ECLI:NL:RBAMS:2025:5703

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 juli 2025
Publicatiedatum
4 augustus 2025
Zaaknummer
C/13/759423 / HA ZA 24-1243
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Schadevergoedingsuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dekking autoverzekering voor diefstal van een Lexus zonder geldig alarmsysteem certificaat

In deze zaak heeft eiseres een autoverzekering afgesloten bij Ansvar Verzekeringsmaatschappij N.V. voor haar Lexus, die in de nacht van 24 november 2023 werd gestolen. De centrale vraag is of Ansvar dekking moet verlenen voor de diefstal. De rechtbank oordeelt dat Ansvar dat niet hoeft te doen, omdat het alarmsysteem van de Lexus niet was voorzien van een geldig certificaat, zoals vereist in de polisvoorwaarden. Eiseres heeft aangevoerd dat zij niet op de hoogte was van deze vereiste, maar de rechtbank stelt vast dat het de verantwoordelijkheid van de verzekeringnemer is om zich te houden aan de voorwaarden van de verzekering. De rechtbank wijst de vorderingen van eiseres af en veroordeelt haar in de proceskosten van Ansvar, die zijn begroot op € 5.495,00. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/759423 / HA ZA 24-1243
Vonnis van 30 juli 2025
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. F.P.W. Kralt,
tegen
de naamloze vennootschap
ANSVAR VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
hierna te noemen: Ansvar,
advocaat: mr. D.A. Bates.

1.De zaak en de beslissing van de rechtbank in het kort

1.1.
[eiseres] heeft bij Ansvar een autoverzekering afgesloten ten behoeve van een Lexus. De Lexus is in de nacht van 24 november 2023 gestolen. De vraag die in deze zaak voorligt is of Ansvar onder de autoverzekering dekking moet verlenen aan [eiseres] voor de diefstal van de Lexus.
1.2.
De rechtbank komt in dit vonnis tot het oordeel dat Ansvar dat niet hoeft te doen. De reden daarvoor is dat het alarmsysteem van de Lexus niet was voorzien van een certificaat zoals bedoeld in de polisvoorwaarden. De door [eiseres] genoemde omstandigheden die volgens haar maken dat Ansvar toch dekking aan haar moet verlenen, leiden niet tot een ander oordeel.
1.3.
Dit vonnis is hierna als volgt opgebouwd. Na een weergave van het verloop van de procedure (hoofdstuk 2), de feiten (hoofdstuk 3) en het geschil (hoofdstuk 4) volgen de beoordeling door de rechtbank in hoofdstuk 5 en de beslissing van de rechtbank in hoofdstuk 6.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 31 oktober 2024, met producties 1 tot en met 14,
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 14,
- het tussenvonnis van 19 februari 2025 waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte overlegging producties van [eiseres] , met producties 15 tot en met 17,
- het verkort proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 18 juni 2025 en de daarin genoemde stukken,
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 18 juni 2025 die zich in het dossier bevinden.
2.2.
Daarna is bepaald dat vandaag een vonnis wordt uitgesproken.

3.De feiten

3.1.
Op 22 maart 2021 heeft [eiseres] ten behoeve van een Land Rover Range Rover met kenteken [kenteken 1] (hierna: de Range Rover) een autoverzekering afgesloten bij Ansvar. Deze autoverzekering is afgesloten via een gevolmachtigd agent van Ansvar, te weten Carmeleon en Dealerloket Autoverzekering (hierna: Carmeleon).
3.2.
Op het polisblad van voornoemde autoverzekering is onder meer vermeld dat de verzekering wettelijke aansprakelijkheid en “volledig casco” dekt en dat de vereiste alarmklasse categorie 4 is. Verder is op het polisblad vermeld dat de polisvoorwaarden
MRVW-2021-01 (hierna: de polisvoorwaarden 2021-01) van toepassing zijn.
3.3.
De polisvoorwaarden 2021-01 bepalen onder meer het volgende:

