of 10% as mentioned in the Loan Agreement).
5. The total amount to be repaid by Contractor based on the Loan Agreement from the moment the repayment of the Loan will be EUR 127,194.45, as specified in the attachment (hereinafter: the “
Repayment Schedule”).
6. Contractor hereby confirms and ensures the amounts to be paid by Employer and or any of his future employers to Lender as mentioned in the Repayment Schedule. Immediately upon signing this Agreement, Contractor is obliged to request his Employer to withhold the payments as mentioned in the Repayment Schedule from Contractors netto salary payments.
7. Contractor shall see to it that Employer shall pay the amounts as mentioned in the Repayment Schedule on a monthly basis towards Lender. (…).
(…)
10. This Agreement does not replace the Loan Agreement. If there is a discrepancy or inconsistency between this Agreement and the Loan Agreement, this Agreement will prevail.
[gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 9] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] , [gedaagde 12] en [gedaagde 16]
2.10.
Artikel 4 (Course fee and payment) van de Training Agreement van ieder van [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 9] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] , [gedaagde 12] en [gedaagde 16] luidt, voor zover hier van belang:
4.1
The course fee for the Programme is EUR 114,950.= (…) and includes the theoretical and practical training for the exams listed (…) and the costs of 1 examination per module. The course fee will be due for the full amount upon the signing of this Agreement. (…). The indebtedness is independent of attendance, time elapsed, the (successful) fulfilment of the Programme and (or) (non-)attendance irrespective of its cause and, therefore, Art. 7:411 of the Dutch Civil Code does not apply.
4.2
The Student shall pay the course fee in four (…) parts. Each part must be paid within 14 days following receipt of the related invoice to be provided by the Academy for this purpose. The first part, however, must in any event be paid prior to the Commencement Date. The Student will not have access to the Programme and the related facilities as long as the Student is behind with any financial obligation. The Student fully and unconditionally waives his rights to set-off or suspension of payment. The payment schedule is:
(…)
If and when the Student is behind with payment of any part of the course fee, all-remaining parts are payable at once and interest is payable based on 0. 667 % per month.
2.11.
Avion Training is vervolgens met ieder van [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 9] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] , [gedaagde 12] en [gedaagde 16] een
Loan Agreementaangegaan die, voor zover hier van belang, luidt:
The undersigned:
the limited liability company Stella Aviation International B.V. (...) hereinafter also referred to as ‘
the Lender’,
and
[de betrokken gedaagde;
rechtbank], hereinafter also referred to as ‘
the Borrower’,
the undersigned hereinafter also referred to as the ‘Party’ or the ‘Parties’;
whereas:
I The Borrower has entered into a (Commercial Pilot – MPL) Training with Training Organization Stella Aviation International B.V. (the “Academy”) on (…), with a course fee of EUR 114,950.00. Payment of the full course fee is due unconditionally – independent, f.i., of attendance, time elapsed, the (successful) fulfilment of the training programme and (or) (non-)attendance for any reason.
II The Borrower is unable to pay aforementioned amount and has requested a loan in order to pay his debt to the Academy of EUR 114,950.00, which the Lender is prepared to grant him as a separate agreement under the following conditions.
have agreed as follows:
Article 1 – Loan
1.1
The Lender agrees, on the terms and conditions of this Loan Agreement (the “Agreement”), to extend to the Borrower a loan in the amount of (...) (
128,676,67,= Euros 0/100 (the “Loan”). This Loan Agreement is not part of the Training Agreement.
1.2
The purpose of the Loan is to:
a. Immediately upon the execution of this Agreement pay the aforementioned course fee, which is unconditionally due, to the Academy [de Lender;
rechtbank];
b. Immediately upon the execution of this Agreement pay the Lender its provision fee of EUR 3.000 of Article 7.1;
c. Fund the payment on a monthly basis of the interests due to the Lender.
Article 2 – Interest and repayment; instalments
2.1
The Loan shall bear interest at a monthly rate equal to 0.667 per cent, payable at the end of each month.
2.2
The Borrower shall repay the Loan in 120 monthly instalments.
2.3
The Borrower shall pay the Lender 119 monthly Annuity payments to the amount of (…) (1,569 Euros 0/00), which amount includes interest over the amount not repaid yet and 1 final payment of € 1.614,36. The payment schedule, with attribution between interest and repayment is laid down in an
Attachment of this Agreement(which is an integral part of this Agreement).
2.4
Earlier or interim repayments are permitted provided that they are made in even amounts of EUR 10,000 (…).
2.5
The end of each calendar year, the Academy will provide the Borrower with a statement of the outstanding debt as of that date, and interest paid over the course of that year.
(…)
Article 3 – Immediately due and payable
3.1
The Loan, including interests and costs, will be immediately due and payable in full in the following cases:
(…)
Article 5 – Right of set-off; postponement; assignment
(…)
5.2
Debts receivable by the Borrower cannot be set off. The Borrower is not entitled to postpone any of its obligations to the Lender, regardless of the reason or circumstances.
(…)
Article 6 – Hardship
6.1
If it proves convincing and verifiable impossible for the Borrower to pay the full monthly amounts and he wishes to defer his payments, he must submit a written request to this effect to the Lender, stating reasons and including documentary evidence.
6.2
The Borrower (de rechtbank leest: Lender) will honour such a request if the Borrower has successfully completed the Training Programme and has obtained his Commercial Pilot / MPL, but despite having made, in the Lender’s discretionary opinion, sufficient efforts to find a position in terms of both scope and quality, has nevertheless not yet been offered a suitable position during a specific period, whereby the following conditions apply:
(i) within three years of successfully completing the Training Programme: any position in the aviation industry whatsoever;
(ii) three years or more after successfully completing the Programme: any position whatsoever, irrespective of the industry.
6.3
The Lender will determine, at its discretion, if, and to what extent, it considers the above circumstances to apply. Refusal on the part of the Lender to honour a request for deferment of payment does not entitle the Borrower to full or partial suspension of the repayments.
(…)
Article 7 – Fee and costs; notarial deed
7.1
The costs involved in preparing this deed, administrative and provision fees related to this Agreement are EUR 3,000, will be borne by the Borrower and are included in the Loan.
2.12.
Avion Training is later met ieder van [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 9] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] en [gedaagde 16] een
Payments Agreementaangegaan die, voor zover hier van belang, luidt:
THE UNDERSIGNED:
A)
Avion Training B.V.(...), (hereinafter: “
the Academy”) (...);
and
B) [de betrokken gedaagde;
rechtbank] (…);
the Academy and [de betrokken gedaagde;
rechtbank] are hereinafter jointly referred to as the “
Parties”;
WHEREAS:
A. the Academy and [de betrokken gedaagde;
rechtbank] have entered into a training agreement (…). Based on the Training Agreement, the Academy has provided a commercial pilot / MPL training to [de betrokken gedaagde;
rechtbank];
B. [de betrokken gedaagde;
rechtbank] entered into an employment contract as a pilot on B737-NG with the Turkish company SunExpress;
C. With respect to the payment of the course fee plus costs and interests (the “
Course fee”) of the training program, parties have entered into a loan agreement (the “
Loan Agreement”);
D. In respect with the payment of the Course Fee by [de betrokken gedaagde;
rechtbank], Parties have agreed that [de betrokken gedaagde;
rechtbank] is obliged to request SunExpress and/or his future employers to pay a part of the salary to be paid to [de betrokken gedaagde;
rechtbank], directly to the Academy under the conditions as set forward in this agreement (hereinafter: the “
Agreement”).
