Uitspraak
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 9 december 2024 en de daarin genoemde stukken,
- de brief van Bysteel van 3 januari 2025 met opmerkingen over de inhoud van het proces-verbaal,
- de brief van BN-TAV van 7 januari 2025 met opmerkingen over de inhoud van het proces-verbaal en een reactie op de brief van Bysteel van 3 januari 2025,
- de brief van Bysteel van 9 januari 2025 met een reactie op de brief van BN-TAV van 7 januari 2025.
2.De feiten
Contractor( BN-TAV ),
Subcontractor(Bysteel) en
Employer(Schiphol). Het subcontract van 26 april 2018 (zie tussenvonnis onder 2.2) vermeldt in artikel 1.1 de volgende definitie:
27.Claims, Amicable Settlement, Mediation and Jurisdiction
- accepted your rates for "raw material"
- kept the drilling rate
- removed the coordination team. It will be considered later in "Time related costs" as E.O.T claim.
- revised the engineering/detailing rates and also reduced hours claimed, as a sign of good faith.
[ BN-TAV in rood:] Variation Order No.2 does not contain manpower rates for design and detailing. Please elaborate.
MINUTES OF MEETING – BYSTEEL VARIATIONS & TIME RELATED COSTS. Dit verslag luidt, voor zover in deze zaak van belang als volgt.
3.Het geschil
In conventie
2. (vervallen);
3. BN-TAV te veroordelen tot betaling van € 1.707.724,73 met betrekking tot het onbetaald gelaten meerwerk (IPA46), vermeerderd met de contractuele rente over dit bedrag vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de dag van betaling;
5. BN-TAV te veroordelen tot betaling van EUR 6.745.107,02 uit hoofde van de Consolidated Claim, vermeerderd met wettelijk rente over dit bedrag vanaf 19 januari 2022;
Over de onderdelen 1, 3, 4, 6 en 6a is al geoordeeld in het tussenvonnis.
zie nader de hoofdstukken 4 en 5 van dit vonnis
€ 392.305,10 aan vergoeding voor aanvullende personeelskosten om de Variations te kunnen verwerken en beprijzen en € 62.627,41 aan vergoeding van kosten van buitengerechtelijke juridische bijstand (hoofdstuk 3.3),
(zie nader hoofdstuk 6 van dit vonnis);
(zie nader hoofdstuk 6 van dit vonnis);
(zie nader hoofdstuk 6 van dit vonnis);
Voor wat betreft de gevorderde vertragingsschade in de Consolidated Claim dient Bysteel voor zover mogelijk de volgende vragen te beantwoorden:
meerwerk(“Variations”) (grondslag 1),
vertragingsoorzaken(grondslag 2). De vertragingsoorzaken 1, 2, 4, 7, 8 en 10 betreffen
Bysteels grondslag 1
Bysteels grondslag 2
fully detailed claim” (artikel 27.1.5) en de claims van Bysteel voldoen daar niet aan.
not later than twenty-four (24) Days after the Subcontractor became aware, of the event or circumstance giving rise to such entitlement”. Bysteel heeft dat volgens BN-TAV niet gedaan. Zij heeft de claims voor de vertragingsoorzaken 1, 2, 3, 6, 7, 8 en een deel van 9 te laat ingediend, alleen de vertragingsoorzaken 4, 5 en een deel van 9 zijn tijdig gemeld. Vertragingsoorzaak 10 is niet op de juiste wijze gemeld.
5.Beoordeling - de Consolidated Claim, onderdeel a, vertragingsschade
De opslag van 26,8 % staat niet aan afzonderlijke vergoeding van Time Related Costs in de weg
De tussen partijen overeengekomen eenheidsprijzen staan niet in de weg aan afzonderlijke vergoeding van Time Related Costs
De Settlement Agreement staat niet in de weg aan het vorderen van EoT
post 11 november 2019 effect of events or circumstances that may have occured before 11 november 2019 but has a continuing effect after 11 november 2019’. Gelet op deze afspraak staat de Settlement Agreement op zich inderdaad niet in de weg aan het vorderen van de gestelde vertragingsschade in relatie tot de tweede claim.
Het afzonderlijk vorderen in een EoT-claim van de Time Related Costs in relatie tot de Variations
- Anders dan wanneer de TRC in de prijsafspraken voor de Variations zouden zijn opgenomen, is over de omvang daarvan tussen partijen geen overeenstemming bereikt.
- BN-TAV was ervan op de hoogte dat de TRC nog afzonderlijk gevorderd zouden worden.
“this does not sound to be an unreasonable proposal”, maar hierover moet tussen partijen nader overlegd worden.
