Op 18 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte in de Sky ECC-zaak. De rechtbank heeft de onderzoekswensen van de verdediging afgewezen, die onder andere vroegen om het horen van zaaksoverstijgende getuigen en kennisname van zaaksoverstijgende stukken. De verdediging had deze verzoeken ingediend ter ondersteuning van hun verweren met betrekking tot de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie en bewijsuitsluiting. De rechtbank oordeelde dat de onderzoekswensen niet noodzakelijk waren, aangezien er geen concrete aanwijzingen waren dat het Franse onderzoek niet volgens de geldende regels was uitgevoerd. De rechtbank verwees naar een arrest van de Hoge Raad van 13 juni 2023, waarin het interstatelijk vertrouwensbeginsel werd bevestigd. De rechtbank stelde vast dat de verzoeken van de verdediging onvoldoende onderbouwd waren en dat het horen van getuigen in het kader van de witwasverdenking ook niet noodzakelijk was. De beslissing om alle ingediende onderzoekswensen af te wijzen werd op dezelfde dag per e-mail aan de raadsman meegedeeld, en de schriftelijke weergave van deze beslissing werd aan het proces-verbaal van de zitting van 25 maart 2025 gehecht.