HAVE AGREED AS FOLLOWS
Article 1 – Monthly Instalments
1.1 [
de betrokken gedaagde;
rechtbank] will instruct his current or future employer(s) to take care of the payment of EUR (...) monthly instalments of (...) to the Academy, starting in (...) and (one) last payment will take place in (…). The payment schedule in this respect is attached to this Agreement as
Annex I.
1.2 [
de betrokken gedaagde;
rechtbank] hereby confirms that his current employer or future employer(s) will pay the monthly instalments of EUR (…) directly to the Academy while withholding the same amounts from the salary payments to be made to [de betrokken gedaagde;
rechtbank].
(...)
Article 3 – Full and final discharge
3.1
Parties declare that after the full payment of the instalments as mentioned in article 1.1 they have no further claims vis-à-vis each other whatsoever and grant each other full and final discharge.
Article 4 – Various
4.1
This Agreement is a settlement agreement in accordance with article 7:900 of the Dutch Civil Code.
4.2 [
de betrokken gedaagde;
rechtbank] agrees that any termination of the employment contract between SunExpress or any of his future employer(s) does not discharge him of his payment obligations as written in article 1.1 of this Agreement to the Academy.
4.2
The Parties hereby irrevocably waive their potential rights (wholly and partly) to annul or dissolve this Agreement or to bring forward any claim to that effect.
4.3
In the event a provision of the Agreement is not enforceable, the other provisions will keep their enforceability.
(…)
4.5
This Agreement represents the entire understanding and agreement reached between the Parties with respect to the termination at abovementioned issues between Parties. This Agreement supersedes all previous agreements, both oral and in writing, including correspondence in relation to such matters.
[gedaagde 1] , [gedaagde 4] , [gedaagde 8] , [gedaagde 14] en [gedaagde 15]
2.13.
Avion Training is vervolgens met ieder van [gedaagde 1] , [gedaagde 4] , [gedaagde 8] , [gedaagde 14] en [gedaagde 15] nog wijziging van het (terug)betalingsschema overeengekomen.
Alle gedaagden
2.14.
Gedaagden hebben de opleiding bij Avion Training met goed gevolg doorlopen en zijn vervolgens als piloot bij SunExpress in dienst getreden.
Alle gedaagden minus [gedaagde 12]
2.15.
SunExpress heeft schriftelijk aan Avion Training bevestigd dat zij de in de Payments Agreements en de Salary Payment Agreements aan haar toebedeelde rol op zich zal nemen.
2.16.
Bij brief van 28 juli 2022 heeft de advocaat van toen nog Avion Training (thans de curator), voor zover hier van belang, aan de advocaat van de verschenen gedaagden geschreven:
Declaration of conversion (article 6:87(1) DCC)
Your clients do not comply with their obligations towards Avion Training under the Agreements concluded between each of them and Avion Training (…). Your clients have committed themselves in the Agreements to repay the loans granted to them by Avion Training in accordance with a certain payment schedule.
Avion Training has been informed that your clients do not longer allow (…) SunExpress (…) withholding and remitting amounts to Avion Training as agreed between the parties. As a result, SunExpress has not made any payments on behalf of your clients to Avion Training for quite some time. Your clients themselves do not pay any amounts to Avion either. For each of them it therefore applies that they have not at all given effect to, or at least are no longer giving effect to, the relevant payment obligations under the Agreements. Therefore, pursuant to article 6:74 DCC, your clients are obliged to compensate Avion Training for the loss it suffers as a result of this breach of the Agreements.
The payment installments of your clients which have already lapsed are due in accordance with the fatal payment terms as agreed in the respective payment arrangement. That is, depending on the specific payment arrangement, as of 1 April 2019, 1 May 2019, etcetera. As your clients have not (fully) paid these installments, they are in default pursuant to article 6:83 sub a DCC. Your clients are also in default pursuant to article 6:82 (1) DCC, as a result of expiry of the summons periods set by Avion Training (…).
Default is not required for the future installments, as these installments are in principle not yet due and payable (see article 6:81 DCC). However, as Avion Training must conclude from your clients’ communications that they will not comply with their payment obligations regarding the future installments (article 6:80(1) under b DCC), or at least that it has good grounds to fear that you clients will not comply with their payment obligations regarding the future installments (article 6:80(1) under c DCC), the consequences of non-compliance with these future payment obligations are already present (article 6:80 DCC). In concrete terms; Avion Training can now also claim the amounts that your clients were to pay to Avion Training in the future.
Since your clients are in default pursuant to article 6:83 sub a DCC and article 6:82(1) DCC regarding the installments already due under the Agreements, and since the consequences of non-compliance regarding the future installments under the Agreements have already commenced pursuant to article 6:80 DCC, Avion Training is entitled to convert your clients’ obligations under the Agreements into an obligation to pay substitute damages pursuant to article 6:87 DCC (‘
omzettingsverklaring’). Avion Training wishes, due to, inter alia, your clients delay of many years to fulfill their contractual obligations, to claim all amounts now and not to end up in a situation where (some of) your clients clear the default, whether partially or not. Therefore, Avion Training hereby declares that it claims damages instead of performance pursuant to article 6:87 DCC for both overdue and still to be overdue installments (including interest and costs), as the date of this letter, in respect of its claims against the following persons:
• [gedaagde 1]
• [gedaagde 2]
• [gedaagde 3]
• [gedaagde 4]
• [gedaagde 5]
• [gedaagde 6]
• [gedaagde 7]
• [gedaagde 8]
• [gedaagde 9]
• [gedaagde 10]
• [gedaagde 11]
• [gedaagde 13]
• [gedaagde 14]
• [gedaagde 15]
• [gedaagde 16] .
For the avoidance of doubt: this declaration does not relate to Avion Training ’s claim against [gedaagde 12] .
Avion Training will assert its claims for substitute damages by writ of summons that will be served on your clients shortly.

3.Het geschil

3.1.
