Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[eiser 1] B.V.,
2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3],
1.De procedure
2.De beoordeling
- een betaalrekening op naam van [eiser 1] ,
- een betaalrekening op naam van de eenmanszaak van [eiser 3] ,
- drie derdengeldenrekeningen op naam van [eiser 2] eindigend op ‘59’, ‘72’ en ‘79’.
(…) Zoals met u telefonisch besproken bevestig ik dat de inkomende betaling van National Iranian Tanker Co. N. I. T. C naar uw derdengeldrekening niet door ABN AMRO wordt gefaciliteerd. Deze betaling bevat een Iran element waarop door de bank restricties staan (…)”.
(…) Voorop wordt gesteld dat uw vorenbedoelde schrijven onvoldoende gronden en redenen bevatten om thans de door u verzochte informatie aan u te verstrekken. (…) Om te kunnen toetsen of u thans al dan niet misbruik maakt van uw bijzondere positie als bank, dient u zondermeer aan te geven op grond van welke wettelijke bepalingen u thans genoodzaakt bent de verzochte informatie op te vragen en wat uw doel daarmee is. (…) Het zondermeer verstrekken van de door u verzochte informatie druist immers in tegen de beroepsverplichtingen die op geadresseerden rusten. Immers, het beroep van de zogenaamde ‘beroepsmatige rechtsbijstandverlener’ of ‘procesjurist’ behelst in het maatschappelijk verkeer immers een beroepsgeheim. (…) Er dient dus nagegaan te worden of u al dan niet een gerechtvaardigd belang heeft bij de verzochte informatie waarna er nagegaan dient te worden welke informatie er in redelijkheid wel en welke niet aan u verstrekt kunnen en/of mogen worden, alsook op welke wijze die informatie verstrekt kunnen worden. (…) Dit alles gezegd hebbende geven geadresseerden reeds de navolgende informatie (…).”
(…) U heeft, ondanks onze eerdere verzoeken, geen medewerking verleend om het klantenonderzoek af te kunnen ronden. Hierdoor handelt u in strijd met artikel 3 van de Algemene Bankvoorwaarden en kan de bank niet aan haar wettelijke verplichtingen voldoen. (…) Het gebrek aan inzicht brengt voor de bank niet in te schatten risico’s met zich mee. Dit soort risico’s kan en mag de bank niet aanvaarden. Wij maken dan ook gebruik van ons recht (op grond van artikel 35 van de Algemene Bankvoorwaarden) om de relatie (…) te beëindigen (…)”.