ECLI:NL:RBAMS:2025:2868

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 april 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
13/348077-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van onderzoekswensen in de Sky ECC-zaak door de Rechtbank Amsterdam

Op 18 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte in de Sky ECC-zaak. De rechtbank heeft de onderzoekswensen van de verdediging afgewezen, die onder andere vroegen om het horen van zaaksoverstijgende getuigen en kennisname van zaaksoverstijgende stukken. De verdediging had deze verzoeken ingediend ter ondersteuning van hun verweren met betrekking tot de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie en bewijsuitsluiting. De rechtbank oordeelde dat de onderzoekswensen niet noodzakelijk waren, aangezien er geen concrete aanwijzingen waren dat het Franse onderzoek niet volgens de geldende regels was uitgevoerd. De rechtbank verwees naar een arrest van de Hoge Raad van 13 juni 2023, waarin het interstatelijk vertrouwensbeginsel werd bevestigd. De rechtbank stelde vast dat de verzoeken van de verdediging onvoldoende onderbouwd waren en dat het horen van getuigen in het kader van de witwasverdenking ook niet noodzakelijk was. De beslissing om alle ingediende onderzoekswensen af te wijzen werd op dezelfde dag per e-mail aan de raadsman meegedeeld, en de schriftelijke weergave van deze beslissing werd aan het proces-verbaal van de zitting van 25 maart 2025 gehecht.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAMAfdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/348077-24
Beslissing van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, op de onderzoekswensen van de verdediging
in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats] ,
inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen:
[BRP-adres] ,
nu gedetineerd in de [detentieplaats] .
Raadsman: mr. R.D.A. van Boom.

1.Inleiding

Voorafgaand aan de regiezitting van 25 maart 2025 heeft de raadsman op 19 maart 2025 per e-mail onderzoekswensen ingediend (
bijlage I). De officier van justitie heeft zich diezelfde dag per e-mail op het standpunt gesteld dat de onderzoekswensen dienen te worden afgewezen.

2.Onderzoekswensen van de verdediging

2.1.
Het horen van zaaksoverstijgende getuigen
De raadsman heeft ter onderbouwing van de door hem te voeren verweren die zien op de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie en bewijsuitsluiting, verzocht om de volgende getuigen te horen die – kort gezegd – betrokken zijn (geweest) in het opsporingsonderzoek naar SkyECC:
[naam 1], (als (
feitelijk) leider) betrokken bij het opsporingsonderzoek naar ‘Sky ECC’ aan Franse zijde;
[naam 2], feitelijk betrokken bij het opsporingsonderzoek naar ‘Sky ECC’ aan Belgische zijde;
LAP0814, officier van justitie en (
formeel) leider van het opsporingsonderzoek naar ‘Sky ECC’ aan Nederlandse zijde;
R824, als (verbaliserend) opsporingsambtenaar
feitelijkbetrokken bij het opsporingsonderzoek naar ‘Sky ECC’ aan Nederlandse zijde;
351348, die vanuit Europol betrokken is geweest bij de operatie rondom ‘Sky ECC’ en
[naam 3], die vanuit Eurojust betrokken is geweest bij de operatie rondom ‘Sky ECC’.
2.2.
Kennisname door verstrekking van zaaksoverstijgende stukken
De raadsman heeft ter onderbouwing van de door hem te voeren verweren die zien op de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie en bewijsuitsluiting, eveneens verzocht om verstrekking ter kennisname van de volgende stukken:
het Franse onderzoeksdossier van het onderzoek “SkyEncrochat”;
het Nederlandse onderzoeksdossier van de onderzoeken Werl, Yucca en Argus;
de verslaglegging van mondelinge en schriftelijke communicatie/uitgewisselde (proces)stukken tussen Nederland en Frankrijk en alle overige EU-landen;
de notificaties in de zin van bijlage C uit Richtlijn 2014/41 vanuit Frankrijk;
de volledige ruwe SkyECC-(bron)dataset;
Franse processen-verbaal die de digitale
chain of custodyc.q. de integriteit van de digitale data zouden moeten hebben verzekeren;
een nader op te maken proces-verbaal ten aanzien van de mate van onvolledigheid van de SkyECC-data van accounts in de onderhavige strafzaak.
2.3.
Het horen van de gebruikers van de geïdentificeerde tegenaccounts
De raadsman heeft verzocht om de volgende (geïdentificeerde) gebruikers van tegenaccounts van de door het Openbaar Ministerie aan de verdachte toegeschreven SkyECC-accounts te horen. Te weten: [account 1], [account 2]. [account 3] (naar de rechtbank begrijpt [account 3]), [account 4], [account 5], [account 6], [account 7], [account 8] (naar de rechtbank begrijpt [account 8]), [account 9], [account 10], [account 11] (naar de rechtbank begrijpt [account 11]), [account 12], [account 13], [account 14], [account 15]; [account 16], [account 17], [account 18], [account 19], [account 20], [account 21], [account 22], [account 23]. De verdediging wenst hen te horen ten behoeve van de beoordeling van de betrouwbaarheid en redengevendheid van het bewijs.
2.4.
Het horen van getuigen in het kader van de witwasverdenking
Teneinde de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de veronderstelde kosten van de verbouwing van de woning van verdachte te kunnen onderzoeken dan wel betwisten wenst de raadsman te horen:
tactisch opsporingsambtenaar 050542;
de medewerker van het bouwbedrijf die de offerte heeft opgesteld;
de medewerker van afdeling calculatie van [bedrijf];
Daarnaast wenst de raadsman tactisch opsporingsambtenaar 05S076 te horen zodat hij onderzoek kan doen naar de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de geschatte aanschafwaarde en het aanschaftijdstip van de in het dossier genoemde schoenen en tassen.

