Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
eiseressen in het incident,
gedaagde in de hoofdzaak,
gedaagde in het incident,
advocaten mr. F.J.J. Cornelissen en mr. W. van Leeuwen te Arnhem,
1.De procedure
Op 12 mei 2025 heeft de Gemeente inhoudelijk gereageerd op de incidentele vordering. Vervolgens is op 13 mei 2025 aan partijen bericht dat in dit vonnis op het incident zal worden beslist.
18 juni 2025 zal worden gewezen.
2.De feiten
“(…) De gemeente Amsterdam heeft reeds in 2004 besloten dat deze plek behouden moet blijven voor het FCA. Wel zullen de food gerelateerde bedrijven wiens verzorgingsgebied over wegend buiten Amsterdam ligt (…), worden benaderd voor een verplaatsing naar een locatie buiten de ring van Amsterdam of elders. De overgebleven bedrijven zullen op ongeveer twee derde van het terrein geherhuisvest worden. (…)De ambitie van de gemeente is om te komen tot een duurzame, economische herontwikkeling van het FCA. Het FCA wordt een modern en dynamisch foodcenter, waarbij zekerheid wordt geboden aan de gevestigde en nog te vestigen buikbedrijven, met oog voor efficiënte bedrijfsprocessen, hygiëne en duurzaamheid. (…)Om de herontwikkeling te realiseren wordt de gehele herontwikkeling door de gemeente Europees aanbesteed. Marktpartijen kunnen hier op inschrijven. Deze aanbesteding zal tot stand komen door middel van een concurrentiegericht dialoog. Hiertoe is door de gemeente dit ambitiedocument opgesteld.(…)Minimumeis 1Het plangebied dient integraal te worden herontwikkeld tot één gebied bestaande uit drie componenten: het nieuwe (afgesloten) FCA, de centrale markthal en het openbare deel.(…)Minimumeis 3Het programma voor het nieuwe FCA, dient minimaal 95.000 m2 bvo bedrijfsruimte te omvatten.
“(…) 15.2. Tijdens de Consultatiefase zal de Gemeente een concept tekst van de REOK ter consultatie aan de Deelnemers voorleggen. Na afronding van de Consultatiefase stelt de Gemeente de voorlopige tekst van de REOK[de realisatie- en exploitatieovereenkomst die de Gemeente met de Opdrachtnemer sluit in geval van gunning van de Opdracht; vzr.]
vast. (…) De voorlopige REOK zal worden aangehecht aan de Inschrijvingsleidraad.(…)15.3. De definitieve tekst van de REOK wordt vastgesteld bij de gunning van de Opdracht op basis van de Definitieve Inschrijving.(…)16.1. Tot de essentialia van de REOK behoren onder andere de navolgende afspraken:
17.1. De Gemeente is en blijft eigenaar van de gronden binnen het Plangebied.(…)17.5. Bij uitgifte van grond in erfpacht -hetzij aan Opdrachtnemer, hetzij aan derden zoals Buikbedrijven- wordt de Canon gebaseerd op de vloeroppervlakte in m2 bvo, de erfpachtrechtelijke bestemming, de grondprijs per m2 bvo voor die bestemming conform het op dat moment vastgestelde gemeentelijke grondprijsbeleid en het gemeentelijke canonpercentage.(…)18.1. De Gemeente geeft op het door de Opdrachtnemer gewenste moment maar uiterlijk binnen vijf jaar na het onherroepelijk worden van het nieuwe bestemmingsplan voor het Plangebied de gronden en opstallen in het Plangebied die in volle eigendom zijn of komen bij de Gemeentein erfpacht uit aan de Opdrachtnemer. (…)(…)19.1. De Opdrachtnemer dient voor eigen rekening en risico het nieuwe Food Center te ontwikkelen en te realiseren conform zijn Definitieve Inschrijving. (…)19.2. De Opdrachtnemer onderhandelt met de zittende en nieuwe Buikbedrijven over de condities van de realisatie of renovatie van het vastgoed op het Food Center en de afname, al dan niet in de vorm van huur, daarvan. De Gemeente is hierbij geen partij.19.3. Het concept van het Food Center, inclusief de indeling van de deelmarkten, wordt via het erfpachtrecht gehandhaafd door de Gemeente.19.4. Op het nieuwe Food Center mogen alleen Buikbedrijven en Servicebedrijven worden gevestigd.(…)22.1. Vanaf zes maanden na de inwerkingtreding van de REOK, dan wel zoveel eerder als de Opdrachtnemer begint met het ‘verschuiven’ van de Buikbedrijven en/of Servicebedrijven of ver/uitplaatsen Mainportbedrijven, is de Opdrachtnemer verantwoordelijk voor de uitvoering van het beheer en de exploitatie van het Food Center, zowel het oude als het nieuwe.22.2. De Opdrachtnemer voert het beheer van het Food Center uit in opdracht van de Gemeente, waarvoor de Gemeente een concessie aan de Opdrachtnemer zal verlenen. (…)(…)25.1. Het uitgangspunt in de REOK is dat deze een looptijd heeft van 25 jaar, ingaande op de datum van inwerkingtreding van de REOK.