De curator vordert dat de rechtbank bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
[gedaagde 12] primair
- [gedaagde 12] veroordeelt tot betaling aan Avion Training van het volledig direct opeisbaar geworden en door [gedaagde 12] nog verschuldigde bedrag, zijnde de volledige lening, inclusief rente en kosten, ad EUR 186.853,58, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de datum van opeisbaarheid, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag van algehele voldoening, althans – indien en voor zover de wettelijke handelsrente niet van toepassing zou zijn – de wettelijke rente gedurende de hiervoor bedoelde periode tot aan de dag van algehele voldoening;
[gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 9] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] , [gedaagde 13] , [gedaagde 14] , [gedaagde 15] en [gedaagde 16] primair en [gedaagde 12] subsidiair
- [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 9] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] , [gedaagde 12] , [gedaagde 13] , [gedaagde 14] , [gedaagde 15] en [gedaagde 16] veroordeelt tot betaling aan Avion Training van een bedrag gelijk aan de nog verschuldigde reeds vervallen maandelijkse termijnen, alsmede de toekomstige maandelijkse termijnen, in totaal ter hoogte van de respectievelijke volledige lening, inclusief rente en kosten, althans tot een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over de reeds vervallen termijnen vanaf de respectievelijke vervaltermijn, althans vanaf een ander moment in goede justitie vast te stellen, tot aan de dag van de omzettingsverklaringen, alsmede over de reeds vervallen termijnen en de nog te vervallen termijnen vanaf de dag van de omzettingsverklaringen, althans vanaf een ander moment in goede justitie vast te stellen, tot aan de dag der algehele voldoening, althans – indien en voor zover de wettelijke handelsrente niet van toepassing zou zijn – de wettelijke rente gedurende de hiervoor bedoelde periode(s);
[gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 9] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] , [gedaagde 13] , [gedaagde 14] , [gedaagde 15] en [gedaagde 16] subsidiair en [gedaagde 12] meer subsidiair
- [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 9] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] , [gedaagde 12] , [gedaagde 13] , [gedaagde 14] , [gedaagde 15] en [gedaagde 16] veroordeelt tot nakoming van de per datum vonniswijzing reeds vervallen maandelijkse betalingstermijnen, alsmede van de nog openstaande maandelijkse termijnen per datum vonniswijzing onder de tijdsbepaling zoals overeengekomen in de Loan en/of Payments Agreement, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de respectievelijke (te bepalen) vervaltermijn tot aan de dag van algehele voldoening, althans – indien en voor zover de wettelijke handelsrente niet van toepassing zou zijn – de wettelijke rente gedurende de hiervoor bedoelde periode(s);
[gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 9] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] , [gedaagde 13] , [gedaagde 14] , [gedaagde 15] en [gedaagde 16] meer subsidiair en [gedaagde 12] nog meer subsidiair
[gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 9] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] , [gedaagde 12] , [gedaagde 13] , [gedaagde 14] , [gedaagde 15] en [gedaagde 16] veroordeelt tot terugbetaling van de door Avion Training aan hen ter beschikking gestelde gelden (gelet op de training- (en loan) agreement), althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van sluiten van de respectieve (training- en) loan agreement, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag der algehele voldoening;
in alle gevallen
- [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 9] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] , [gedaagde 12] , [gedaagde 13] , [gedaagde 14] , [gedaagde 15] en [gedaagde 16] veroordeelt tot betaling aan Avion Training van het bedrag van tussen de EUR 1.737,39 en EUR 2.658,25 uit hoofde van buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf 3 augustus 2022 tot de dag van algehele voldoening;
- [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 9] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] , [gedaagde 12] , [gedaagde 13] , [gedaagde 14] , [gedaagde 15] en [gedaagde 16] veroordeelt tot betaling aan Avion Training van de proceskosten (de vertaalkosten als genoemd in productie 131 en de nakosten daaronder begrepen).
3.2.
De curator baseert zijn vorderingen op [gedaagde 12] primair op de Loan Agreement die [gedaagde 12] met Avion Training is aangegaan. De curator baseert zijn vorderingen op de overige gedaagden primair op de omzettingsverklaring van 28 juli 2022.
3.3.
De verschenen gedaagden voeren verweer. Dat bestaat volgens henzelf in essentie uit vier onderdelen:
  • de leningsovereenkomsten zijn consumentenkredietovereenkomsten in de zin van artikel 7:57 Burgerlijk Wetboek (BW); een groot deel van de in de leningsovereenkomsten opgenomen bedingen is nietig wegens strijd met voor consumentenkredietovereenkomsten dwingend voorgeschreven bepalingen;
  • als de verschenen gedaagden geen consumenten zijn in de zin van artikel 7:57 BW moeten zij onder de gegeven omstandigheden op grond van de reflexwerking met dergelijke consumenten worden gelijkgesteld; ook deze weg leidt tot nietigheid van een groot deel van de in de leningsovereenkomsten opgenomen bedingen;
  • Avion Training is haar verplichtingen uit hoofde van de Training Agreements niet althans niet naar behoren nagekomen; de daardoor ontstane schadevergoedingsvorderingen moeten worden verrekend met eventuele vorderingen van de curator;
  • de coronapandemie, de door SunExpress naar aanleiding daarvan getroffen maatregelen en de daaruit voor de verschenen gedaagden resulterende inkomensreducties zijn onvoorziene omstandigheden die wijziging of ontbinding van de leningsovereenkomsten rechtvaardigen.
De verschenen gedaagden concluderen tot afwijzing, althans tot niet-ontvankelijkverklaring, van de vorderingen van Avion Training , dan wel tot het stellen van prejudiciële vragen ex artikel 392 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) aan de Hoge Raad, kosten rechtens, een en ander uitvoerbaar bij voorraad.
3.4.
Op de stellingen over en weer zal hierna, in het kader van de beoordeling, worden ingegaan.

4.De beoordeling

inleiding en [gedaagde 9] (niet verschenen gedaagde)
4.1.
Gedaagden hebben destijds gereageerd op de door SunExpress geplaatste advertenties. Zij waren allen 24 jaar of ouder en de meesten van hen hadden betaald werk. Zij hadden allen echter, zoals de verschenen gedaagden het formuleren, een jongens- of meisjesdroom: piloot worden. Daartoe moesten zij allereerst worden opgeleid, in dit geval door Avion Training . Een pilotenopleiding kost veel geld. Avion Training was bereid afspraken met gedaagden te maken over de financiering van de kosten van deze opleiding. In dit geding staat de vraag centraal of deze kosten uiteindelijk voor rekening komen van gedaagden. Het antwoord van de curator luidt bevestigend; het antwoord van de verschenen gedaagden luidt ontkennend.
4.2.
Zoals hiervoor onder 3.2 al is vermeld, baseert de curator zijn vorderingen op alle gedaagden minus [gedaagde 12] primair op de omzettingsverklaring van 28 juli 2022. Uit de tekst van de omzettingsverklaring blijkt dat deze mede de niet-verschenen gedaagde [gedaagde 9] betreft. Naar de rechtbank begrijpt, trad de advocaat van de verschenen gedaagden destijds mede namens [gedaagde 9] op. Daarom wordt er hierna van uitgegaan dat de omzettingsverklaring van 28 juli 2022 (ook) [gedaagde 9] heeft bereikt, met alle rechtsgevolgen van dien.
4.3.
Voor [gedaagde 9] geldt verder het volgende. De tegen hem ingestelde vordering wordt toegewezen, tenzij deze de rechtbank onrechtmatig of ongegrond voorkomt (artikel 139 Rv). De door de verschenen gedaagden aangevoerde verweren werken niet in zijn voordeel, tenzij sprake is van een rechtsbetrekking tussen partijen die verplicht tot een voor alle gedaagden gelijke beslissing (HR 28 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2911, Spektrum/ [partij ] ).
kwalificatie van de financiële overeenkomsten: geen consumentenkrediet
4.4.
Ieder van gedaagden is meer dan één overeenkomst met Avion Training aangegaan.
In het geval van
[gedaagde 13] , [gedaagde 14] en [gedaagde 15]waren dit in eerste instantie een Training Agreement en een Payments Agreement (annex 2 to Training Agreement). Artikel 5.2 van de Payments Agreement bepaalt dat deze agreement “forms an integral part of the Training Agreement”. Artikel 10 van de vervolgens tussen Avion Training en ieder van [gedaagde 13] , [gedaagde 14] en [gedaagde 15] tot stand gekomen Salary Payment Agreement bepaalt dat deze agreement “does not replace the Loan Agreement”. Naar de rechtbank begrijpt, wordt met “the Loan Agreement” bedoeld de Payments Agreement (annex 2 to Training Agreement).
