2.5In de huurovereenkomsten zijn de volgende bedingen opgenomen:
In de huurovereenkomst woonruimte:
Indien een van de bepalingen uit hoofde van deze overeenkomst nietig of vernietigbaar is in verband met strijd met dwingend (inter)nationaal recht heeft verhuurder het recht de betreffende bepaling eenzijdig te vervangen voor een redelijke bepaling die wel geldig is en die zo dicht mogelijk bij het beoogde doel en strekking van de nietige bepaling of vernietigde bepaling komt.
Vervanging vindt plaats door middel van een aangetekend schrijven van verhuurder aan huurder onder verwijzing naar artikel 12.47 onder a van deze overeenkomst en onder vermelding van de bepaling die wordt vervangen en de daarvoor in de plaats komende bepaling.
Voor zover toegestaan heeft de vervanging zoals bedoeld in artikel 12.47 onder a en onder b van de overeenkomst terugwerkende kracht en wordt de nieuwe bepaling geacht altijd van toepassing te zijn geweest.
Artikel 12.48
Artikel 25.2 van de algemene bepalingen is niet van toepassing. In plaats daarvan komen partijen overeen dat de kosten die verhuurder moet maken teneinde huurder tot nakoming onder de huurovereenkomst of tot ontruiming te dwingen worden vastgesteld conform het bepaalde in de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten en het Besluit incassokosten.
In de algemene bepalingen huurovereenkomst woonruimte:
Artikel 25.2
In alle gevallen waarin (ver)huurder een sommatie, een ingebrekestelling of een exploot aan (ver)huurder doet uitbrengen, of in geval van procedures tegen (ver)huurder om deze tot nakoming van de huurovereenkomst of huurder tot ontruiming te dwingen, is (ver)huurder verplicht alle daarvoor gemaakte kosten, zowel in als buiten rechte – met uitzondering van de ingevolge een definitieve rechterlijke beslissing door (ver)huurder te betalen proceskosten – aan (ver)huurder te voldoen, voor zover op de vergoeding van die kosten de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten en het Besluit incassokosten niet van toepassing is.
In de huurovereenkomst autobox/parkeerplaats
Artikel 2.6.1
Huurder is gehouden om aan verhuurder te vergoeden alle schade, kosten en interesten als gevolg van tussentijdse beëindiging van de huurovereenkomst, ook in geval van faillissement en surséance van betaling. Tot die schade worden in ieder geval gerekend de huurprijs, de vergoeding voor de overeengekomen en geleverde door of vanwege verhuurder bijkomende leveringen en diensten, de overige volgens de huurovereenkomst verschuldigde bedragen, de kosten van wederverhuur alsmede alle kosten van maatregelen zowel in als buiten rechte door verhuurder getroffen, daaronder begrepen die van rechtskundige bijstand. De kosten van die maatregelen worden tussen partijen bij voorbaat vastgesteld op een bedrag dat niet lager is dan het gebruikelijke tarief dat door gerechtsdeurwaarders wordt gehanteerd met een minimum van € 250,--.
Artikel 3.6 (tweede bullet)
Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst door huurder verschuldigd bedrag niet prompt op de vervaldag is voldaan, verbeurt huurder aan verhuurder van rechtswege per kalendermaand vanaf de vervaldag van dat bedrag een direct opeisbare boete van 10% van het verschuldigde per kalendermaand, waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt, met een minimum van € 20,-- per maand.
Artikel 22.1
In alle gevallen waarin verhuurder een sommatie, een ingebrekestelling of een exploot aan huurder doet uitbrengen, of in geval van procedures tegen huurder om deze tot nakoming van de huurovereenkomst of tot ontruiming te dwingen, is huurder verplicht alle daarvoor gemaakte kosten, zowel in als buiten rechte – met uitzondering van de ingevolge een definitieve rechterlijke beslissing door verhuurder te betalen proceskosten aan verhuurder te voldoen. De gemaakte kosten worden tussen partijen bij voorbaat vastgesteld op een bedrag dat niet lager is dan het gebruikelijke tarief dat door gerechtsdeurwaarders wordt gehanteerd.