In deze zaak vordert de eiser, wonende in een sociale huurwoning van de Alliantie, huurverlaging, vervangende woonruimte en schadevergoeding wegens stankoverlast veroorzaakt door zijn onderburen. De kantonrechter heeft op 27 maart 2025 uitspraak gedaan. De eiser stelt dat de woning gebreken vertoont, waaronder ernstige stankoverlast van kook- en brandlucht. De verhuurder, de Alliantie, heeft volgens de eiser onvoldoende gedaan om de overlast te verhelpen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de stankoverlast onrechtmatig is en dat de Alliantie niet voldoende heeft opgetreden tegen de onderburen. De kantonrechter heeft de huur met 50% verlaagd met terugwerkende kracht tot 10 januari 2024, en een immateriële schadevergoeding van €750,- toegewezen aan de eiser. De vordering tot vervangende woonruimte is afgewezen, omdat er geen wettelijke basis voor is. De Alliantie is ook veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten, in totaal €920,-. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.