Op 12 augustus 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door een Belgische onderzoeksrechter. De opgeëiste persoon, geboren in Suriname, is momenteel gedetineerd in Nederland en heeft afstand gedaan van zijn recht om bij de zitting aanwezig te zijn. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak over de overlevering verlengd en de gevangenhouding bevolen. Tijdens de zittingen op 24 juni en 29 juli 2025 is de medische zorg in de Belgische detentie-instellingen besproken. De rechtbank heeft geoordeeld dat de garanties van de Belgische autoriteiten met betrekking tot de medische zorg onvoldoende zijn en dat er een reëel gevaar bestaat voor schending van de grondrechten van de opgeëiste persoon. De rechtbank heeft daarom de beslissing over de overlevering aangehouden en een redelijke termijn van dertig dagen vastgesteld voor het verstrekken van aanvullende informatie door de Belgische autoriteiten. De zaak zal opnieuw worden behandeld op 3 september 2025 of uiterlijk 10 dagen daarna. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat er een Duits EAB is, maar kan de voorrang nog niet bepalen omdat de beslissing over de overlevering is aangehouden.