8. Heb ik voor deze verzekering een antidiefstalsysteem nodig?
Voor auto’s die bij de aanvang van de verzekering ouder dan 4 jaar zijn gelden geen alarmeisen tenzij dit anders overeengekomen is. Voor auto’s die bij aanvang van de verzekering jonger dan 4 jaar zijn gelden de onderstaande eisen.
Oorspronkelijke catalogusprijs
van de auto
Minimaal vereiste anti-diefstalsysteem voor auto’s jonger dan 4 jaar
(…)
(…)
Categorie 3
(€ 60.000 tot € 100.000)
Een VbV-SCM alarmsysteem met hellingshoekdetectie of
Een VbV-SCM alarmsysteem met hellingshoekdetectie in combinatie met een peilzender VLU7 van LoJack® Benelux of een MI9 peilzender van Moving Intelligence.
Categorie 4
(boven € 100.000)
Een VbV-SCM alarmsysteem met hellingshoekdetectie in combinatie met VbV-SCM voertuigvolgsysteem of
Een VbV-SCM alarmsysteem met hellingshoekdetectie in combinatie met een peilzender VLU7 van LoJack® Benelux of een MI9 peilzender van Moving Intelligence.
Nadrukkelijk is bepaald dat uw auto uiterlijk op de 10e werkdag na ingangsdatum van deze verzekering (inbouwperiode), dient te zijn voorzien van het vereiste anti-diefstalsysteem volgens de polisvoorwaarden. Let erop dat u tijdens de inbouwperiode van 10 werkdagen een eigen risico van € 2.000 heeft per gebeurtenis voor (poging tot) diefstal, joyriding
of braak aan uw auto. Als u na deze inbouwperiode niet het vereiste anti-diefstalsysteem heeft laten inbouwen is (poging tot) diefstal, joyriding of braak aan uw auto niet verzekerd.
Wij vergoeden ook geen schade als gevolg van (poging tot) diefstal, joyriding en inbraak op moment dat uw auto onbeheerd is achtergelaten zonder dat het voor uw auto vereiste antidiefstalsysteem was ingeschakeld of niet correct werkzaam was of niet voorzien van een geldig certificaat. Het vereiste alarm moet gedurende de periode dat de aanschafwaardegarantie van toepassing is maar met een minimale duur van 3 jaar, werkzaam zijn en voorzien van een geldig certificaat. Hiervoor gebruiken wij de indeling van
VbV c.q. SCM certificatie
3.4.
Op 26 maart 2021 heeft Carmeleon onder meer het volgende aan [eiseres] gemaild:
“Tijdens controle van uw polis is gebleken dat het voertuig (nog) niet is voorzien van het vereiste alarm comfort (…)
Wij vernemen graag wanneer het voertuig wordt voorzien van het vereiste alarm c.q. het vereiste alarm SCM-gecertificeerd word. Indien het voertuig niet is voorzien van het vereiste alarm komen diefstal gerelateerde schades niet in aanmerking voor vergoeding. In dit geval is klasse 3 niet aanwezig.
Categorie 4
(boven € 100.000)
Een VbV-SCM alarmsysteem met hellingshoekdetectie in combinatie met VbV-SCM voertuigvolgsysteem of
Een VbV-SCM alarmsysteem met hellingshoekdetectie in combinatie met een peilzender VLU7 van LoJack® Benelux of een MI9 peilzender van Moving Intelligence.”
3.5.
Op 5 april 2022 heeft (de echtgenoot van) [eiseres] voor een bedrag van € 78.805,00 een Lexus type RX 450h AWD Present Line met kenteken [kenteken 2] (hierna: de Lexus) gekocht.
3.6.
Daarna heeft [eiseres] Carmeleon verzocht het op de autoverzekering vermelde voertuig – de Range Rover – te wijzigen in de Lexus. Carmeleon heeft dat gedaan en dit per e-mail van 3 mei 2022 aan [eiseres] bevestigd.
3.7.
In de bijlagen bij voornoemde e-mail heeft Carmeleon onder meer een nieuw polisblad gevoegd. Dat polisblad vermeldt onder meer het volgende:
“Ingangsdatum 22-03-2021
Einddatum 22-03-2023
(…)
Uw verzekering
(…)
Uw verzekering WA Volledig Casco
(…)
Aanschafwaarde Uw aankoopnota
(…)
Vereiste alarmklasse Categorie C
(zie voor meer informatie de voorwaarden)”
3.8.
Carmeleon heeft in een e-mail van 21 februari 2023 onder meer aan [eiseres] laten weten dat de autoverzekering ten behoeve van de Lexus wordt verlengd tot en met 22 maart 2024 en dat de polisvoorwaarden zijn gewijzigd. Carmeleon heeft in deze e-mail geschreven dat in de daarbij gevoegde bijlagen onder meer de polisvoorwaarden MRVW 2022-11 (hierna: de polisvoorwaarden 2022-11) zijn gevoegd.
3.9.
De polisvoorwaarden 2022-11 bepalen onder meer het volgende:

