Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 oktober 2024 met producties 1 tot en met 4,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 10,
- het instructievonnis van 12 december 2024, waarin de mondelinge behandeling is bepaald.
- het bericht van [eiser] van 13 mei 2025 met productie 5,
- het bericht van [gedaagde] van 6 juni 2025.
2.De beoordeling
last-minutezijn afgezegd. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] voor deze uren moet betalen. Partijen hebben namelijk op 9 februari 2024 afgesproken dat [gedaagde] nog zorg zou krijgen tot en met 29 februari 2024. Verder heeft [gedaagde] de zorg te laat afgezegd. [gedaagde] beroept zich weliswaar op de zorgovereenkomst, waarin staat dat hij het recht heeft deze uren af te zeggen. Maar hierboven is al geoordeeld dat hijzelf een goedgekeurde zorgovereenkomst over deze periode heeft opgezegd en dat het voor zijn risico komt dat er vervolgens geen nieuwe goedgekeurde zorgovereenkomst meer is gekomen. Omdat er door toedoen van [gedaagde] geen overeenkomst was, kan hij zich ook niet op de afspraken uit die overeenkomst beroepen. Dat hij de zorg uiteindelijk niet heeft gekregen, komt dus voor zijn eigen risico. Dit gaat om een bedrag van € 3.100,00 (62 x € 50,00 per uur).