3.Oordeel van de rechtbank

3.1.
Oordeel over de zaaksoverstijgende onderzoekswensen
De rechtbank stelt voorop dat deze door de raadsman ingediende onderzoekswensen dezelfde zijn als die in eerdere zaken zijn ingediend en dat deze onderzoekswensen in die zaken door de rechtbank gemotiveerd zijn afgewezen. Daartoe is onder meer overwogen dat nu niet is gebleken dat in Frankrijk (onherroepelijk) is komen vast te staan dat het Franse onderzoek niet overeenkomstig de daarvoor geldende regels is verricht, noch blijkt van concrete aanwijzingen voor de onbetrouwbaarheid van de resultaten van dat onderzoek, het ervoor dient te worden gehouden dat de onderzoekresultaten rechtmatig verkregen en betrouwbaar zijn. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar een arrest van de Hoge Raad van 13 juni 2023 [1] .
Ter zitting heeft de raadsman zijn verzoeken in deze zaken nader toegelicht. Het door de raadsman ter zitting aangevoerde komt er in de kern op neer dat voornoemd arrest van de Hoge Raad van 13 juni 2023 onbegrijpelijk is in het licht van Europese wetgeving en rechtspraak. In zijn visie concludeert de Hoge Raad ten onrechte dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is en daarmee de betrouwbaarheid van het bewijs verondersteld mag worden.
De rechtbank overweegt dat het debat over de vraag of het arrest van de Hoge Raad ruimte laat voor een ander oordeel, tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak kan worden gevoerd. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de door de verdediging geformuleerde onderzoekswensen voor het voeren van dat debat niet noodzakelijk. In dit stadium van de procedure gaat de rechtbank uit van hetgeen de Hoge Raad in zijn arrest en de lagere rechtspraak daaropvolgend tot heden hebben geoordeeld op deze onderzoekswensen van de raadsman. Op grond daarvan is de noodzakelijkheid van het door de raadsman gewenste onderzoek niet gebleken. De onderzoekswensen genoemd onder 2.1 en 2.2 worden dan ook afgewezen.
3.2.
Oordeel over het horen van de gebruikers van de genoemde tegenaccounts
De rechtbank overweegt dat uitgangspunt voor de toewijzing van een dergelijk verzoek is dat het horen van de getuigen noodzakelijk is ter staving van de betwisting van de tenlastelegging danwel ter onderbouwing van een standpunt van de verdachte. De rechtbank constateert dat voor een groot deel van de door de verdediging genoemde accounts geldt dat de in het dossier aanwezige berichten volledig buiten de tenlastegelegde periode vallen. Zonder nadere onderbouwing waarom het horen van de gebruikers van de specifiek genoemde accounts noodzakelijk is, is het verzoek onvoldoende concreet onderbouwd en wordt dit dus afgewezen.
3.3.
Oordeel over het horen van getuigen in het kader van de witwasverdenking
De rechtbank zal de verzoeken tot het horen van de getuigen in het kader van de witwasverdenking eveneens afwijzen. Gelijk als hiervoor geldt dat deze onderzoekswensen enkel worden toegewezen als kan worden geconcludeerd dat het horen van deze personen noodzakelijk is voor de betwisting van de tenlastelegging danwel ter staving of onderbouwing van een standpunt van de verdachte. In dit licht heeft de verdediging onvoldoende concreet onderbouwd waarom het horen van de gevraagde personen noodzakelijk is. De mededeling dat de verdediging nader onderzoek wenst doen naar de kosten van de verbouwing en de waardes en aanschafdatum van de schoenen en tassen is hiertoe onvoldoende concreet.

4.Beslissing

Op basis van het voorgaande wijst de rechtbank alle door de raadsman ingediende onderzoekswensen af.
Deze beslissing is op 18 april 2025 per e-mail aan de raadsman medegedeeld. Deze schriftelijke weergave daarvan wordt aan het proces-verbaal van de zitting van 25 maart 2025 gehecht.
mr. J.M. van Hall, voorzitter
mrs. P. Sloot en L.F. Bögemann, rechters
in tegenwoordigheid van mr. J.J.M. Smolders, griffier.