“Although during the meeting held last November, a goal of having Bysteel Claims situation "resolved" by Christmas was set and agreed by everyone (including Schiphol) (…)”
Ook het antwoord van BN-TAV van diezelfde dag (zie onder 2.15) maakt melding van het overleg met Schiphol;
"As you know, we have involved you in our without prejudice discussions with the Employer.”
BN-TAV kan zich niet beroepen op bepaalde bepalingen uit het Subcontract
the Subcontractor became aware of the event or circumstance giving rise to such entitlement’. Voor de vertragingsoorzaken waarbij dit volgens BN-TAV niet exact binnen die termijn is gedaan, heeft Bysteel voldoende onderbouwd dat BN-TAV met regelmaat op de hoogte werd gehouden van de vertragingsoorzaken.
fully detailed claim’ indienen om aanspraak te maken op ‘extension of the Subcontract Time for Completion’ en vergoeding van kosten. In het tussenvonnis is overwogen dat EoT claims vormvrij zijn en dat ook voor een ‘delay analysis’ geen vormvereisten gelden. Voor zover Bysteel de overige door BN-TAV gewenste informatie niet zou hebben verstrekt kan BN-TAV dit Bysteel niet tegenwerpen om de volgende redenen.
fully’, maar in ieder geval voldoende substantiated om deze te kunnen beoordelen.
Ook weegt de rechtbank mee dat BN-TAV weliswaar in reactie op de eerste drie claims in de onder 2.10 weergegeven brief heeft gewezen op de eis van een fully substantiated claim, maar dat dit niet aan het bereiken van een Settlement Agreement in de weg heeft gestaan. En zoals gezegd, op het antwoord van Bysteel op die brief (zie 2.13) is BN-TAV niet meer ingegaan.
Begroting van de TRC
- de oorspronkelijk opleverdatum was 27 april 2019;
5.27. Omdat TRC toewijsbaar zijn zoals hierboven vermeld en er mee rekening wordt gehouden dat deze deels al in IPA46 waren opgenomen, is er geen reden terug te komen van de in het tussenvonnis genomen beslissing dat de vordering uit hoofde van IPA46 toewijsbaar is.
6.Beoordeling - de Consolidated Claim, onderdelen c en e
BN-TAV heeft op 29 november 2021 via een algemeen bericht gericht aan al haar subcontractors kennis gegeven van de opzegging door Schiphol van het Contract per diezelfde dag. Bysteel heeft opheldering gevraagd over de gevolgen voor haar, maar daarop is niet gereageerd. BN-TAV heeft vervolgens bij brief van 13 december 2021 een "14 days' termination notice" afgegeven en daarbij de subcontractors opgedragen de bouwplaats te verlaten.
Volgens Bysteel betekende dat niet dat het Subcontract dan ook per direct eindigde. BN-TAV had nog een instructiebevoegdheid. Om te voorkomen dat Bysteel aan BN-TAV een grond zou geven het Subcontract wegens Subcontractor's Default, op te zeggen, diende Bysteel uitvoering te blijven geven aan haar verplichtingen onder het Subcontract totdat het Subcontract (daadwerkelijk) was geëindigd. Dit betekende volgens Bysteel dus dat zij haar personeel/onderaannemers niet kon inzetten op andere projecten (voor zover dat überhaupt had gekund, vlak voor de kerst) dan wel eerder kon demobiliseren, maar beschikbaar moest houden voor het Project tot 29 december 2021.
Bovendien heeft Bysteel nog werkzaamheden moeten verrichten ten behoeve van de afwikkeling van het Project, zoals het opmaken van de stand van het werk en voltooiing van de Subcontractor Documents, waaronder onder meer de as-built documentatie.
7.Conclusies
in conventie
- uit hoofde van de Consolidated Claim onder a wordt BN-TAV veroordeeld tot betaling van € 2.433.126,62. (zie dit vonnis onder 5.2),
- voor de Consolidated Claim onder b – langer aanhouden zekerheden en verzekeringen is € 373.421,13 toegewezen (zie tussenvonnis onder 4.89),
- de Consolidated Claim onder d – overige kosten is toegewezen voor een bedrag van € 260.379,10, (zie tussenvonnis onder 4.96),
- de Consolidated Claim onder e – kosten in verband met vroegtijdige Beëindiging Subcontract:
- kosten van de dagvaarding € 137,32
- griffierecht € 7.843,00
- salaris advocaat € 15.249,50 (3,5 punten × € 4.357,00)
- nakosten € 139,00 (plus de verhoging zoals vermeld in