10. Heb ik voor deze verzekering een antidiefstalsysteem nodig?
Voor (bestel) auto’s die bij de aanvang van de verzekering ouder dan 4 jaar zijn gelden in de regel geen alarmeisen tenzij dit anders overeengekomen is. Op het polisblad vermelden wij duidelijk welke categorie voor uw (bestel) auto van toepassing is. Als er gesproken wordt over een klasse 3,4 of TV01 alarm wordt een certificering van Kiwa-SCM vereist.
(…)
Categorie CKlasse 3 alarm of
Klasse 1 startonderbreker in combinatie met Klasse 4 voertuigvolgsysteem of
Klasse 1 startonderbreker in combinatie met een Klasse TV01 of LoJack terugvindsysteem
(…)
Nadrukkelijk is bepaald dat uw (bestel) auto uiterlijk op de 10e werkdag na ingangsdatum van deze verzekering (inbouwperiode), dient te zijn voorzien van het vereiste anti-diefstalsysteem volgens de polisvoorwaarden. Let erop dat u tijdens de inbouwperiode van 10 werkdagen een eigen risico van € 2.000 heeft per gebeurtenis voor (poging tot) diefstal,
joyriding of braak aan uw (bestel) auto. Als u na deze inbouwperiode niet het vereiste anti-diefstalsysteem heeft laten inbouwen is (poging tot) diefstal, joyriding of braak aan uw (bestel) auto niet verzekerd.
Wij vergoeden ook geen schade als gevolg van (poging tot) diefstal, joyriding en inbraak op moment dat uw (bestel) auto onbeheerd is achtergelaten zonder dat het voor uw (bestel) auto vereiste antidiefstalsysteem was ingeschakeld of niet correct werkzaam was of niet voorzien van een geldig certificaat. Het vereiste alarm moet gedurende de periode dat de aanschafwaardegarantie van toepassing is maar met een minimale duur van 3 jaar, werkzaam zijn en voorzien van een geldig certificaat. Hiervoor gebruiken wij de indeling van Kiwa SCM.”
3.10.
In de nacht van 24 november 2023 is de Lexus gestolen. [eiseres] heeft van de diefstal van de Lexus aangifte gedaan bij de politie en die gemeld bij Carmeleon. Vervolgens heeft Carmeleon Ansvar op de hoogte gebracht van de diefstal van de Lexus.
3.11.
In een e-mail van 15 december 2023 heeft Carmeleon aan [eiseres] laten weten dat de diefstal van de Lexus niet wordt gedekt onder de autoverzekering, omdat een geldig Kiwa-SCM certificaat ontbreekt.
3.12.
In een brief van 8 maart 2024 heeft (de advocaat van) [eiseres] Carmeleon gesommeerd tot betaling van € 79.500,00. Achter deze brief zijn drie bijlagen gevoegd. De derde bijlage bevat een e-mailbericht van 31 januari 2024 van de autodealer van de Lexus aan [eiseres] , waarin onder meer het volgende staat:
“Zoals daarnet telefonisch besproken is de RX450h standaard voorzien van “Alarmsysteem met startonderbreker, interieursensor en hellingshoeksensor” (…)
Dit betekent dat dit systeem technisch gelijk is aan een Klasse 3 alarm alleen nog niet SCM is gecertificeerd. Hiervoor dient een motorkapschakelaar geplaatst te worden en indien nodig gecertificeerd deze aan te vragen bij KIWA.”
3.13.
Vervolgens heeft [eiseres] Carmeleon in brieven van 26 maart 2024 en 10 april 2024 nogmaals gesommeerd tot betaling van € 79.500,00. In navolging daarop heeft (een schadespecialist van) Ansvar in e-mails van respectievelijk 2 en 23 april 2024 aan [eiseres] laten weten dat voornoemd bedrag niet zal worden betaald.