19 juli 2010’. Daarin staat voor zover hier van belang (met onderstrepingen door de vzr.) het volgende:
“(…) 3.1. Deze Leidraad Definitieve Inschrijving geldt in aanvulling op het bepaalde in de Selectieleidraad, de Consultatieleidraad en de Leidraad Eerste Inschrijving. Ingeval van tegenstrijdigheden geldt het bepaalde in de Leidraad Definitieve Inschrijving.(…)5.2. In geval van tegenstrijdigheden tussen definities geldt de navolgende volgorde van voorrang:a. Definitieve REOK gaat boven Leidraad Definitieve Inschrijving;(…)IV. MINIMUMEISEN DEFINITIEVE INSCHRIJVING(…)
“(…) 25. Erfpachtuitgifte
“(…) 25. Erfpachtuitgifte
“(…) Op de indiening van de Definitieve Inschrijving zijn de condities van toepassing zoals opgenomen in de Leidraad Definitieve Inschrijving d.d. 6 juni 2012, met inachtneming van de wijzigingen en aanvullingen daarop zoals aangegeven in deze uitnodigingsbrief. Dit betekent dat u bij de indiening van de Definitieve Inschrijving kunt uitgaan van het bepaalde in de Leidraad Definitieve Inschrijving d.d. 6 juni 2012, behoudens indien en voorzover daarvan in deze uitnodigingsbrief wordt afgeweken, in welk geval het bepaalde in deze uitnodigingsbrief prevaleert.(…)De herziene Definitieve REOK d.d. 19 november 2012 die als Bijlage 3 bij deze uitnodigingsbrief is gehecht, treedt in de plaats van de REOK d.d. 23 juli 2012.(…)”
“(…) N. Partijen streven ter zake van het Plangebied de navolgende doelstellingen na:(…) 10. Het door de Opdrachtnemer gedurende 25 jaar voeren van het beheer en de exploitatie van het Food Center Amsterdam.0. De REOK heeft het karakter van een concessie, hetgeen inhoudt dat voor de duur van de REOK de primaire verantwoordelijkheid voor het Plangebied ligt bij de Opdrachtnemer en de rol van de Gemeente in beginsel is beperkt tot het faciliteren van- en controleren op de voortgang van de uitvoering van de REOK door de Opdrachtnemer. (…)”Artikel 25.1 is in de ondertekende REOK ongewijzigd overgenomen en is gelijk aan de tekst zoals hiervoor onder 2.9 is weergegeven.
Uit hoofde van artikel 67.4 van de REOK heeft de opdrachtnemer al haar rechten en plichten uit hoofde van de REOK overgedragen aan Marktkwartier.