In het geval van de
overige gedaagdenwaren dit in eerste instantie een Training Agreement en een Loan Agreement. Artikel 1.1 van de Loan Agreement bepaalt dat deze agreement geen “part” is van de Training Agreement. Artikel 4.1 van de vervolgens tussen Avion Training en ieder van de overige gedaagden tot stand gekomen Payments Agreement kwam al aan de orde in het vonnis in incident van 29 november 2023, onder 5.7. De nadere stellingen en verweren van partijen in de hoofdzaak geven geen aanleiding om terug te komen van hetgeen daar is overwogen en geoordeeld. Die overwegingen en oordelen komen erop neer dat deze Payments Agreement, veeleer dan een vaststellingsovereenkomst in de zin van artikel 7:900 BW, nadere afspraken tussen partijen behelst in aanvulling op respectievelijk in afwijking van de Loan Agreement.
4.5.
Al met al is de verhouding tussen de initiële Training Agreements en de verdere/latere overeenkomsten (de Loan Agreements, de (Salary) Payments Agreements en de aanvullingen/wijzigingen daarop, hierna ook: de financiële overeenkomsten) verschillend vormgegeven. De verschenen gedaagden voeren niet, althans niet voldoende gemotiveerd, aan dat – en waarom – het rechtens (voort)bestaan of de inhoud van die financiële overeenkomsten wordt bepaald door de inhoud van de Training Agreements. De financiële overeenkomsten staan in zoverre los van de Training Agreements.
4.6.
De financiële overeenkomsten tussen Avion Training en gedaagden betreffen qua bedragen allereerst de kosten van de opleiding (Course Fee). Verder gaat het over de aflossing, de vergoedingsrente en een provisie voor Avion Training in verband met het aan gedaagden verleende krediet.
4.7.
In het vonnis in incident van 29 november 2023 is de rechtbank in het kader van de beantwoording van de vraag of de zaak moet worden behandeld en beslist door de kantonrechter tot het voorlopig oordeel gekomen dat de zaak geen overeenkomsten van consumentenkrediet in de zin van artikel 93 aanhef en onder c Rv in verbinding met artikel 7:57 BW betreft. Voor zover hier van belang is het hiertoe volgende overwogen:
5.8.
Het in artikel 93 aanhef en onderdeel c Rv genoemde artikel 7:57 BW staat in onderafdeling 1 (Algemene bepalingen) van afdeling 1 (Bepalingen ter uitvoering van Richtlijn nr. 2008/48/EG van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten) van titel 2A (Consumentenkredietovereenkomsten) van boek 7 (Bijzondere overeenkomsten) van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 7:57 BW maakt dus deel uit van de bepalingen waarmee de Nederlandse wetgever Richtlijn nr. 2008/48/EG heeft omgezet in Nederlandse wetgeving. Artikel 7:57 BW moet daarom richtlijnconform worden uitgelegd.
5.9.
Artikel 7:57 lid 1 BW luidt, voor zover hier van belang:
In deze titel wordt verstaan onder:
a. consumenteen natuurlijk persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten vallen;
b. kredietgevereen natuurlijk persoon of rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten krediet verleent of toezegt;
c. kredietovereenkomsteen overeenkomst waarbij een kredietgever aan een consument krediet verleent of toezegt in de vorm van uitstel van betaling, een lening of een andere, soortgelijke betalingsfaciliteit, met uitzondering van overeenkomsten voor doorlopende dienstverlening en doorlopende levering van dezelfde goederen, waarbij de consument, zolang de diensten respectievelijk goederen worden geleverd, de kosten daarvan in termijnen betaalt.
5.10.
Uit onderdeel c van artikel 7:57 lid 1 BW blijkt dat de door de curator aangevoerde omstandigheid dat Avion Training geen goederenkrediet heeft verleend niet ter zake doet. De definitie van kredietovereenkomst omvat ook krediet verleend of toegezegd in de vorm van uitstel van betaling, waarbij geen uitzondering is gemaakt voor geleverde diensten.
5.11.
Niet in geschil is dat Avion Training kredietgever is in de zin van artikel 7:57 lid 1 onderdeel b BW.
5.12.
Verder is niet in geschil dat gedaagden natuurlijke personen zijn die hebben gehandeld voor doeleinden die buiten hun (eventuele)
bedrijfsactiviteiten vallen.
5.13.
Aldus is de centrale vraag of gedaagden hebben gehandeld voor doeleinden die buiten hun
beroepsactiviteiten vallen. Eisers in het incident beantwoorden deze vraag bevestigend, het antwoord van de curator luidt ontkennend.
5.14.
De Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7 BW in verband met, kort gezegd, implementatie van Richtlijn nr. 2008/48/EG geeft geen aanwijzingen voor het antwoord op deze vraag.
5.15.
Artikel 3 aanhef en onderdeel a van Richtlijn 2008/48/EG definieert “consument” als een natuurlijk persoon die (bij transacties in de zin van de richtlijn) handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten vallen.
5.16.
Richtlijn 87/102/EEG, de voorganger van Richtlijn 2008/48/EG, definieerde “consument” als “
een natuurlijk persoon die ten aanzien van de onder deze richtlijn vallende transacties handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijf of beroep”.
5.17.
De inmiddels gepubliceerde opvolger van Richtlijn 2008/48/EG, Richtlijn 2023/2225, definieert “consument” als
een natuurlijk persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn of haar bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen.
5.18.
Anders dan eisers in het incident betogen, kan in deze definities niet worden gelezen dat “beroep” uitsluitend ziet op het zogeheten vrije beroep (waarmee volgens eisers in het incident beroepsbeoefenaren in dienstbetrekking als zijzelf worden uitgesloten).
5.19.
Hier komt bij dat gedaagden (de piloten) in dit geval ook niet op een lijn te stellen zijn met consumenten als particuliere eindverbruikers van goederen of diensten. Zij zijn een lening aangegaan in verband met hun opleiding tot piloot, wat nodig was om bij SunExpress in dienst te kunnen treden. Dit is vergelijkbaar met een beroepsactiviteit in de door hen voorgestane enge zin. In dit verband is het volgende van belang.
a. Uitgegaan moet worden van de feiten en omstandigheden ten tijde van de totstandkoming van elk van de
Loan Agreementsrespectievelijk
Payments Agreement (annex 2 to Training Agreement).
b. Gedaagden hebben destijds gekozen voor het beroep van piloot bij SunExpress.
c. Gedaagden hebben vervolgens een succesvol
cockpit selection processbij SunExpress doorlopen.
d. Voor indiensttreding bij haar als piloot heeft SunExpress als nadere voorwaarde gesteld het succesvol afronden van de in samenspraak met haar door Avion Training te verzorgen opleiding.
e. Onder deze nadere voorwaarde waren gedaagden verzekerd van een dienstbetrekking bij SunExpress als piloot.
f. Gedaagden hebben de opleiding bij Avion Training gefinancierd door middel van een overeenkomst met Avion Training (
Loan Agreementrespectievelijk
Payments Agreement (annex 2 to Training Agreement)). Deze overeenkomsten zijn dus uitsluitend aangegaan ten behoeve van een opleiding die voorwaarde was voor de door gedaagden voorgenomen – en afgezien van deze voorwaarde vaststaande – beroepsactiviteiten bij SunExpress.
5.20.
