Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Regional Court in Kielcein Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
Rechtbank Amsterdam
Op 27 maart 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Regional Court in Kielce, Polen, op 26 september 2024. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1991 in Polen, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland gedetineerd was. De behandeling van het EAB vond plaats op 12 februari 2025, waarbij de rechtbank de termijn voor uitspraak verlengde en de gevangenhouding beval. Op 26 februari 2025 werd een tussenuitspraak gedaan waarin werd vastgesteld dat er een individueel reëel gevaar van schending van de grondrechten van de opgeëiste persoon bestond. De rechtbank hield de beslissing over de overlevering aan en verlengde de termijn voor uitspraak met 60 dagen. Op 27 maart 2025 werd de behandeling voortgezet, maar de opgeëiste persoon en zijn advocaat waren niet verschenen. De officier van justitie meldde dat het EAB was ingetrokken op bevel van de uitvaardigende justitiële autoriteit. De rechtbank oordeelde dat de officier van justitie niet-ontvankelijk was in de vordering tot behandeling van het EAB, omdat het EAB was ingetrokken. De rechtbank beëindigde tevens het bevel tot overleveringsdetentie.