ECLI:NL:RBAMS:2025:2738
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van extra kinderbijslag door de Sociale Verzekeringsbank
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Amsterdam het beroep van eiseres tegen de herziening en terugvordering van extra kinderbijslag over het jaar 2022. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) heeft op 25 april 2025 besloten om de kinderbijslag te herzien en een bedrag van € 2.298,28 terug te vorderen, omdat eiseres en haar ex-partner nog als fiscale partners worden aangemerkt. Eiseres betwist dit, omdat zij niet meer samenwoont met haar ex-partner en stappen heeft ondernomen om te scheiden. De rechtbank heeft op 21 maart 2025 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar dochter aanwezig waren, maar de gemachtigde van de Svb zich had afgemeld.
De rechtbank oordeelt dat eiseres en haar ex-partner nog steeds fiscaal partners zijn, omdat er geen bewijs is dat er een verzoek tot echtscheiding is ingediend. De rechtbank wijst erop dat de wetgeving bepaalt dat echtgenoten als fiscale partners worden aangemerkt, tenzij aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Eiseres heeft geen bewijs geleverd dat zij en haar ex-partner niet meer als zodanig kunnen worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat de Svb op goede gronden heeft gehandeld bij de herziening en terugvordering van de kinderbijslag.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door rechter C.F. de Lemos Benvindo en is openbaar uitgesproken op 2 mei 2025.