Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.Waar gaat deze zaak over?
2.De procedure
3.De feiten
De hoofdsom van de lening bedraagt (maximaal) € 5.000.000,00 en wordt door[ [eiser] ]
of een nader aan te duiden meester uitdrukkelijk voor zakelijke en/of beleggingsdoeleinden ter beschikking gesteld aan[ [gedaagde] ]
(…)
De nominale rente bedraagt 1% per maand te berekenen over het telkens uitstaande saldo per maand.
De afsluitkosten bedragen 1,25% ofwel € 62.500,00 en worden ingehouden op de verstrekking van de lening.
De financiering wordt alleen verstrekt indien het hotel geheel onbezwaard is van beslagen dan wel andere beperkingen. In dit kader daarvan hebben wij u onder andere gewezen op de brief van Gemeente Amsterdam “besluit opleggen last [adres] ” en het executoriaal beslag van de belastingdienst Amsterdam. Voor beide beperkingen willen wij voor het verstrekken van de financiering een bericht ontvangen dat de situatie is opgeheven.
De kosten voor het opstellen van de benodigde notariële aktes komt voor rekening van kredietnemer.
Indien de offerte voor akkoord wordt getekend, maar de lening niet (tijdig) wordt opgenomen, vervalt de offerte. Alsdan is kredietnemer de rente verschuldigd vanaf 31 januari 2024 tot datum opzegging door[ [eiser] ]
, de afsluitkosten en eventueel extern door[ [eiser] ]
gemaakte (notaris)kosten.
Een integriteitsonderzoek van kredietnemer, de UBO en gelieerde vennootschappen maakt onderdeel uit van het acceptatieproces van[ [eiser] ]
. (…)
4.Het geschil
konopnemen, maar dit desondanks niet zou doen. Daarvan is geen sprake. Omdat [gedaagde] de lening niet kon opnemen, is ook geen sprake van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Er bestond geen resultaatverplichting voor [gedaagde] om aan de opschortende voorwaarde te voldoen.
5.De beoordeling
De financiering[…]
alleen[wordt]
verstrekt indien het hotel geheel onbezwaard is van beslagen dan wel andere beperkingen.’Het komt dan aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op wat zij wat dat betreft redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (de Haviltex-maatstaf).
, de afsluitkosten en eventueel extern door[ [eiser] ]
gemaakte (notaris)kosten.
konopnemen, waarvan in dit geval geen sprake was omdat niet aan de opschortende voorwaarde was voldaan. Deze uitleg van [gedaagde] is bezien in de context van de gehele overeenkomst niet logisch en verdient (mede gelet op het bepaalde in artikel 6:23 BW) geen navolging. Het was immers aan [gedaagde] om ervoor te zorgen dat het hotel tijdig vrij van beslagen en beperkingen zou zijn en daarmee dat de opschortende voorwaarde werd vervuld. Zij heeft jegens [eiser] ook altijd de indruk gewekt dat dit op korte termijn zou gebeuren. Terwijl bij [gedaagde] bekend was dat [eiser] de gelden voor haar had gereserveerd, heeft zij zonder openheid van zaken te geven en tegen gunstigere voorwaarden een overeenkomst met een derde partij gesloten. De eisen van redelijkheid en billijkheid staan er dan ook aan in de weg dat [gedaagde] zich beroept op het niet vervuld zijn van de opschortende voorwaarde.
De kosten voor het opstellen van de benodigde notariële aktes komt voor rekening van kredietnemer.
Een integriteitsonderzoek van kredietnemer, de UBO en gelieerde vennootschappen maakt onderdeel uit van het acceptatieproces van[ [eiser] ]
. (…)