Uit het vorenstaande volgt dat de
Loan Agreementsrespectievelijk
Payments Agreements (annex 2 to Training Agreement)zijn aangegaan met als doel om piloot te kunnen worden, wat nodig was om bij SunExpress in dienst te treden. Aldus hebben gedaagden niet gehandeld voor doeleinden buiten hun beroepsactiviteit en is geen sprake van een overeenkomst van consumentenkrediet als bedoeld in artikel 7:57 BW.
5.21.
Eisers in het incident en de curator hebben zich over en weer nog beroepen op diverse uitspraken van Europese en Nederlandse rechters. Geen van deze uitspraken gaat echter over de uitleg van het begrip beroep of beroepsactiviteiten in het kader van consumentenkrediet. Deze uitspraken zijn daarom niet doorslaggevend voor de beantwoording van de hiervoor onder 5.13 geformuleerde vraag. De uit deze uitspraken volgende aandachtspunten zijn betrokken bij hetgeen hiervoor onder 5.19 is overwogen.
4.8.
De curator en de verschenen gedaagden hebben vervolgens in de hoofdzaak nader gedebatteerd over de kwalificatie van de financiële overeenkomsten. De in dat verband over een weer naar voren gebrachte argumenten geven de rechtbank aanleiding om, in aanvulling op de overwegingen in het vonnis in incident, nog het volgende te overwegen.
a. De verschenen gedaagden wijzen er terecht op dat het oordeel in het vonnis in incident een voorlopig oordeel is. Net als in het incident (zie het vonnis in incident, onder 5.13) is in de hoofdzaak de centrale vraag of gedaagden hebben gehandeld voor doeleinden die buiten hun beroepsactiviteiten vallen.
b. Aan het door de verschenen gedaagden ingeroepen oordeel van de Autoriteit Financiële Markten komt geen doorslaggevende betekenis toe. De toezichthouder heeft andere taken en bevoegdheden dan de civiele rechter en hanteert bovendien een ander toetsingskader.
c. Zoals hiervoor onder 4.1 al is vermeld, waren gedaagden toen zij reageerden op de door SunExpress geplaatste advertenties allen 24 jaar of ouder, en hadden de meesten van hen betaald werk. Zij hebben er dus geruime tijd na hun school- en studietijd bewust voor gekozen om alsnog hun jeugddroom te verwezenlijken, en wel bij SunExpress.
d. Zoals hiervoor onder 4.1 ook al is vermeld, moesten zij daartoe eerst worden opgeleid, en wel door Avion Training . Het ging dus om een doelgerichte (beroeps)opleiding. Deze opleiding is te duiden als een doelgerichte investering van gedaagden in hun zakelijke toekomst.
e. Avion Training en SunExpress werkten met elkaar samen. De door Avion Training te verzorgen opleiding was afgestemd met SunExpress en kon alleen worden gevolgd door personen met – bij goed gevolg – een baangarantie bij SunExpress.
f. Gedaagden wilden niet alleen piloot worden om een jeugddroom te verwezenlijken, zij gingen daarmee ook een inkomen verwerven.
g. Dat inkomen zijn zij gaan verwerven (niet bij Avion Training maar) bij SunExpress. De door de verschenen gedaagden ingeroepen werknemersbescherming is dus in hun verhouding met Avion Training niet, althans niet rechtstreeks van toepassing. Overigens sluit een dienstverband niet uit dat sprake is van beroepsactiviteiten; vergelijk HvJ EU 20 oktober 2022, ECLI:EU:C:2022:807, punt 58.
h. Gedaagden zijn met Avion Training leningsovereenkomsten aangegaan omdat zij de kosten van de pilotenopleiding niet konden of wilden voldoen bij aanvang. Al deze overeenkomsten zijn feitelijk over langere tijd uitgesmeerde betalingsregelingen voor de van de aanvang af aan Avion Training verschuldigde opleidingskosten. Vergelijk punt III van de considerans van de Payments Agreement van [gedaagde 13] , [gedaagde 14] en [gedaagde 15] (“The Student had requested the Academy for a payments arrangement”) onder 2.8 hiervoor.
4.9.
Het vorenstaande tezamen genomen betekent dat in dit geval geen sprake is van overeenkomsten van consumentenkrediet in de zin van artikel 7:57 BW. Aldus is de conclusie, ook na het wegen van de argumenten die de verschenen gedaagden bij conclusie van antwoord naar voren hebben gebracht, gelijk aan wat in incident is beslist.
4.10.
Voor dit geval voeren de verschenen gedaagden nog aan dat de regels van titel 2A van boek 7 van het BW op grond van reflexwerking dienen te gelden. Dit verweer gaat niet op. Titel 7A bevat in navolging van richtlijn 2008/48/EG specifieke regels ter bescherming van een specifieke groep personen. Het is niet aan de rechtbank om deze specifieke groep zonder basis in het Unierecht uit te breiden. De rechtbank wijst hierbij ook op punt 4 van de considerans van de richtlijn:
De feitelijke en juridische situatie die uit deze nationale verschillen resulteert, brengt in sommige gevallen concurrentieverstoringen tussen kredietgevers in de Gemeenschap mee en belemmeringen voor de interne markt [schept] in het geval dat de lidstaten verschillende dwingende bepalingen hebben vastgesteld die strenger zijn dan die van Richtlijn 87/102/EEG. Hierdoor kan de consument slechts in beperkte mate rechtstreeks van het geleidelijk toenemende aanbod van grensoverschrijdend consumentenkrediet gebruikmaken. Die verstoringen en beperkingen kunnen op hun beurt de vraag naar goederen en diensten beïnvloeden.
Het zou opnieuw een belemmering zijn voor de interne markt zoals hier bedoeld als door oprekking van het begrip consument de richtlijn een ruimer bereik krijgt.
4.11.
De rechtbank ziet tot slot geen aanleiding voor prejudiciële vragen aan de Hoge Raad, niet over de reikwijdte van de regels van titel 2A van boek 7 van het BW en ook niet over de reflexwerking van deze regels.
overige verweren (waaronder verrekening)
4.12.
De verschenen gedaagden gaan in op de advertenties van SunExpress. Terecht voeren zij aan dat deze advertenties niet uitblinken in duidelijkheid over de kosten van de opleiding en voor wiens rekening deze kosten uiteindelijk komen. Dat had duidelijker gekund. De verschenen gedaagden voeren echter niet, althans niet voldoende gemotiveerd, aan dat – en waarom – zij deze onduidelijkheid kunnen en mogen tegenwerpen aan (de curator van) Avion Training . Anders gezegd: dat en waarom de uitlatingen van SunExpress kunnen worden toegerekend aan Avion Training , met wie zij afspraken hebben gemaakt. Aan deze uitlatingen wordt daarom voorbijgaan.
4.13.
