Uitspraak
RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 11410115 \ CV EXPL 24-14799
Vonnis van 16 mei 2025
in de zaak van
AXUS NEDERLAND N.V. (onder andere h.o.d.n. LeasePlan en Ayvens),
gevestigd te Hoofddorp,
eisende partij,
hierna te noemen: Axus,
gemachtigde: mr. D.E. Burger,
tegen
[gedaagde] (h.o.d.n. [handelsnaam] ),
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.
1.De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 29 oktober 2024, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het instructievonnis van 3 januari 2025,
- de dagbepaling van de mondelinge behandeling,
- de akte aanvullende producties van Axus.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 april 2025. Namens Axus is de heer [naam] (beheerder bijzonder beheer) verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. [gedaagde] is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
1.3.
Axus is gehoord en heeft vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken. Ten slotte is bepaald dat vonnis zal worden gewezen.
2.De kern
2.1.
[gedaagde] heeft vanaf 13 maart 2023 zakelijk een Kia Stonic (hierna: de auto) geleased van Axus. Dat deed [gedaagde] op basis van een mantelovereenkomst en een aparte leaseovereenkomst met Axus voor de duur van 60-62 maanden. Er is een betaalachterstand ontstaan. Axus heeft de leaseovereenkomst daarom per 18 oktober 2023 beëindigd. De auto is op 1 november 2023 ingenomen.
2.2.
Axus vordert in deze procedure dat [gedaagde] € 8.266,72 aan haar betaalt, vermeerderd met rente. Daarnaast vordert Axus dat [gedaagde] de buitengerechtelijke incassokosten en de kosten van deze procedure betaalt. Het beroep van [gedaagde] op de reflexwerking van het consumentenrecht slaagt niet. De kantonrechter zal de vordering gedeeltelijk toewijzen.
3.De beoordeling
[gedaagde] moet 6.295,53 aan Axus betalen
3.1.
Axus vordert betaling van € 8.266,72. De kantonrechter begrijpt – uit de toelichting die Axus tijdens de zitting heeft gegeven – dat de vordering van Axus als volgt is opgebouwd:
factuur [nummer 1] € 542,55
o lease oktober 2023 € 448,39
o btw 21% € 94,16
factuur [nummer 2] € 539,32
o lease november 2023 € 445,72
o btw 21% € 93,60
factuur [nummer 3] € 439,21
o prijswijziging - € 4,27
o boete 7 km/u te hard rijden € 93,00
o administratiekosten € 12,50
o boete 10 km/u te hard tijden € 132,00
o administratiekosten € 12,50
o boete 11 km/u te hard rijden € 174,00
o administratiekosten € 12,50
o btw 21% € 6,98
factuur [nummer 4] € 539,32
o lease december 2023 € 445,72
o btw 21% € 93,60
factuur [nummer 5] € 351,29
o parkeerboete € 79,54
o boete 11 km/u te hard rijden € 174,00
o administratiekosten € 12,50
o boete 5 km/u te hard rijden € 67,50
o administratiekosten € 12,50
o btw € 5,25
factuur [nummer 6] € 5.758,90
o 12 leasetermijnen (€ 727,71 per maand) € 8.723,52
o ontvangen betalingen - € 3.408,08
o inname auto - € 876,58
o eigen risico schade bij inname € 150,00
o vermissing/verontreiniging/schade € 90,00
o boete 8 km/u te hard rijden € 103,50
o administratiekosten € 12,50
o btw 21% € 955,48
factuur [nummer 7] € 96,13
o boete 6 km/u te hard rijden € 81,00
o administratiekosten € 12,50
o btw € 2,63
-------------------- +
totaal € 8.266,72
De kantonrechter zal de vordering van Axus toewijzen, behoudens de leasetermijnen van oktober, november en december 2023. Ook zal de kantonrechter een betaling van € 350,- door [gedaagde] op de vordering in mindering brengen. Dat betekent dat de kantonrechter een bedrag van € 6.295,53 zal toewijzen. Dat wordt als volgt toegelicht.
Twaalf leasetermijnen
3.2.
Uit de stukken blijkt dat de leaseovereenkomst is ingegaan op 13 maart 2023 en op 18 oktober 2023 is beëindigd. De auto is op 1 november 2023 ingeleverd. Dat betekent dat de leaseovereenkomst ongeveer 7 maanden heeft geduurd en dat [gedaagde] de auto ongeveer 7,5 maanden onder zich heeft gehad. Daarnaast blijkt uit de leaseovereenkomst dat Axus en [gedaagde] een leaseprijs van € 448,39 (ex. btw) per maand zijn overeengekomen.
3.3.
Axus vordert echter dat [gedaagde] 12 leasetermijnen van € 727,71 (ex. btw) betaalt. Axus stelt daartoe dat zij, op grond van artikel 5 lid 6 van de algemene voorwaarden, in verband met de vroegtijdige beëindiging van de leaseovereenkomst recht heeft op betaling van 12 herberekende leasetermijnen.