“(…) De overeenkomst tussen Marktkwartier en de Vereniging behelst de ontwikkeling van het nFCA. Dat is één samenhangend concept waaraan beide partijen zich committeren en waarover beide partijen op basis van exclusiviteit met elkaar verder zullen onderhandelen voor het generieke deel. (…) Marktkwartier verbindt zich aan alle nu gevestigde bedrijven op het FCA beschreven in dit akkoord op de voorwaarden een aanbieding te doen voor hervestiging op basis van koop. (…) De erfpachtcanon op het nFCA bedraagt € 14,75 per jaar/m2 BVO. (…) Lopende erfpachtrechten (hoogte canon, looptijd, oppervlak) zullen verdisconteerd worden in de nieuw af te sluiten erfpachtcontracten. Dit houdt kort gezegd in dat indien een bedrijf op 1 januari 2013 als erfpachter (of opstaller) was gevestigd op het FCA en de bestemming van het recht van erfpacht gelijk blijft, de canon van het nieuw uit te geven erfpachtrecht wordt vastgesteld op een gewogen gemiddelde tussen de canon die is verschuldigd voor het oude erfpachtrecht en de canon voor het nieuwe erfpachtrecht. (…)”
(…) Q. (…) Deze overeenkomst beoogt geen wijzigingen aan te brengen in de onderlinge rechten en verplichtingen van Marktkwartier en de Gemeente op grond van de REOK,(…)
“(…) Het programma voor het nieuwe FCA dient minimaal 95.000 m2 bvo bedrijfsruimte te omvatten, exclusief parkeren. Een dergelijke omvang wordt voldoende geacht voor de huisvesting van de huidige buikbedrijven alsmede een groeibehoefte. (…)”
“(…) 3.1. Algemene Afspraken(…)MK is als concessionaris verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het Plangebied. Zij is de partij, die de Ondernemers een individuele Aanbieding doet voor hervestiging op het nieuwFCA overeenkomstig onderhavige Overeenkomst.(…)
e. De huidige Ondernemers (meetdatum 1 januari 2013), die ook lid zijn van de VH hebben bij voorrang recht op vestiging op het nieuwFCA met minimaal dezelfde bedrijfsomvang, mits de activiteiten vallen binnen de formule van het nieuwFCA. (…)(…)7.4. Het bestuur van VH heeft MK geadviseerd over de status van de Ondernemers en hun inschrijving. (…)(…)8.3 MK en VH zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor vaststelling en verfijning van voorlopige plaatsingsscenario’s waarin herhuisvesting van de Ondernemers in het nieuwFCA voorgesteld wordt. (…) MK neemt bij het doen van Aanbiedingen aan Ondernemers de door het OHT definitief vastgestelde Plaatsingsscenario’s in acht (…)”
“(…) Marktkwartier heeft goed nagedacht over de implicaties van één en ander, en zij is tot de conclusie gekomen dat een nieuwFCA er niet, althans niet binnen afzienbare tijd, gaat komen zolang zij met de VH verder gaat. De VH is een sta-in-de-weg geworden voor het nieuwFCA, in plaats van een wegbereider ervan.(…)Dat Marktkwartier de HLO en daarmee de samenwerking met de VH beëindigt, betekent overigens allerminst dat Marktkwartier wil terugkomen op wat zij met de individuele ondernemers inmiddels heeft afgesproken in de VIA’s. De VIA’s zijn voor Marktkwartier nog steeds bindend en leidend – met dien verstande dat zij nu met de ondernemers individueel in gesprek zal treden over de nog in te vullen onderdelen van de DIA, en daarbij niet langer gegijzeld zal zijn door de vereiste goedkeuring van de VH. (…)”
“(…) Nu Marktkwartier heeft besloten om de samenwerking met uw vereniging te beëindigen rest mij echter geen andere keuze dan het besluit van Marktkwartier te respecteren. De gemeente en Marktkwartier zullen de
“(…) De heer Van Dantzig volgt de ontwikkelaar slaafs in diens voornemens niet langer met het collectief in overleg te gaan. De ondernemers hebben herhaaldelijk bij de heer Van Dantzig gemeld dat Marktkwartier zich niet aan de afspraken houdt en hem gevraagd regie te nemen. De ondernemers zijn steeds door de heer Van Dantzig en zijn ambtenaren terugverwezen naar Marktkwartier. (…)De vereniging stelt dat de opzegging van Marktkwartier onrechtmatig is en dat derhalve de samenwerking en de Hoofdlijnenovereenkomst onverminderd van kracht zijn. De berichtgeving van de heer Van Dantzig is daarmee eenzijdig en onjuist. Wij geven u in overweging de raadsinformatiebrief per ommegaande in te trekken dan wel vergaand te nuanceren. (…)Voor nu vertrouwen wij erop om uw rectificatie per ommegaande te ontvangen en herhalen wij ons verzoek aan u om regie te nemen in de herstructurering van het Food Center Amsterdam en op korte termijn met elkaar rond de tafel te gaan. (…)”
