Op 23 januari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Duitsland op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd door het Amtsgericht Mönchengladbach op 11 oktober 2024, betreft de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die verdacht wordt van illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 9 januari 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. M. al Mansouri, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. E.G.S. Roethof.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft en dat er voldoende garanties zijn dat hij, in geval van veroordeling in Duitsland, zijn straf in Nederland kan ondergaan. De verdediging voerde aan dat er geen garanties zijn voor de mensenrechten van de opgeëiste persoon in Duitse detentie-instellingen, maar de rechtbank oordeelde dat er geen objectieve gegevens zijn die duiden op een algemeen reëel gevaar van schending van grondrechten. Het verweer van de raadsman werd verworpen, evenals het onschuldverweer, aangezien de Overleveringswet (OLW) dit niet toestaat.
Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft daarom de overlevering toegestaan, waarmee de opgeëiste persoon aan de Duitse autoriteiten kan worden overgedragen voor de strafbare feiten zoals omschreven in het EAB.