Op 14 januari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Gdansk, Polen, op 9 februari 2024. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Polen, die werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.P.M. Balemans. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB in verschillende zittingen besproken, waarbij de detentieomstandigheden in Polen centraal stonden. Tijdens de zitting van 31 oktober 2024 werd de behandeling aangehouden om aanvullende informatie van de Poolse autoriteiten af te wachten. Op 10 december 2024 heeft de rechtbank een tussenuitspraak gedaan, waarin werd vastgesteld dat er een individueel reëel gevaar bestond voor schending van de grondrechten van de opgeëiste persoon. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding geschorst. Op 14 januari 2025 werd de zaak voortgezet, maar de opgeëiste persoon was niet aanwezig. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de aanvullende informatie van de Poolse autoriteiten geen wijziging van omstandigheden met zich meebracht, waardoor het eerder vastgestelde gevaar niet was weggenomen. De rechtbank heeft daarom besloten geen gevolg te geven aan het EAB en de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren in zijn vordering. De uitspraak is gedaan met toepassing van artikel 11, eerste lid, van de Overleveringswet (OLW).