3.4.
In artikel 5 van de algemene voorwaarden is, onder meer, het volgende opgenomen:
“
6. Voor beëindigingen binnen de eerste 12 maanden, brengen wij standaard 12 maanden in rekening op basis van het 12-14 maanden Leasetarief en de werkelijke kilometerstand. Wij verrekenen dit met de reeds betaalde Leasetarieven.”
6. Voor beëindigingen binnen de eerste 12 maanden, brengen wij standaard 12 maanden in rekening op basis van het 12-14 maanden Leasetarief en de werkelijke kilometerstand. Wij verrekenen dit met de reeds betaalde Leasetarieven.”
3.5.
Uit de matrix die Axus bij akte heeft overgelegd blijkt dat het herberekende leasetarief (gebaseerd op het aantal gereden kilometers en een looptijd van 12-14 maanden) € 727,71 bedraagt. Over een periode van 12 maanden leidt dat tot een bedrag van
€ 8.732,52. [gedaagde] – die niet aanwezig was op de zitting – heeft de herberekening niet weersproken, zodat de vordering in beginsel toewijsbaar is.
Leasetermijnen oktober, november en december 2023
3.6.
Daarnaast vordert Axus dat [gedaagde] de leasetermijnen van oktober, november en december 2023 van € 448,39 (ex. btw) respectievelijk € 445,72 (ex btw) betaalt. Uit de matrix blijkt uit het kopje ‘reeds betaald tm einddatum’ dat [gedaagde] € 3.408,08 aan Axus heeft betaald. Dat staat gelijk aan 7,6 x het overeengekomen leasetarief en dus aan alle leasetermijnen gedurende de looptijd van de leaseovereenkomst (midden maart t/m oktober 2023). Daaruit kan worden opgemaakt dat [gedaagde] de leasetermijn van oktober 2023 al betaald heeft.
3.7.
Axus heeft niet toegelicht waarom [gedaagde] de leasetermijnen van november en december 2023 nog moet betalen. De leaseovereenkomst is per 18 oktober 2023 respectievelijk 1 november 2023 geëindigd, waardoor Axus over de periode daarna de leasetermijnen niet verschuldigd was. Daarnaast zou betaling van zowel de (oude) leasetermijnen van november en december 2023 als de herberekende leasetermijnen over 12 maanden leiden tot een dubbeltelling. De kantonrechter zal de gevorderde leasetermijnen over oktober, november en december 2023 daarom afwijzen.
Overige kosten
3.8.
De boetes, schades en het eigen risico heeft [gedaagde] niet weersproken, zodat de kantonrechter uit zal gaan van de juistheid van die bedragen.
3.9.
Axus heeft de betalingen tijdens de looptijd van de leaseovereenkomst (€ 3.408,08) op haar vordering in mindering gebracht. Uit de stukken blijkt ook dat [gedaagde] na beëindiging van de overeenkomst op basis van een (mislukte) betalingsregeling nog € 350,- aan Axus heeft betaald. De betaling na beëindiging heeft Axus in de dagvaarding op haar vordering in mindering gebracht. De kantonrechter zal de € 350,- daarom op de vordering in mindering brengen, zodat een bedrag van € 6.295,53 overblijft. Dat bedrag zal worden toegewezen.
Niet onredelijk bezwarend
3.10.
[gedaagde] stelt dat de vordering van Axus disproportioneel is omdat hij minder dan een jaar gebruik heeft gemaakt van de auto en omdat hij als kleine ondernemer vergelijkbaar is met een consument. De kantonrechter begrijpt daaruit dat [gedaagde] bedoelt dat artikel 5 lid 6 van de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is en hij een beroep doet op de reflexwerking van de (zwarte/grijze) lijsten. [1] De kantonrechter is van oordeel dat het beding niet onredelijk bezwarend is. Dat wordt als volgt toegelicht.
3.11.
Uit de wet volgt dat een beding in de algemene voorwaarden vernietigbaar is als het beding, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden tot stand zijn gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijke bezwarend is voor de wederpartij. [2] Als een beding genoemd wordt op de zwarte of de grijze lijst, dan is dat beding (vermoedelijk) onredelijk bezwarend.
3.12.
Hoewel de zwarte en de grijze lijst betrekking hebben op overeenkomsten met consumenten, kan ook indien de wederpartij geen consument is, bij de beoordeling of dit beding voor die wederpartij onredelijk bezwarend is van belang zijn dat een beding in de algemene voorwaarden voorkomt op een van deze lijsten. Uit de wetsgeschiedenis blijkt namelijk dat als de wederpartij weliswaar geen consument is, maar haar positie grote gelijkenis vertoont met die van een consument, de omstandigheid dat het beding voorkomt op de zwarte of de grijze lijst kan worden betrokken bij de beoordeling of het beding voor die wederpartij onredelijk bezwarend is. Volgens de Hoge Raad kan daar sprake van zijn als de gesloten overeenkomst geen betrekking had op de eigenlijke activiteiten van het bedrijf. [3]
3.13.