4.Het geschil

4.1.
[eiseres] vordert – samengevat – dat de rechtbank Ansvar bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeelt tot betaling van:
- € 78.805,00, vermeerderd met de wettelijke rente,
- € 1.899,70 aan buitengerechtelijke incassokosten,
- de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente,
- de nakosten.
4.2.
Ansvar voert verweer. Ansvar concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres] in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De vraag die voorligt is of Ansvar onder de autoverzekering dekking moet verlenen aan [eiseres] voor de diefstal van de Lexus. De rechtbank is van oordeel dat Ansvar dat niet hoeft te doen en legt hierna uit waarom.
5.2.
Ansvar weigert dekking te verlenen aan [eiseres] voor de diefstal van de Lexus, omdat het alarmsysteem van de Lexus niet was voorzien van een geldig certificaat in de zin van artikel 10 van de polisvoorwaarden 2022-11. Partijen zijn het oneens over de vraag of de polisvoorwaarden 2022-11 van toepassing zijn op de autoverzekering. Volgens [eiseres] is dat niet het geval. Zij heeft daartoe aangevoerd dat Ansvar de polisvoorwaarden 2022-11 nooit aan haar ter hand heeft gesteld. [eiseres] heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat zij alleen de polisvoorwaarden 2021-01 heeft ontvangen bij het afsluiten van de autoverzekering ten behoeve van de Range Rover en dat zij begreep dat die ook op de autoverzekering ten behoeve van de Lexus van toepassing zijn.
5.3.
Verder twisten partijen over de vraag of de in artikel 10 van de polisvoorwaarden 2022-11 een kernbeding is. [eiseres] meent van wel, omdat het hebben van een certificaat volgens haar gaat om de kern van de overeengekomen verplichtingen en om de vraag wanneer wel of geen dekking wordt verleend. Dit brengt volgens [eiseres] mee dat artikel 10 van de polisvoorwaarden 2022-11 expliciet had moeten zijn overeengekomen tussen partijen, maar is dat hier niet gebeurd, omdat Ansvar de polisvoorwaarden 2022-11 nooit aan haar ter hand heeft gesteld. Ansvar is het daar niet mee eens. Volgens Ansvar moet artikel 10 van de polisvoorwaarden 2022-11 worden aangemerkt als een preventieve garantieclausule, waarbij het recht op uitkering vervalt indien de in de clausule omschreven verplichtingen niet zijn nagekomen.
5.4.
Naar het oordeel van de rechtbank kan het antwoord op de vraag of de polisvoorwaarden 2021-01 of de polisvoorwaarden 2022-11 van toepassing zijn op de onderhavige autoverzekering, in het midden blijven. Hetzelfde geldt voor het antwoord op de vraag of artikel 10 van de polisvoorwaarden 2022-11 een kernbeding is. De rechtbank stelt voorop dat als uitgangspunt geldt dat het een verzekeraar vrijstaat om in de polisvoorwaarden de grenzen te omschrijven waarbinnen zij bereid is dekking te verlenen. [1] Hier geldt dat in beide door partijen genoemde sets polisvoorwaarden is bepaald dat schade als gevolg van diefstal niet vergoed wordt als het voor een auto vereiste alarmsysteem niet is voorzien van een geldig certificaat, waarbij op grond van artikel 8 van de polisvoorwaarden 2021-01 gebruik wordt gemaakt van de indeling van VbV c.q. SCM certificatie en op grond van artikel 10 van de polisvoorwaarden 2022-11 gebruik wordt gemaakt van de indeling van Kiwa SCM (zie hiervoor 3.3 en 3.9). Op het polisblad wordt expliciet aangegeven dat sprake is van voorwaarden voor het alarmsysteem, dus op de geldigheid van dergelijke voorwaarden had [eiseres] bedacht moeten zijn. Dat het alarmsysteem van de Lexus niet was voorzien van een geldig certificaat in de zin van één van voornoemde sets polisvoorwaarden, staat niet ter discussie. Dit brengt mee dat Ansvar in beginsel geen dekking hoeft te verlenen aan [eiseres] voor de diefstal van de Lexus.
5.5.
[eiseres] heeft nog naar voren gebracht dat zij na het aangaan van de autoverzekering ten behoeve van de Range Rover uitdrukkelijk – naar de rechtbank begrijpt, per e-mail van Carmeleon van 26 maart 2021 (zie hiervoor 3.4) – op de hoogte is gebracht van het voor dat voertuig geldende categorie 4 alarmsysteem en dat daarvoor een certificaat vereist was. Het had volgens [eiseres] op de weg van Ansvar gelegen haar er expliciet op te wijzen dat voor de Lexus een vereist klasse 3 alarmsysteem geldt en daarbij te vermelden welke vereisten voor dit systeem gelden alsook wat de gevolgen zijn bij het niet voldoen aan deze vereisten. Omdat Ansvar dat niet heeft gedaan, mag zij volgens [eiseres] niet weigeren dekking te verlenen voor de diefstal van de Lexus.
5.6.
