ECLI:NL:RBAMS:2025:5887

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 juli 2025
Publicatiedatum
12 augustus 2025
Zaaknummer
C/13/771061 / HA RK 25-202
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk wegens eindbeslissingen en onpartijdigheid

Op 3 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure die was ingediend door een verzoeker tegen mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter te Amsterdam, en tegen R.J. Hennekam, griffier, en R.E. Lakeman, juridisch medewerker. Het verzoek tot wraking was ingediend op 17 juni 2025, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek niet-ontvankelijk is. De rechter had namelijk al twee eindbeslissingen genomen op 24 april 2025, waardoor er geen lopende procedure meer was waarin de wraking kon plaatsvinden. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan een rechter alleen worden gewraakt tijdens een lopende procedure, en niet nadat er eindbeslissingen zijn genomen. Daarnaast is het niet mogelijk om een griffier of juridisch medewerker te wraken, wat ook bijdroeg aan de niet-ontvankelijkheid van het verzoek. De rechtbank heeft besloten dat een mondelinge behandeling van het verzoek niet nodig is, en heeft het verzoek tot wraking in zijn geheel afgewezen. Tegen deze beslissing staat geen voorziening open volgens artikel 39 lid 5 Rv.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Beslissing op het op 17 juni 2025 gedane en onder zaaknummer
C/13/771061 HA/RK 25/202 ingeschreven verzoek van:
[verzoeker] ,wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
welk verzoek strekt tot wraking van mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter te Amsterdam, hierna: de rechter en tot wraking van R.J. Hennekam, griffier en R.E. Lakeman, juridisch medewerker.

1.1. De procedure

De wrakingskamer heeft kennisgenomen van de navolgende processtukken:
  • de brief van verzoeker, per e-mail ontvangen op 17 juni 2025, waarin hij de rechter, de griffier en de juridisch medewerker wraakt;
  • een beschikking van 24 april 2025 van de rechter waarin een mentor is benoemd ten behoeve van verzoeker (zaaknummer 11652870 EB VERZ 25-3171);
  • een beschikking van 24 april 2025 van de rechter waarin een bewindvoerder is benoemd ten behoeve van verzoeker (zaaknummer 11300104 EB VERZ 24-10359).

2.2. De gronden van de beslissing

2.1
Op grond van het bepaalde in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) dient in een wrakingsprocedure te worden onderzocht of sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2
Artikel 36 Rv kent niet de mogelijkheid een griffier of juridisch medewerker van de rechtbank te wraken. In zoverre is het verzoek dus niet-ontvankelijk.
2.3
Uit artikel 36 Rv volgt verder dat een verzoek tot wraking erop gericht moet zijn een rechter te vervangen tijdens een lopende procedure. Indien een rechter een eindbeslissing heeft gegeven is wraking niet meer mogelijk. In dit geval heeft de rechter op 24 april 2025 twee eindbeslissingen gewezen. Ook in zoverre is het verzoek dus niet-ontvankelijk.
2.4
Het verzoek tot wraking is dus in zijn geheel niet-ontvankelijk. Een mondelinge behandeling van het verzoek kan achterwege blijven.
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk
Aldus gegeven door mr. P.B. Martens, voorzitter, en mr. N.C.H. Blankevoort en
mr. I.M. Bilderbeek, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 juli 2025.
Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39 lid 5 Rv geen voorziening open.