ECLI:NL:RBAMS:2025:1598

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 maart 2025
Publicatiedatum
12 maart 2025
Zaaknummer
11336469 WM VERZ 24-7597
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersgedragingen en verwarring door tekstkar

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 3 maart 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene op basis van de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Betrokkene had een sanctie ontvangen wegens het negeren van een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op 29 september 2023. De sanctie was opgelegd na een constatering door een camera, die het voertuig van betrokkene vastlegde terwijl het de geslotenverklaring negeerde. Betrokkene heeft beroep ingesteld, waarbij zijn gemachtigde aanvoerde dat er verwarring was ontstaan door een tekstkar die in de buurt stond en die een andere datum voor de inwerkingtreding van de geslotenverklaring aangaf. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de tekstkar op het moment van de overtreding nog niet aanwezig was en dat de verkeersborden correct waren geplaatst. De rechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De beslissing is genomen na een openbare zitting waar de gemachtigde van betrokkene niet aanwezig was, ondanks een behoorlijke oproeping.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
kantonrechter: mr. E.J. Otten
zaaknummer: 11336469 WM VERZ 24-7597
beslissing van: 3 maart 2025
func.: 43837
Afschrift van de aantekening in het proces-verbaal van de openbare zitting van 3 maart 2025 inzake het beroep ingevolge de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (verder: de Wahv) van:

[betrokkene]

[adres]
[woonplaats]
(verder: betrokkene)
voor wie beroep is ingesteld door:
[gemachtigde](verder: gemachtigde)
welk beroep is ingesteld bij verzoekschrift, ingekomen bij de CVOM te Utrecht op 22 april 2024 en is gericht tegen de beslissing van 19 maart 2024 van de
officier van justitie(verder: verweerder) ten aanzien van betrokkene, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.

CJIB-nummer: [nummer]

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Aan betrokkene is bij beschikking van 13 oktober 2023 (verder: de inleidende beschikking) een sanctie in het kader van de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) opgelegd. Namens betrokkene heeft gemachtigde tegen de inleidende beschikking beroep ingesteld bij verweerder. Deze heeft dat beroep - nadat gemachtigde niet op de hoorzitting is verschenen - ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft gemachtigde vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende gegevens overgelegd. Het beroep is behandeld op de openbare zitting van 3 maart 2025. Partijen zijn voor deze zitting opgeroepen.
Gemachtigde is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet bij de zitting verschenen.
Ter zitting heeft verweerder gereageerd op de inhoud van het beroepschrift. Verweerder heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

1. Aan betrokkene is bij de inleidende beschikking wegens een verkeersgedraging een administratieve sanctie opgelegd ingevolge de Wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Betrokkene wordt verweten dat met het motorvoertuig met kenteken [kenteken] , waarvoor betrokkene als kentekenhouder aansprakelijk is, een weg is gebruikt in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen (bord C12). Deze gedraging is geconstateerd op 29 september 2023 om 15:50 uur op de [locatie 1] .
2. Het beroep is tijdig ingesteld.
3. Gemachtigde voert tegen de beslissing van verweerder aan dat betrokkene de aan hem verweten gedraging ontkent. Ten tijde van de vermeende gedraging was er sprake van een onduidelijke situatie richting de [locatie 1] . Komende vanuit de [locatie 2] is betrokkene een tekstkar gepasseerd met de tekst:
‘Let op nieuwe situatie! Per 1 november [locatie 1] en [locatie 3] C12’. Betrokkene ging er dan ook vanuit dat de geslotenverklaring pas op 1 november 2023 in werking trad. Gelet hierop komt de sanctie voor vernietiging in aanmerking.
Namens betrokkene wordt verzocht om het beroep gegrond te verklaren en een proceskostenvergoeding toe te kennen.
4. Verweerder stelt zich ter zitting op het standpunt dat ten tijde van de onderhavige gedraging de tekstkar er nog niet stond, zodat er geen sprake was van een onduidelijke situatie. Gelet hierop verzoekt verweerder de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.
5. Het volgende wordt overwogen.
6. Uit het zich in het dossier bevindende zaakoverzicht blijkt dat de overtreding automatisch is geconstateerd en op een digitale foto is vastgelegd. De camera is geplaatst na het bord C12 met onderbord ‘uitgezonderd lijnbussen’. De camera heeft vastgelegd dat het voornoemde voertuig kwam uit de oostelijke richting van het Wielercircuit en reed in de westelijke richting naar de Ditlaar. De camera heeft vastgelegd dat de bestuurder van het voertuig het bord C12 negeerde en de geslotenverklaring in reed. De juiste plaatsing van de verkeersborden wordt maandelijks geschouwd door een boa.
7. In het dossier bevinden zich twee schouwrapporten van de bebording, daterend van 13 september 2023 en 30 september 2023 en hieruit blijkt dat de relevante bebording op beide momenten ter plaatse aanwezig was en conform de wet en regelgeving was geplaatst.
8. Het is de kantonrechter ambtshalve bekend dat van 16 oktober 2023 tot en met 24 november 2023 een tekstkar in de buurt van de geslotenverklaring op de [locatie 1] heeft gestaan. Het bericht op deze tekstkar
“Let op nieuwe situatie per 1 november .…”heeft mogelijkerwijs voor verwarring gezorgd bij de bestuurders, omdat het bericht betrekking had op de geslotenverklaringen op de [locatie 1] -Oost en de [locatie 3] die met ingang van 1 november 2023 van kracht zijn en niet op de [locatie 1] -West die al vanaf 1 juli 2023 in werking is getreden.
9. Nu de onderhavige gedraging dateert van 29 september 2023, kan het argument dat er verwarring is ontstaan vanwege het bericht op de tekstkar betrokkene niet baten. De tekstkar stond er toen immers nog niet.
10. De gedraging is vastgelegd op een foto, waarop het kenteken van het voertuig duidelijk waarneembaar is, zodat naar het oordeel van de kantonrechter voldoende vast staat dat de aan betrokkene verweten gedraging is verricht.

Ten aanzien van de proceskostenvergoeding:

11. Gelet op de uitkomst van de procedure wordt voor een toekenning van een proceskostenvergoeding, zoals namens betrokkene is verzocht, geen aanleiding gezien.
12. Daarom wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De kantonrechter:

- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
De griffier De kantonrechter
Datum verzending
Bent u het met deze beslissing niet eens, dan kunt u
binnen zes wekenna de hierboven vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen indien de als gevolg van deze beslissing te betalen administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift dient schriftelijk (niet per e-mail) te worden ingediend bij rechtbank Amsterdam, afdeling privaatrecht, team kanton, postbus 70515, 1007 KM, Amsterdam en dient door degene die het beroep instelt of een gemachtigde te worden ondertekend. De procedure bij het gerechtshof verloopt schriftelijk,
tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling wordt gevraagd.