Uitspraak
1.De procedure
- de akte houdende overlegging producties van EPI, met producties 1 t/m 12.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, betreft het een executiegeschil tussen [eiser], handelend onder de naam [bedrijf], en EXECUTIVE PROPERTY INVEST I B.V. (EPI). De procedure is gestart door [eiser] die zich verzet tegen de ontruiming van een bedrijfsruimte, welke gepland stond voor 7 januari 2025, op basis van een vonnis van de kantonrechter van 12 december 2024. Dit vonnis had EPI in het gelijk gesteld in een bodemprocedure, waarin [eiser] werd veroordeeld tot betaling van huurachterstand en ontruiming van het gehuurde. [eiser] heeft echter hoger beroep ingesteld en stelt dat er sprake is van een nieuw feit, namelijk dat de huurachterstand inmiddels volledig is ingelopen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 31 december 2024, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de ontruiming moet worden uitgesteld, omdat het vonnis niet voor de geplande ontruiming kan worden gewezen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen juridische of feitelijke misslagen zijn in het eerdere vonnis, maar heeft het feit dat [eiser] de huurachterstand heeft ingelopen als nieuw feit aangemerkt. Dit nieuwe feit rechtvaardigt dat de ontruiming wordt geschorst totdat het hoger beroep is beslist.
De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] om de ontruiming te schorsen toegewezen, maar heeft [eiser] wel veroordeeld in de proceskosten van EPI, omdat de huurachterstand pas na het eerdere vonnis is ingelost. De proceskosten zijn vastgesteld op € 882,00. Het vonnis is uitgesproken door mr. R. Kruisdijk en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.