Zoals hiervoor onder 4.6 al is overwogen, bestaan de in de financiële overeenkomsten vermelde hoofdsommen uit drie componenten: de kosten van de opleiding, de vergoedingsrente en de provisie. De initiële leningsovereenkomsten zijn over dit samengestelde karakter voldoende duidelijk. Zij zijn ook voldoende duidelijk over het gegeven dat zij in de plaats komen van de opeisbare verplichting om de kosten van de opleiding direct te voldoen. Avion Training is vervolgens met alle gedaagden minus [gedaagde 12] nadere overeenkomsten aangegaan die hetzelfde stramien volgen. Over de inhoud van deze nadere overeenkomsten, inclusief de daarin opgenomen bedragen, heeft Avion Training steeds (opnieuw) overleg gevoerd met de betrokken gedaagden. De maandelijkse (totaal)bedragen aan aflossing respectievelijk vergoedingsrente zijn steeds expliciet vermeld. Naar de rechtbank begrijpt, hadden niet alleen [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 9] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] , [gedaagde 12] en [gedaagde 16] de mogelijkheid van vervroegde aflossing zonder ‘boeterente’ (zie artikel 2.4 van hun Loan Agreement), maar hadden ook [gedaagde 13] , [gedaagde 14] en [gedaagde 15] deze mogelijkheid. In de nummers 323 tot en met 327 van de dagvaarding is uiteengezet dat – en waarom – het overeengekomen rentepercentage onder de gegeven omstandigheden redelijk is.
4.14.
Tegen deze achtergrond gaat het beroep van de verschenen gedaagden op dwaling, oneerlijke bedingen en oneerlijke handelspraktijken, voor zover dit beroep al voldoende concreet gemaakt is, niet op.
4.15.
De verschenen gedaagden voeren verder aan dat zij verrekenbare tegenvorderingen op de curator hebben omdat Avion Training de Training Agreements niet of niet naar behoren is nagekomen en zij daardoor schade hebben geleden. Dit verweer spitst zich, kort gezegd, toe op vervoer, kost en inwoning. De verschenen gedaagden lichten dit verweer tegenover de gemotiveerde reactie van de curator echter niet voldoende nader toe. Dit verweer wordt daarom verworpen.
4.16.
Dit laatste geldt ook voor het verweer van de verschenen gedaagden dat sommigen van hen verrekenbare tegenvorderingen op de curator hebben omdat hun opleiding langer heeft geduurd dan overeengekomen en zij daardoor schade hebben geleden. De curator stelt hiertegenover dat deze tekortkoming niet te wijten is aan schuld van Avion Training en ook overigens niet voor haar rekening komt. Volgens hem lag de oorzaak in ingrijpen van de Inspectie Leefomgeving en Transport omdat SunExpress niet meer beschikte over het noodzakelijke EU Air Operator Certificate en kan Avion Training het een noch het ander worden verweten. De verschenen gedaagden die dit betreft weerleggen dit beroep op overmacht niet, althans niet voldoende.
4.17.
De verschenen gedaagden voeren verder nog aan dat de door SunExpress getroffen coronamaatregelen onvoorziene omstandigheden zijn die wijziging of ontbinding van de leningsovereenkomsten (en, naar de rechtbank begrijpt, de overige financiële overeenkomsten) rechtvaardigen. Dienaangaande wordt het volgende overwogen.
Artikel 6:258 lid 1 BW bepaalt, voor zover hier van belang, dat de rechter op vordering van een der partijen de gevolgen van een overeenkomst kan wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk kan ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. Artikel 6:258 lid 2 BW voegt hieraan toe dat een wijziging of ontbinding niet wordt uitgesproken, voor zover de omstandigheden krachtens de aard van de overeenkomst of de in het verkeer geldende opvattingen voor rekening komen van degene die zich erop beroept. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de rechter bij de toepassing van artikel 6:258 BW dezelfde terughoudendheid moet betrachten als bij de toepassing van artikel 6:248 lid 2 BW.
Gedaagden zijn met Avion Training leningsovereenkomsten aangegaan omdat zij de kosten van de pilotenopleiding niet konden of wilden voldoen bij aanvang. Op het karakter van de financiële overeenkomsten (over langere tijd uitgesmeerde betalingsregelingen voor de van de aanvang af aan Avion Training verschuldigde opleidingskosten) is hiervoor onder 4.8 onder h al gewezen. Bovendien bevat de Loan Agreement van [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , [gedaagde 7] , [gedaagde 8] , [gedaagde 9] , [gedaagde 10] , [gedaagde 11] en [gedaagde 16] een hardship-clausule (artikel 6). De Payments Agreement van [gedaagde 13] , [gedaagde 14] en [gedaagde 15] bevat een vergelijkbare bepaling (artikel 2.3). Naar de rechtbank begrijpt, zijn deze bepalingen bij de latere overeenkomsten in de kern van kracht gebleven. In elk geval stelt de curator onweersproken dat Avion Training verschillende keren bereid is geweest de betalingsafspraken in het voordeel van gedaagden aan te passen en uit het dossier volgt dat dergelijke aanpassingen ook hebben plaatsgevonden. Daarmee voorzien de financiële overeenkomsten in een aanpassingsmogelijkheid wat maakt dat voor toepassing van artikel 6:258 BW in dit geval geen plaats is.
4.18.
De verschenen gedaagden doen tot slot een beroep op de redelijkheid en billijkheid. Zij lichten dit beroep echter niet nader toe, zodat het wordt verworpen.
verzuim en de omzettingsverklaring
4.19.
Zoals hiervoor onder 3.2 al is vermeld, baseert de curator zijn vorderingen op alle gedaagden minus [gedaagde 12] primair op de omzettingsverklaring van 28 juli 2022. Op grond van artikel 6:87 BW vindt omzetting slechts plaats als aan enkele vereisten is voldaan, onder meer dat de schuldenaar in verzuim is. Gesteld noch gebleken is dat in dit geval niet aan deze wettelijke vereisten is voldaan. In het bijzonder geldt daarbij dat niet in geschil is dat alle gedaagden ofwel in het geheel niet hebben afbetaald ofwel op enig moment daarmee zijn gestopt. Daarmee is de tegen alle gedaagden minus [gedaagde 12] ingestelde vordering een vordering tot vergoeding van schade.
de vorderingen in bedragen
4.20.
De curator heeft tegen ieder van de gedaagden afzonderlijk een vordering ingesteld. Elk van deze vorderingen bestaat uit twee onderdelen: (i) de hoofdsom (die op zijn beurt bestaat uit (het restant van) de Course Fee, de provisie en de vergoedingsrente, althans de schadevergoeding die deze drie componenten vervangt) en (ii) de vertragingsrente. Hierbij komen de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.
4.21.
De rechtbank heeft onderstaande gegevens uit de tabellen onder nummer 257 en 305 en 311 van de dagvaarding samengevoegd (kolommen A t/m H).