“(…) Op grond van het voorgaande dient de mededeling van de heer Van Dantzig, dat hij de vereniging niet als gesprekspartner accepteert en niets wil veranderen aan de door de ontwikkelaar eenzijdig stopgezette samenwerking, dringend te worden heroverwogen. Ook bij de uitoefening van privaatrechtelijke taken is de gemeente gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Door eenzijdig en zonder hoor en wederhoor de ontwikkelaar te volgen in diens eenzijdige stopzetting van de samenwerking en onjuiste informatie, handelt de gemeente niet zoals van een zorgvuldige overheid mag worden verwacht. De gevolgen voor de ondernemers zijn enorm. Daarom verzoeken wij de gemeente te bevestigen dat zij:
“(…) Zoals u in uw brief van 8 oktober jl. terecht stelt, betreft het aan u gerichte schrijven van Marktkwartier van 4 oktober 2024 een eenzijdige opzegging van de met u gesloten Hoofdlijnenovereenkomst door Marktkwartier. De gemeente is daarbij zoals u weet geen partij, maar gezien de betekenis van deze stap van Marktkwartier voor de herstructurering van het Food Center, lag het wel op mijn weg om de gemeenteraad over dit juridische feit te informeren hetgeen ik bij mijn raadsinformatiebrief van 4 oktober 2024 heb gedaan. Ik zie geen enkele reden om daarop terug te komen. In reactie op uw brief van 18 oktober 2024 laat ik u nogmaals weten dat de contractueel vastgelegde samenwerking tussen de gemeente en Marktkwartier niet ter discussie staat. Dit betekent dat het aan Marktkwartier is om binnen de kaders van de REOK uitvoering te geven aan de herstructurering en tot overeenstemming te komen met de ondernemers. Gelet daarop zal de gemeente de afspraken aangaande de inhoud van de erfpacht- en opstalvoorwaarden conform de REOK blijven maken met Marktkwartier en zal Marktkwartier het resultaat van deze afspraken inbrengen in haar onderhandelingen met de ondernemers.(…)Zoals ik u in mijn brief van 4 oktober 2024 reeds liet weten, zullen de gemeente en Marktkwartier de herstructurering van het Plangebied (inclusief minimaal 95.000 m2 B.V.O. ten behoeve van Buikbedrijven en Servicebedrijven op het nieuwe Food Center) voortvarend ter hand blijven nemen. (…)”
“(…) De Vereniging Herstructurering FCA stelt dat sprake is van strijd met de Didam criteria zo lang geen sprake is van een integraal plaatsingsplan, dat door de ondernemers of de Vereniging als hun vertegenwoordiger is goedgekeurd. Met het eenzijdig ontvallen van de HLO door Marktkwartier ontvalt dan ook de mogelijkheid om de ondernemers uniek te verklaren. Zou nu conform de REOK één ondernemer worden aangewezen voor een kavel in fase 1, 2 of 3, dan handelt de gemeente daarmee onrechtmatig.(…)Middels deze sommatie verzoekt Vereniging [naam vereniging] de gemeente binnen 14 dagen te bevestigen, dat zij zal afzien van uitgifte van nieuw uit te geven percelen op gronden die onderdeel zijn van het huidige besloten bedrijventerrein en dat zij pas tot uitgifte zal worden overgaan nadat een integraal plaatsingsplan is vastgesteld, waarin minimaal alle zittende ondernemers die daarom verzoeken worden geherhuisvest op het Food Center Amsterdam. Tevens verzoeken wij de gemeente voor 31 december 2024 duidelijk te maken op welke wijze zij het integraal plaatsingsplan op zal stellen, op welke wijze zij beoogd de nieuw uit te geven percelen op het Food Center Amsterdam uit te geven en wie de beoogde erfpachters zullen zijn. (…)”
“(…) om, onder nog nader overeen te komen voorwaarden, over te gaan tot uitgifte in erfpacht van:
Het op Bijlage 1 met A aangegeven perceel grond aan Exploitatiemaatschappij Wheere B.V.;
Het op Bijlage 1 met B aangegeven perceel grond aan Marktkwartier C.V.”
“(…) De gemeente ziet geen gronden om mee te gaan in uw verzoeken c.q. sommaties. De gemeente zal niet afzien van uitgifte van nieuw uit te geven percelen en zal evenmin overgaan tot het vaststellen van een integraal plaatsingsplan. Er is geen regel die uitgifte zonder meer verbiedt of die tot een dergelijk plan verplicht.