De rechtbank volgt [eiseres] daarin niet. Het enkele feit dat zij na het afsluiten van de autoverzekering ten behoeve van de Range Rover uitdrukkelijk op de hoogte is gebracht van het voor dat voertuig vereiste alarmsysteem en dat daarvoor een certificaat vereist was, brengt niet zonder meer mee dat Ansvar dat ook moest doen in verband met de autoverzekering ten behoeve van de Lexus. Daarbij komt dat de advocaat van Ansvar tijdens de mondelinge behandeling heeft toegelicht dat het geen standaard werkwijze van haar of haar gevolmachtigd agenten is dat bij alle verzekeringen een (extra) waarschuwing aan verzekeringnemers wordt gegeven dat hun auto’s over een gecertificeerd alarmsysteem moeten beschikken. Tegen deze achtergrond heeft [eiseres] onvoldoende duidelijk gemaakt waarom Ansvar haar er expliciet op had moeten wijzen dat voor de Lexus een vereist klasse 3 alarmsysteem geldt en daarbij had moeten vermelden welke vereisten voor dit systeem gelden alsook wat de gevolgen zijn bij het niet voldoen aan deze vereisten.
5.7.
[eiseres] heeft verder aangevoerd dat aan de zijde van Ansvar een materieel belang ontbreekt om in dit geval dekking onder de autoverzekering te weigeren. Volgens haar beschikte de Lexus bij het afsluiten van de autoverzekering en daarna over een werkend alarmsysteem dat voldeed aan de door Ansvar daaraan gestelde eisen, zodat het enkel ontbreken van een certificaat niet in de weg mag staan aan dekking onder de autoverzekering.
5.8.
Ook daarin volgt de rechtbank [eiseres] niet. Ansvar heeft toegelicht dat het belang bij certificering van de alarmsystemen van de bij haar verzekerde auto’s erin is gelegen om discussies achteraf over de kwaliteit van die alarmsystemen te voorkomen en om zeker te stellen dat die alarmsystemen ook onderhouden worden. Naar het oordeel van de rechtbank levert dat op zichzelf een materieel belang aan de zijde van Ansvar op om dekking onder de autoverzekering te weigeren op de grond dat een geldig certificaat ontbreekt.
5.9.
Voor zover [eiseres] bedoelt te betogen dat het alarmsysteem van de Lexus gelijk te stellen is met een gecertificeerd alarmsysteem en dat de gestelde eis naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, wordt zij daarin niet gevolgd. Ansvar heeft aan de hand van de e-mail van 31 januari 2024 van de autodealer van [eiseres] (zie hiervoor 3.12) namelijk voldoende toegelicht dat nog een motorkapschakelaar geplaatst moest worden, voordat het alarmsysteem gecertificeerd kon worden. De door [eiseres] in dit verband nog genoemde omstandigheden dat i) de Lexus over een af-fabriek alarmsysteem beschikte en ii) bij een controle van de Lexus – toen 15.000 kilometer op de teller stond – is vastgesteld dat het alarmsysteem naar behoren functioneerde, leiden niet tot een ander oordeel. Hetzelfde geldt voor de door [eiseres] in dit verband ingebrachte verklaringen van derden over het functioneren van het alarmsysteem van de Lexus in de zomer van 2023.
5.10.
Al het voorgaande leidt tot de conclusie dat Ansvar geen dekking hoeft te verlenen onder de autoverzekering aan [eiseres] voor de diefstal van de Lexus. Dit betekent dat de vorderingen van [eiseres] moeten worden afgewezen.
De proceskosten en de daarover gevorderde wettelijke rente
5.11.
[eiseres] krijgt dus ongelijk en moet daarom de proceskosten van Ansvar betalen. De proceskosten van Ansvar worden begroot op:
- griffierecht: € 2.889,00
- salaris advocaat: € 2.428,00 (2,0 punten x tarief IV: € 1.214,00)
- nakosten:
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
- totaal: € 5.495,00
5.12.
Ansvar heeft over de proceskostenveroordeling wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) gevorderd. [eiseres] heeft daar geen verweer tegen gevoerd. De door Ansvar over de proceskostenveroordeling gevorderde wettelijke rente wordt daarom toegewezen zoals hierna in de beslissing is vermeld.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
5.13.
De veroordelingen worden uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de veroordelingen ook moeten worden uitgevoerd als tegen dit vonnis hoger beroep wordt ingesteld en zolang daarop niet anders is beslist.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen af,
6.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van Ansvar, begroot op € 5.495,00, te betalen binnen veertien na heden. Als [eiseres] niet tijdig aan de proceskostenveroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [eiseres] € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
6.3.
veroordeelt [eiseres] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na heden zijn voldaan.
6.4.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J.H. van Meegen, rechter, bijgestaan door mr. L.J.P.C. Silven, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2025.

Voetnoten

1.Hoge Raad 9 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AV9435.