A
B
C
D
E
F
G
H
I
Naam
Datum eerste betalingstermijn
Lening, inclusief rente en kosten (de ‘Loan’) – exclusief vertragingsrente
Totaal bedrag reeds vervallen termijnen t/m juli 2022
Totaal bedrag nog te vervallen termijnen vanaf augustus 2022
Rente (8%) over reeds vervallen termijnen vanaf vervaldatum t/m omzettingsverklaring, alsmede rente (2%) over het geheel vanaf de omzettingsverklaring tot 1 februari 2023
Buiten-
gerechtelijke incasso
kosten
Toewijzen
(D + G + H)
1
[gedaagde 1]
1-7-2018
revised:
1-9-2018
€ 166.000
€ 92.000
€ 74.000
€ 16.341,59
€ 2.435
€ 184.776,59
2
[gedaagde 2]
1-8-2018
€ 160.923,18
€ 88.000
€ 72.923,18
€ 14.958,53
€ 2.384,23
€ 178.265,94
3
[gedaagde 3]
1-8-2018
€ 172.521,48
€ 79.500
€ 93.021,48
€ 13.105,21
€ 2.500,21
€ 188.126,90
4
[gedaagde 4]
1-10-2018
modification:
1-2-2019
€ 113.186,07
€ 69.750
€ 43.436,07
€ 10.246,84
€ 1.906,86
€ 125.339,77
5
[gedaagde 5]
1-1-2019
€ 184.862,94
€ 73.100
€ 111.762,94
€ 12.565,04
€ 2.623,63
€ 200.051,61
6
[gedaagde 6]
1-8-2018
€ 134.676,17
€ 70.400
€ 64.676,17
€ 12.016,02
€ 2.121,76
€ 148.813,95
7
[gedaagde 7]
1-10-2018
€ 187.056,87
€ 66.400
€ 120.656,87
€ 11.311,03
€ 2.645,57
€ 201.013,47
8
[gedaagde 8]
1-4-2019
€ 189.455,47
€ 59.200
€ 130.255,47
€ 9.316,61
€ 2.669,55
€ 201.441,63
9
[gedaagde 9]
1-11-2018
€ 185.836,16
€ 69.750
€ 116.086,16
€ 12.612,21
€ 2.633,36
€ 201.081,73
10
[gedaagde 10]
1-11-018
€ 185.836,16
€ 69.750
€ 116.086,16
€ 12.612,21
€ 2.633,36
€ 201.081,73
11
[gedaagde 11]
1-3-2019
€ 166.883,32
€ 73.743
€ 113.110,58
€ 13.835,51
€ 2.443,83
€ 183.162,66
12
[gedaagde 12]
1-10-2018
€ 186.853,58
-
-
€ 64.995,63
€ 2.658,25
€ 254.507,46
13
[gedaagde 13]
1-11-2017
€ 175.924,95
€ 78.705,75
€ 97.219,20
€ 15.828,49
€ 2.534,25
€ 194.287,69
14
[gedaagde 14]
1-11-2017
modification
1-1-2019
€ 145.915,85
€ 71,740,50
€ 74.175,35
€ 10.102,26
€ 2.234,16
€ 158.252,27
15
[gedaagde 15]
1-10-2017
revised
1-6-2018
€ 151.616,22
€ 88.000
€ 63.616,22
€ 14.881,42
€ 2.291,16
€ 168.788,80
16
[gedaagde 16]
1-6-2018
€ 96.239,18
€ 62.760
€ 33.479,17
€ 9.542,86
€ 1.737,39
€ 107.519,43
4.22.
Volgens dit overzicht had Avion Training per 3 augustus 2022 (datum dagvaarding) de in
kolom Dvermelde bedragen van gedaagden te vorderen als, kort gezegd, de hoofdsom. Deze bedragen zijn per gedaagde uitgesplitst in toen reeds vervallen termijnen (
kolom E) en nog te vervallen termijnen (
kolom F). Daarbij gaat het steeds om een hoofdsom bestaande uit de drie hiervoor onder 4.20 onder (i) vermelde componenten. De verschenen gedaagden bestrijden de in het overzicht vermelde bedragen op zichzelf niet.
alle gedaagden behalve [gedaagde 12]
4.23.
Gebaseerd op de omzettingsverklaring (zie hiervoor onder 4.19) wordt de hoofdsom gevorderd, gelijk aan het totaal van alle (nog niet betaalde) termijnen, als schadevergoeding. Omdat geen verweer gevoerd is dat hier mogelijk een disconteringsvoordeel in zit (kort gezegd: de schadevergoeding per datum omzettingsverklaring is lager dan een optelling van alle in de toekomst te vervallen termijnen omdat de schuldeiser eerder betaald krijgt) en het dossier ook geen aanknopingspunten geeft om dit mogelijke disconteringsvoordeel te berekenen, zal per gedaagde de hoofdsom als gevorderd worden toegewezen (de bedragen uit kolom D).
4.24.
Sommige gedaagden hebben een of enkele termijnen voldaan. Dat is niet in geschil en nu de bedragen in de dagvaarding en in de conclusie van antwoord op dit punt gelijk zijn en al verwerkt zijn in de gegevens in de dagvaarding (en dus ook het overzicht hiervoor) leidt dit niet tot aanpassing van de hiervoor genoemde bedragen.
4.25.
Ten aanzien van [gedaagde 8] , [gedaagde 9] en [gedaagde 10] geldt dat hun opleiding anders is verlopen dan die van de overige gedaagden (zie daarover ook hiervoor onder 4.16). Ter zitting heeft [naam 2] , die voorheen werkzaam was bij Avion Training , desgevraagd verklaard dat hun financiële overeenkomsten zijn verlengd, dat aan hen een tijdlang geen rente in rekening is gebracht en dat dit in een nieuw schema is verdisconteerd. Naar de rechtbank begrijpt, is dit nieuwe schema ook al verwerkt in de gegevens in de dagvaarding (en dus ook in het overzicht hiervoor). Aldus leidt dit niet tot aanpassing van de hiervoor genoemde bedragen.
4.26.
De curator vordert naast de hoofdsommen vertragingsrente, dat wil zeggen rente ter vergoeding van de schade die hij lijdt doordat de betaling van de hoofdsommen uitblijft. Het gaat daarbij om de wettelijke handelsrente over de reeds vervallen termijnen vanaf de respectievelijke vervaltermijn tot aan de dag van de omzettingsverklaringen en de wettelijke rente over alle termijnen (gelijk aan de hoofdsom) vanaf de dag van de omzettingsverklaringen. Deze vorderingen zijn, bij afwezigheid van voldoende verweer van de verschenen gedaagden, toewijsbaar. Uit het overzicht (kolom G) volgt de gevorderde rente, berekend tot 1 februari 2023, wat als zodanig wordt toegewezen. Wat daarna vervalt is separaat opgenomen in de beslissing per gedaagde.
[gedaagde 12]
4.27.
Ten aanzien van [gedaagde 12] vordert de curator het gehele openstaande bedrag van de lening ad EUR 186.853,58, waarvan de eerste termijn op 1 oktober 2018 voldaan had moeten worden. Dat is niet gebeurd en wordt ook niet betwist. Vanwege het uitblijven van deze eerste betaling is de volledige lening per 1 november 2018 opeisbaar geworden, aldus de curator, waartegen geen specifiek verweer is gevoerd zodat deze vordering wordt toegewezen.
4.28.
Naar de rechtbank begrijpt vordert de curator bij [gedaagde 12] aan vertragingsrente (i) EUR 64.995,63 tot aan 1 februari 2023 en (ii) de wettelijke handelsrente over EUR 186.853,58 (de hoofdsom) vanaf 1 februari 2023 tot aan de dag van algehele voldoening. Deze vordering is, bij afwezigheid van voldoende verweer van de verschenen gedaagden, toewijsbaar.
buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten
4.29.
De verschenen gedaagden bestrijden niet dat (de curator van) Avion Training bij herhaling heeft geprobeerd om met gedaagden een minnelijke regeling te treffen en dat de gevorderde bedragen redelijke kosten zijn ter verkrijging van voldoening buiten rechte. De tot vergoeding van deze kosten strekkende vorderingen, opgenomen in kolom H van het overzicht, zijn daarom toewijsbaar. De gevorderde wettelijke rente daarover als bedoeld in artikel 6:119 BW is toewijsbaar (dus geen handelsrente), vanaf de dag der dagvaarding (3 augustus 2022).