“(…) Hiermee bevestig ik, namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, dat is besloten om ter zake van de voorgenomen transacties beschreven in Gemeenteblad 2025 nr. 104897 (…) geen nieuwe openbare selectieprocedure te organiseren, primair omdat met de aanbesteding van de REOK reeds een openbare procedure heeft plaatsgehad en subsidiair omdat aanwijzingen van Marktkwartier krachtens de contractuele aanwijsbevoegdheid van Marktkwartier onder de REOK uniciteit opleveren zoals medegedeeld bij
3.Het geschil in de hoofdzaak
- De REOK biedt geen grondslag voor de gronduitgifte aan Marktkwartier. Als dat wel zo zou zijn, dan zou de Gemeente zich op haar opschortingsrecht moeten beroepen vanwege het overschrijden van de mijlpaaldata.
- De Gemeente schendt de rechten van de ondernemers op het verdisconteren van lopende canon in hun nieuwe erfpachtrechten.
- De Gemeente schendt de afspraken welke Marktkwartier bevoegd met de ondernemers heeft gemaakt over de canon.
- De Gemeente handelt in strijd met de Didam-criteria.
- De Gemeente handelt in strijd met het Ambitiedocument.
- De Gemeente handelt in strijd met het vertrouwensbeginsel.
- Er is sprake van wezenlijke wijzigingen in de REOK, wat in strijd is met het aanbestedingsrecht.
- De Gemeente handelt in strijd met het bestemmingsplan.
- Het geheimhouden van de REOK is in strijd met het transparantiebeginsel.
- Er is zijdens de Gemeente sprake van een voornemen tot het begaan van een gekwalificeerde normschending.
- De Gemeente handelt in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel door te handelen in strijd met haar Beleidsregel selectieprocessen bij gronduitgifte voor gebiedsontwikkeling.
- Marktkwartier handelt in strijd met artikel 6.1 van het VIA door de grond zelf af te nemen. In dat artikel staat dat Marktkwartier zal bewerkstelligen dat de Gemeente aan de Ondernemer aanbiedt: het voortdurend recht van erfpacht van het perceel grond deel uitmakend van het nieuwe FCA, waarop de nieuwe bedrijfsruimte wordt gerealiseerd ingevolge de aanbieding.
- Marktkwartier handelt in strijd met artikel 13.3 van het VIA door individuele afspraken met de ondernemers te maken in plaats van met de Vereniging door te onderhandelen om te komen tot een door het Onderhandelingsteam goedgekeurde aanbieding voor hervestiging (DIA). In dat artikel staat dat het DIA in het Onderhandelingsteam wordt goedgekeurd, maar het onderhandelingsteam is niet meer actief sinds de opzegging van de HLO.
- Het bepaalde in artikel 12 van de HLO (verdisconteren lopende erfpachtcanon bij nieuwe uitgifte door de Gemeente) welk artikel van toepassing is verklaard in artikel 6.7 en 6.8 van de VIA, wordt niet nagekomen door Marktkwartier
- Het bepaalde in artikel 6.12 van het VIA (de Gemeente doet de aanbieding conform het als bijlage aangehechte concept en de daarin genoemde voorwaarden) wordt niet nagekomen door Marktkwartier.
4.Het geschil in het incident
In de Beleidsregels Selectieprocessen bij gronduitgifte voor Gebiedsontwikkeling Amsterdam 2023 is onder meer het volgende opgenomen over het toepassen van de uitzondering op de Didam-regels wegens vermeende uniciteit van een gegadigde:
“Gebruikmaken van de uitzondering moet ruim voorafgaand aan de start van precontractuele onderhandelingen of contractvorming (schriftelijk) gemotiveerd voorgelegd worden aan de directeur Grond &Ontwikkeling. Het Adviesteam Selectie Marktpartijen dat binnen Grond & Ontwikkeling (hierna: ASM) is in gesteld, levert schriftelijk advies aan de directeur over de voorgenomen uitzondering en de directeur neemt vervolgens een besluit. Bij twijfel of bij politieke/bestuurlijke gevoeligheid zal de voorgenomen uitzondering expliciet worden voorgelegd aan het College van B&W.Nu de Gemeente in de kennisgeving van 12 maart 2025 heeft aangekondigd Perceel B aan Marktkwartier te zullen uitgeven omdat de uitzondering op de Didam-regels van toepassing zou zijn, geldt op grond van de beleidsregels dat ruim voorafgaand aan de start van precontractuele onderhandelingen of contractvorming een schriftelijk advies van Het Adviesteam Selectie Marktpartijen aan de directeur Grond & Ontwikkeling moet zijn voorgelegd, en dat de directeur Grond & Ontwikkeling daarna zelf een besluit moet hebben genomen om de uitzondering toe te passen. De Vereniging c.s. hebben de Gemeente meermaals verzocht om het schriftelijk advies en het genomen schriftelijk besluit. De gemeente heeft het verzoek zonder nadere onderbouwing geweigerd. De Vereniging c.s. hebben recht op verstrekking van afschrift, althans inzage, althans uittreksel van de stukken op grond van artikel 195 lid 1 Rv jo. 194 lid 1 Rv en hebben belang bij verstrekking daarvan voorafgaand aan de mondelinge behandeling in dit kort geding, aldus de Vereniging c.s..
