3.2.De man heeft (samengevat) het volgende aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd:
Het beslag is nietig omdat het beslagexploot een verkeerde woonplaats vermeldt.
Met het leggen van dit beslag maakt de vrouw misbruik van executiebevoegdheid gelet op de door de man geboden coulance met betrekking tot het gebruik van de woning door de vrouw tot eind januari 2025. Het is ook misbruik van de bevoegdheid omdat de vrouw stilzwijgend heeft ingestemd met uitstel van de afhandeling van de overbedelingsvordering, en omdat de vrouw ook uitdrukkelijk akkoord is gegaan met uitstel van de afhandeling van de overbedelingsvordering.
De beschikkingen bieden geen grondslag voor (de omvang van) het gelegde beslag. De volgende posten heeft de vrouw verkeerd betrokken in de berekening van het beslagen totaalbedrag:
- De post “schenkingen” is onterecht berekend op € 27.000,00. Uit r.o. 5.28 van beschikking Hof blijkt dat de vrouw een vergoedingsrecht heeft van € 27.000 op de gemeenschap. Dit betekent dat zij ten aanzien van de man slechts aanspraak kan maken op € 13.500;
- De vrouw heeft ten onrechte geen wettelijke rente berekend over de post “vergoeding cf. 4.3 van de beslissing”, die ten goede komt aan de man. Op 16 februari 2015 bedroeg deze rente € 11.444,72;
- De vrouw heeft zelf ten onrechte beslag gelegd voor een bedrag van € 3.875,34 aan wettelijke rente want er is geen sprake van verzuim aan de zijde van de man;
- De vrouw heeft verzuimd wettelijke rente waarop de man aanspraak maakt mee te nemen in berekening. Op basis van “de beschikkingen” heeft de man aanspraak op wettelijke rente over € 7.197,39, vanaf 27 november 2018;
- De vrouw heeft ten onrechte de helft van de notariskosten van € 1.229,25 niet meegenomen in berekening;
De man concludeert dat de hoofdsom waarvoor de vrouw gerechtigd was tot executie geen € 31.182,15 bedraagt, maar slechts € 31.182,15 - € 13.500 - € 11.444,72 - € 1.514,21 – € 614,62 = € 4.108,60. Dit bedrag heeft de man inmiddels aan de vrouw overgemaakt;
4) De vrouw is werkzaam, hetgeen kan betekenen dat een vordering van de man op grond van onverschuldigde betaling vanwege betaalde partneralimentatie, de vordering waarvoor beslag is gelegd ver overstijgt.