4.30.
Als de overwegend in het ongelijk gestelde partijen zullen gedaagden worden veroordeeld in de aan de zijde van de curator gevallen proceskosten. Hierbij moet onderscheid worden gemaakt tussen de niet verschenen gedaagde ( [gedaagde 9] ) en de overige gedaagden. Verder moet in ogenschouw worden genomen dat de zaken tegen de diverse gedaagden, afgezien van de bedragen, vrijwel identiek zijn, dat de curator grotendeels algemene (dat wil zeggen op ieder van gedaagden ziende) stellingen heeft betrokken en dat de verschenen gedaagden grotendeels algemene (dat wil zeggen op ieder van hen ziende) verweren hebben gevoerd. Dit leidt ertoe dat ieder van gedaagden afzonderlijk zal worden veroordeeld in 1/16 deel (alle proceskosten behoudens de mondelinge behandeling) respectievelijk 1/15 deel (proceskosten voor de mondelinge behandeling) van de aan de zijde van de curator gevallen kosten, waarbij voor de berekening van het salaris van de advocaat tarief VIII (het tarief behorend bij het totaal van alle door de curator ingestelde vorderingen) wordt gehanteerd. Bij deze stand van zaken zou een hoofdelijke veroordeling geen recht doen aan het verschil van de schuldpositie van gedaagden.
4.31.
Voor de kosten dagvaarding (EUR 103,33), vertaalkosten (EUR 4.598,75), griffierecht (EUR 2.277) en salaris advocaat (EUR 4.357) betekent dat gedeeld wordt door zestien zodat iedere gedaagde
EUR 708,51moet betalen. Voor de mondelinge behandeling (EUR 4.357) worden de kosten gedeeld door vijftien zodat iedere verschenen gedaagde EUR
290,47moet betalen. Iedere gedaagde wordt veroordeeld in de nakosten ad EUR 178 nu dit per gedaagde kosten met zich mee kan brengen.

5.De beslissing

De rechtbank:
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 1]
5.1.
veroordeelt [gedaagde 1] tot betaling aan Avion Training van EUR 184.776,59 (honderdenvierentachtigduizend zevenhonderdenzesenzeventig euro en negenenvijftig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 166.000 vanaf 1 februari 2023 en over EUR 2.435 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 2]
5.2.
veroordeelt [gedaagde 2] tot betaling aan Avion Training van EUR 178.265,94 (honderdenachtenzeventigduizend tweehonderdenvijfenzestig euro en vierennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 160.923,18 vanaf 1 februari 2023 en over EUR 2.384,23 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 3]
5.3.
veroordeelt [gedaagde 3] tot betaling aan Avion Training van EUR 188.126,90 (honderdenachtentachtigduizend honderdenzesentwintig euro en negentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 172.521,48 vanaf 1 februari 2023 en over EUR 2.500,21 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 4]
5.4.
veroordeelt [gedaagde 4] tot betaling aan Avion Training van EUR 125.339,77 (honderdenvijfentwintigduizend driehonderdennegenendertig euro en zevenenzeventig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 113.186,07 vanaf 1 februari 2023 en over EUR 1.906,86 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 5]
5.5.
veroordeelt [gedaagde 5] tot betaling aan Avion Training van EUR 200.051,61 (tweehonderdduizend eenenvijftig euro en eenenzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 184.862,94 vanaf 1 februari 2023 en over EUR 2.623,63 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 6]
5.6.
veroordeelt [gedaagde 6] tot betaling aan Avion Training van EUR 148.813,95 ((honderdenachtenveertigduizend achthonderdendertien euro en vijfennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 134.676,17 vanaf 1 februari 2023 en over EUR 2.121,76 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 7]
5.7.
veroordeelt [gedaagde 7] tot betaling aan Avion Training van EUR 201.013,47 (tweehonderdeneenduizend dertien euro en zevenenveertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 187.056,87 vanaf 1 februari 2023 en over EUR 2.645,57 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 8]
5.8.
veroordeelt [gedaagde 8] tot betaling aan Avion Training van EUR 201.441,63 (tweehonderdeneenduizend vierhonderdeneenenveertig euro en drieënzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 189.455,47 vanaf 1 februari 2023 en over EUR 2.669,55 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 9]
5.9.
veroordeelt [gedaagde 9] tot betaling aan Avion Training van EUR 201.081,73 (tweehonderdeneenduizend eenentachtig euro en drieënzeventig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 185.836,16 vanaf 1 februari 2023 en over EUR 2.633,36 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 10]
5.10.
veroordeelt [gedaagde 10] tot betaling aan Avion Training van EUR 201.081,73 (tweehonderdeneenduizend eenentachtig euro en drieënzeventig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 185.836,16 vanaf 1 februari 2023 en over EUR 2.633,36 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 11]
5.11.
veroordeelt [gedaagde 11] tot betaling aan Avion Training van EUR 183.162,66 (honderdendrieëntachtigduizend honderdentweeënzestig euro en zesenzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 166.883,32 vanaf 1 februari 2023 en over EUR 2.443,83 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 12]
5.12.
veroordeelt [gedaagde 12] tot betaling aan Avion Training van EUR 254.507,46 (tweehonderdenvierenvijftigduizend vijfhonderdenzeven euro en zesenveertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW over EUR 186.853,58 vanaf 1 februari 2023 en met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 2.658,25 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 13]
5.13.
veroordeelt [gedaagde 13] tot betaling aan Avion Training van EUR 194.287,69 (honderdenvierennegentigduizend tweehonderdenzevenentachtig euro en negenzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 175.924,95 vanaf 1 februari 2023 en over EUR 2.534,25 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 14]
5.14.
veroordeelt [gedaagde 14] tot betaling aan Avion Training van EUR 158.252,27 (honderdenachtenachtenvijftigduizend tweehonderdentweeënvijftig euro en zevenentwintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 145.915,85 vanaf 1 februari 2023 en over EUR 2.234,16 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 15]
5.15.
veroordeelt [gedaagde 15] tot betaling aan Avion Training van EUR 168.788,80 (honderdenachtenzestigduizend zevenhonderdenachtentachtig euro en tachtig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 151.616,22 vanaf 1 februari 2023 en over EUR 2.291,16 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 16]
5.16.
veroordeelt [gedaagde 16] tot betaling aan Avion Training van EUR 107.519,43 (honderdenzevenduizend vijfhonderdennegentien euro en drieënveertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over EUR 96.239,18 vanaf 1 februari 2023 en over EUR 1.737,39 vanaf 3 augustus 2022, in beide gevallen tot aan de dag van algehele voldoening;
in de zaak tussen de curator en [gedaagde 9]
5.17.
veroordeelt [gedaagde 9] in de kosten van het geding, tot dit vonnis aan de zijde van de curator begroot op EUR 886,51;
in alle zaken minus de zaak tussen de curator en [gedaagde 9]
5.18.
veroordeelt de betrokken gedaagde in de kosten van het geding, tot dit vonnis aan de zijde van de curator begroot op EUR 1.176,98;
in alle zaken
5.19.
veroordeelt betrokken gedaagde, voor het geval hij of zij niet tijdig aan deze veroordeling voldoet, in de extra nakosten van EUR 92,00 plus de kosten van betekening;
5.20.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.21.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.S. Kalff, rechter, bijgestaan door mr. A.A.J. Wissink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2025.