Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid
mishandeling gepleegd met voorbedachten rade;
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
opzettelijk onderscheidingstekens dragen of een daad verrichten behorende tot een ambt dat hij niet bekleedt of waarin hij geschorst is;
opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
6.Artikel 11 OLW; detentieomstandigheden
3.Sanitaire en hygiëne omstandighedenAls algemene regel, voorziet de Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden in algemene rechten en plichten voor gedetineerden, o.a. het recht op dagelijkse persoonlijke hygiëne, het recht op toegang tot gezondheidszorg en -bescherming evenredig aan dewelke wordt voorzien buiten de gevangenismuren. In dit verband, is een penitentiaire gezondheidsraad opgericht bij wet die adviseert bij het verbeteren van de kwaliteit de gezondheidszorg binnen de gevangenismuren. De medische zorg binnen de gevangenismuren is van gelijke kwaliteit als de medische zorg die wordt verstrekt buiten de gevangenismuren."
Vasilescu t. België(verzoekschrift nr. 64682/12, arrest van 25 november 2014, definitief op 20 april 2015) (hierna: de Tussenkomst). [6]
Het gebeurt al te vaak dat activiteiten buiten de cel niet kunnen plaatsvinden wegens een tekort aan personeel. In de gevangenis in Gent bijvoorbeeld moest een groot deel van de sport-, culturele en educatieve activiteiten die de Vlaamse Gemeenschap organiseert, worden geannuleerd als gevolg van de onderbezetting.” [13]
7.Beslissing
SCHORSThet onderzoek voor onbepaalde tijd , om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de onder 6. door de rechtbank geformuleerde vragen te stellen aan de Belgische autoriteiten;
[opgeëiste persoon]tegen een nader te bepalen dag en tijdstip met tijdige kennisgeving daarvan aan zijn advocaat.