ECLI:NL:RBAMS:2025:5882
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag parkeervergunning voor bewoners door de Rechtbank Amsterdam
Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag van eiser voor een parkeervergunning voor bewoners. Eiser is het niet eens met de afwijzing en heeft in zijn beroepschrift aangegeven waarom. De rechtbank beoordeelt de afwijzing aan de hand van de beroepsgronden van eiser. De rechtbank oordeelt dat het college de aanvraag voor een bewonersvergunning terecht heeft afgewezen, waardoor het beroep ongegrond is. Dit betekent dat eiser geen gelijk krijgt. De rechtbank legt uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit heeft.
Eiser heeft een bewonersvergunning aangevraagd, maar het college heeft deze aanvraag met een besluit buiten behandeling gesteld. Na een bezwaar van eiser heeft het college besloten de bewonersvergunning te weigeren. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarop het college heeft gereageerd met een verweerschrift. De rechtbank heeft het beroep op zitting behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van het college aanwezig waren.
De rechtbank constateert dat het adres van eiser in een deelvergunninggebied ligt waar maximaal twee bewonersvergunningen per adres kunnen worden verleend, mits de bewoner over twee motorvoertuigen beschikt. Eiser beschikt echter slechts over één motorvoertuig en heeft ook een stallingsplaats, waardoor hij geen bewonersvergunning kan krijgen. De rechtbank ziet geen aanknopingspunten dat de Parkeerverordening en het Uitwerkingsbesluit in strijd zijn met de beginselen van behoorlijk bestuur. Eiser's argumenten over rechtsongelijkheid en dubbele parkeerkosten worden door de rechtbank verworpen. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen griffierecht terugkrijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.