5.De beoordeling in het incident
6.De beoordeling in de hoofdzaak
6 juni 2012 (zie 2.8), die in het kader van de Europese aanbesteding is openbaar gemaakt. Tijdens de aanbestedingsprocedure, met publicatie op 23 juli 2012, is artikel 25.1 van de REOK vervolgens door de Gemeente aangepast. In plaats van dat gesproken wordt van erfpachtuitgifte door de Gemeente
“aan de opdrachtnemer dan wel aan de door de Opdrachtnemer aangewezen derde(n)”, wordt sinds die aanpassing gesproken van erfpachtuitgifte door de Gemeente aan
“de door de Opdrachtnemer aan te wijzen partij”(zie 2.9). De Vereniging c.s. leiden ten onrechte uit de aanpassing van die zinssnede af dat de mogelijkheid van de opdrachtnemer om zichzelf aan te wijzen daarmee uitgesloten zou zijn. Op basis van een objectieve uitleg, het lezen van de bewoordingen van de aanbestedingsstukken in het licht van de gehele tekst van die aanbestedingsstukken (uitleg conform de CAO-norm) moet immers worden vastgesteld dat evident is dat Marktkwartier zowel derden als zichzelf kan aanwijzen. Allereerst valt niet in te zien waarom een aan te wijzen
partijbeperkt zou zijn tot een derde. Uit de aanbestedingsstukken is bovendien duidelijk geweest dat de opdrachtnemer zichzelf zou mogen aanwijzen. De Gemeente heeft destijds expliciet benoemd dat die mogelijkheid niet is weggevallen. De Gemeente heeft namelijk, in een email van 26 juli 2012 met bijlage, gericht aan de geselecteerde potentiële inschrijvers een toelichting gestuurd over de op 23 juli 2012 in de REOK doorgevoerde wijzigingen, die ingegeven zijn door fiscale overwegingen. In die bijlage (die onderdeel uitmaakt van de aanbestedingsstukken) is toegelicht dat deze aanpassing van artikel 25.1 van de REOK niet uitsluit dat de winnaar van de aanbesteding zichzelf aanwijst als partij aan wie de Gemeente erfpachtrechten moet uitgeven. In die bijlage staat voor zover van belang:
“De aangewezen partij kan een gelieerde groepsmaatschappij zijn of een eindgebruiker. Het kan ook de Opdrachtnemer zelf zijn.”Derhalve kan Marktkwartier zichzelf dus ook onder de aangepaste versie van artikel 25.1 van de REOK – die uiteindelijk in de getekende versie van de REOK ongewijzigd is overgenomen (zie 2.11) – aanwijzen als partij aan wie de erfpacht moet worden uitgegeven.
6.9.10. Volgens de Vereniging c.s. is, in strijd is met het aanbestedingsrecht, sprake van wezenlijke wijzigingen in de REOK. Ook hierin worden zij niet gevolgd. Als gezegd kwalificeren de mijlpaaldata niet als hoofdverplichtingen, zodat wijziging van die data niet leidt tot een wezenlijke wijziging van de opdracht. Voor hun stelling dat onderdelen uit de bieding niet worden verwerkt onder meer op het gebied van duurzaamheid, hebben de Vereniging c.s. onvoldoende gesteld, althans hebben zij hun stelling dienaangaande, tegenover de gemotiveerde betwisting door de Gemeente, niet dan wel onvoldoende onderbouwd.
178,00