Uitspraak
1.De procedure
2.De beoordeling
Wel dient eiseres in het vervolg hierover in de dagvaarding voldoende te stellen.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 17 januari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen GVB Exploitatie B.V. en een consument die niet is verschenen. De eiseres, GVB Exploitatie B.V., heeft een vordering ingesteld voor betaling van onbetaalde abonnements- en reiskosten die voortvloeien uit een overeenkomst voor het gebruik van het openbaar vervoer. De kantonrechter heeft ambtshalve onderzocht of eiseres haar informatieplichten heeft nageleefd, gezien de consument de status van gedaagde heeft. De overeenkomst is gekwalificeerd als een combinatie van een vervoersovereenkomst en een abonnementsovereenkomst, waarbij de kosten achteraf worden gefactureerd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de online bestelprocedure van eiseres niet is gewijzigd tussen 2022 en 2024, maar dat de schermafdrukken die zijn overgelegd ter onderbouwing van de informatieplichten dateren uit 2022, terwijl de overeenkomst in 2023 is gesloten. Dit heeft geleid tot de conclusie dat eiseres in de toekomst schermafdrukken uit het jaar van de overeenkomst moet overleggen. De rechter heeft ook geconstateerd dat de informatie over het ontbindingsrecht niet op de juiste wijze aan de gedaagde is verstrekt, wat resulteert in een sanctie van 25% op de betalingsverplichting van de gedaagde.
De uiteindelijke beslissing van de kantonrechter was dat de gedaagde € 251,57 moest betalen, vermeerderd met wettelijke rente, en dat de gedaagde ook de proceskosten van € 344,54 moest vergoeden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.