Het is aan [gedaagde] om relevante omstandigheden te stellen (en zo nodig te bewijzen) die erop wijzen dat het beding onredelijke bezwarend is en dat sprake is van reflexwerking. [4]
De enkele stelling van [gedaagde] dat de kosten disproportioneel zijn omdat hij een eenmanszaak heeft en hij de auto minder dan één jaar gebruikt heeft, is naar het oordeel van de kantonrechter niet voldoende om vast te stellen dat sprake is van een onredelijk bezwarend beding.
3.14.
De overeenkomst was aangegaan voor vijf jaar en doordat [gedaagde] niet is nagekomen is deze vroegtijdig beëindigd. De afspraak dat in verband daarmee een bedrag in rekening wordt gebracht is op zichzelf niet onevenwichtig. Bijzondere omstandigheden die het bedrag onredelijk bezwarend maken zijn niet gesteld.
3.15.
[gedaagde] heeft de auto bovendien geleased op naam van zijn bedrijf en hij heeft erkend dat hij de auto zakelijk gebruikte. Niet gesteld of gebleken is dat het beroepsmatige gebruik van de auto verwaarloosbaar is ten opzichte van het privégebruik. Weliswaar is sprake van een klein bedrijf, namelijk een eenmanszaak, maar dat maakt niet dat het vanzelfsprekend is dat [gedaagde] als consument aangemerkt moet worden. De kantonrechter houdt het beding daarom in stand.
Redelijkheid en billijkheid
3.16.
Voor zover [gedaagde] daarnaast heeft bedoeld aan te voeren dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Axus hem houdt aan het beding, heeft hij dat onvoldoende onderbouwd. [5]
[gedaagde] moet € 689,78 aan incassokosten betalen
3.17.
Axus vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is van toepassing. Axus heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Axus heeft daarom recht op een vergoeding voor de kosten van die werkzaamheden. Axus vordert € 890,01 aan buitengerechtelijke kosten. Dat bedrag is hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom zal een bedrag van
€ 689,78 worden toegewezen.
Wettelijke (handels)rente
3.18.
Axus vordert de wettelijke handelsrente over de facturen. Over de buitengerechtelijke incassokosten vordert Axus de wettelijke rente. De wettelijke handelsrente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW heeft uitsluitend betrekking op verplichtingen tot betaling uit handelsovereenkomst. [6] Een verplichting tot vergoeding van schade kan daartoe niet worden gerekend.
3.19.
De leasetermijnen, het eigen risico en de administratiekosten over de boetes zijn verplichtingen tot betaling uit de handelsovereenkomst. Daarover zal de wettelijke handelsrente worden toegewezen vanaf de vervaldatum van de facturen. De boetes, schade aan de auto bij inname en de buitengerechtelijke kosten moeten echter worden aangemerkt als vermogensschade. Over die bedragen zal de wettelijke rente worden toegewezen. De wettelijke rente over de verkeersboetes en de schade aan de auto bij inname wordt toegewezen vanaf de vervaldatum van de factuur. Aangezien Axus niet heeft gesteld op welke datum zij de buitengerechtelijke kosten heeft betaald, wordt de wettelijke rente daarover toegewezen vanaf het moment van dagvaarding.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
3.20.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De kantonrechter ziet aanleiding om de toe te wijzen proceskosten met één punt te matigen, omdat de door Axus uitgebrachte inleidende dagvaarding dermate summier is dat zij niet voldoet aan de eisen van artikel 111 lid 3 Rv. De proceskosten van Axus worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
€
112,37
- griffierecht
€
524,00
- salaris gemachtigde
€
339,00
(1 punt × € 339,00)
- nakosten
€
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
€
1.110,37
3.21.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
4.De beslissing
De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Axus te betalen:
a. € 6.295,53 aan leasetermijnen, eigen risico, schade, boetes en administratiekosten,
b. € 689,78 aan buitengerechtelijke incassokosten,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over de leasetermijnen en het eigen risico vanaf 14 dagen na de aanvang van de dag, volgend op die waarop [gedaagde] de facturen heeft ontvangen, tot de dag van volledige betaling,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de schade en de boetes vanaf 14 dagen na de aanvang van de dag, volgend op die waarop [gedaagde] de factuur heeft ontvangen, tot de dag van volledige betaling,
4.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de buitengerechtelijke incassokosten vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van volledige betaling,
4.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.110,37, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening, te betalen binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis,
4.6.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
4.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. Inden, kantonrechter, ,kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier op 16 mei 2025.
64183