Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1. De procedure
mr. N.J. Wentink.
2.De feiten
“Dank! Ik ga deze uitdelen en voortaan toevoegen aan mijn huurcontracten.”
De erfdienstbaarheid heeft dus een totale breedte van zes (6) meter, waarbij de erfgrens door het
e-mail van 23 september 2024 heeft een omwonende, mede namens aan aantal andere omwonenden, aan [gedaagde] geschreven dat en waarom zij niet willen dat het plan van [gedaagde] uitgevoerd gaat worden. Bij e-mail van 24 september 2024 heeft ook [eiser 1] aan [gedaagde] kenbaar gemaakt bezwaar te hebben tegen het plan van [gedaagde] om een extra verdieping aan zijn pand toe te voegen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
4.3. Partijen zijn het erover eens dat bij akte van 1 februari 1990 ten behoeve en ten laste van de percelen van (thans) partijen over en weer een erfdienstbaarheid van weg is gevestigd, waarbij de percelen van (thans) partijen zowel het dienend erf als het heersend erf zijn. Het gaat in dit kort geding om de vraag wat deze erfdienstbaarheid precies inhoudt, met name of [gedaagde] auto’s (of andere voertuigen) mag (laten) parkeren op zijn zijde van de zes meter brede strook waarop de erfdienstbaarheid ziet.
“Partijen verklaarden bij deze te vestigen, over en weer ten behoeve en ten laste van het bij verkopers verblijvende gedeelte van het kadastrale perceel [kadastergegevens 5] en ten behoeve en ten laste van het bij deze akte overgedragen en aanvaarde gedeelte van genoemd kadastraal perceel, de erfdienstbaarheid van weg om te komen van en te gaan naar de [adressen ] (via de bestaande poort) en wel over de bestaande weg, lopende over de gehele breedte van dit gedeelte van genoemd kadastraal perceel ter lengte van de lijn A-B op voornoemde kaart, en ter lengte van de lijn B-C op voornoemde kaart over een breedte van drie meter aan elk van beide zijden van deze lijn.”
1 februari 1990. Dat de in het convenant genoemde zes auto’s dienden te worden geparkeerd op het binnenterrein buiten het deel waar de erfdienstbaarheid op ziet, zoals [eisers] heeft gesteld, is door [gedaagde] niet betwist.
- nakosten
178,00