ECLI:NL:RBAMS:2025:6264

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 augustus 2025
Publicatiedatum
26 augustus 2025
Zaaknummer
11316357 \ CV EXPL 24-12147
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling van waterverbruik door Waternet

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 12 augustus 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen STICHTING WATERNET en een gedaagde partij. Waternet vorderde betaling van € 377,17 voor waterverbruik op het adres van de gedaagde voor de periode van 1 mei 2023 tot 1 augustus 2024. De gedaagde heeft echter betwist dat zij over de volledige periode op het leveringsadres stond ingeschreven en heeft aangegeven dat zij sinds 6 juli 2023 op een ander adres woont. De kantonrechter oordeelde dat Waternet haar vordering onvoldoende had onderbouwd. De enkele stelling dat de gedaagde op een slaperslijst stond, was niet voldoende om een betalingsverplichting aan te nemen. De kantonrechter volgde Waternet niet in haar argument dat een procedure niet het juiste middel was om de kwestie te beoordelen. De vordering van Waternet werd in zijn geheel afgewezen, en Waternet werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van de gedaagde op nihil werden begroot. Dit vonnis benadrukt het belang van een goede onderbouwing van vorderingen in civiele procedures.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 11316357 \ CV EXPL 24-12147
Vonnis van 12 augustus 2025
in de zaak van
STICHTING WATERNET,
te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Waternet,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 17 september 2024, met producties
- de conclusie van antwoord, met producties
- het exploot met de wijziging van de gronden van de eis
- de rolmededeling van 28 januari 2025
- de conclusie van repliek.
1.2.
[gedaagde] heeft, hoewel zij daartoe in staat is gesteld, geen conclusie van dupliek genomen. Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Waternet heeft [gedaagde] aangeschreven voor waterverbruik op het adres [adres 1] voor de periode 1 mei 2023 tot 1 augustus 2024. Het totaalbedrag van de facturen bedroeg € 377,17.
2.2.
[gedaagde] heeft dit bedrag niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
Waternet vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 377,17, vermeerderd met rente en veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
3.2.
Na wijziging van de gronden van de eis legt Waternet aan de vordering ten grondslag dat zij de gegevens van [gedaagde] van een zogenaamde slaperslijst heeft gehaald. Een slaperslijst is een lijst met natuurlijke personen die zich op een adres hebben ingeschreven bij de gemeente Amsterdam, maar geen overeenkomst tot levering van drinkwater hebben afgesloten bij Waternet. Waternet voert die gegevens zelf in haar systeem in en stuurt vervolgens een ‘bevestiging van de aanmelding’brief zoals bij dagvaarding overgelegd. Aan [gedaagde] is water geleverd en zijn facturen gestuurd die onbetaald zijn gelaten. Er is geen sprake van ongevraagde levering van drinkwater en de facturen moeten worden betaald. Waternet heeft geen winstoogmerk en hanteert kostendekkende transparante en niet discriminerende tarieven gebaseerd op het waterverbruik. De tarieven zijn voor iedereen gelijk en op de website te vinden. Voor [gedaagde] is het duidelijk dat de woning is aangesloten op de openbare drinkwatervoorziening en het is algemeen bekend dat water niet gratis is. Verder blijkt uit die bevestigingsbrief dat er binnenkort facturen worden verzonden en krijgt [gedaagde] keuzemogelijkheden hoe het water te betalen.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Zij woonde vanwege een renovatie van haar huurwoning van 1 mei 2023 tot 6 juli 2023 in de woning aan de [adres 1] . Sinds 6 juli 2023 woont [gedaagde] op de [adres 2] . Haar in- en uitschrijving van de verschillende adressen heeft zij doorgegeven aan de BRP.
3.4.
Sinds maart 2023 is [gedaagde] gescheiden; haar ex-partner heeft een flinke puinhoop gemaakt van hun gezamenlijke relatie, aldus [gedaagde] . Zij bevindt zich in een schuldsaneringstraject en betaalt haar schulden op dit moment af. Zij heeft niet correct gehandeld wat betreft het af- en aanmelden bij Waternet, maar zij dacht dat haar wijzigingen in de BRP voldoende waren om de rekeningen naar het juiste adres te sturen. [gedaagde] wil Waternet betalen voor het juiste adres, dat vanaf 6 juli 2023 de [adres 2] is. Herhaalde pogingen om in te loggen en om telefonisch contact te krijgen met Waternet lukten echter niet.
3.5.
[gedaagde] wil graag de juiste factuur voor het juiste adres ontvangen van Waternet en zij verzoekt de facturen van de [adres 1] kwijt te schelden vanaf 6 juli 2023 tot heden.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter begrijpt het verweer van [gedaagde] zo, dat zij erkent dat zij van 1 mei 2023 tot 6 juli 2023 op het adres [adres 1] woonde en dat zij over die periode moet betalen voor het waterverbruik. Maar zij betwist gemotiveerd dat zij de facturen over de periode vanaf 6 juli 2023 tot 1 augustus 2024 verschuldigd is, omdat zij op dat moment niet meer op de [adres 1] woonde.
4.2.
De enkele stelling van Waternet dat [gedaagde] op voornoemde slaperslijst stond en dus kennelijk staat ingeschreven op het leveringsadres is in dit geval onvoldoende om een betalingsverplichting voor [gedaagde] aan te kunnen nemen. [gedaagde] heeft namelijk gemotiveerd betwist dat zij over de volledige periode waarover betaling wordt gevorderd stond ingeschreven op het leveringsadres. Bovendien heeft [gedaagde] aangegeven dat zij wil betalen voor het juiste adres, dat vanaf 6 juli 2023 de [adres 2] is en onbetwist is gebleven dat zij herhaaldelijk contact heeft proberen te zoeken met Waternet om de situatie op te lossen.
4.3.
De kantonrechter is het eens met Waternet dat het aan [gedaagde] is om wijzigingen tijdig door te geven, maar volgt Waternet niet in haar stelling dat een procedure niet het juiste middel is om te beoordelen of er recht op verrekening of creditering bestaat. Wanneer een gedaagde partij een vordering betwist, is het aan eisende partij om daarop in te gaan en zo nodig de vordering nader te onderbouwen. Dit heeft Waternet in deze procedure nagelaten. [gedaagde] heeft aangegeven vanaf 6 juli 2023 elders te wonen en te willen betalen voor het juiste adres, maar Waternet heeft nagelaten om daar nader op in te gaan.
4.4.
Dit betekent dat Waternet haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd. Uit de door Waternet ingenomen stellingen en overgelegde stukken is niet op te maken dat er voor [gedaagde] een betalingsverplichting bestond over de gehele periode waarover Waternet dit vordert. Omdat uit de overgelegde stukken niet kan worden opgemaakt hoeveel [gedaagde] verschuldigd was over de periode 1 mei 2023 tot 6 juli 2023, kan de kantonrechter dit deel van de vordering, dat niet betwist is door [gedaagde] , ook niet toewijzen. De vordering wordt dan ook in zijn geheel afgewezen.
4.5.
Voor een afwijking van het uitgangspunt dat de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten wordt veroordeeld, ziet de kantonrechter geen aanleiding. Waternet is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen, die aan de kant van [gedaagde] worden begroot op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Waternet af,
5.2.
veroordeelt Waternet in de proceskosten van [gedaagde] , die worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kruisdijk en in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2025.
57327