ECLI:NL:RBAMS:2025:1354
Rechtbank Amsterdam
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van uitgetreden vennoot in een vennootschap onder firma en verjaring van vorderingen
In deze zaak vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Intrum Nederland B.V. betaling van onbetaalde facturen van een energieleverancier, die zijn ontstaan tijdens de periode dat de gedaagde vennoot was in een vennootschap onder firma. De gedaagde, die per 31 december 2016 is uitgetreden, betwist de vordering en stelt dat de betalingsverplichtingen zijn ontstaan na zijn uittreden, en dat de vordering is verjaard. De kantonrechter oordeelt dat de vorderingen op basis van de persoonlijke aansprakelijkheid van de gedaagde zijn verjaard, omdat de aanmaningen niet aan hem persoonlijk waren gericht en de verjaringstermijn van vijf jaar is verstreken. De kantonrechter wijst de vorderingen van Intrum af en veroordeelt Intrum in de proceskosten van de gedaagde, die op € 813,00 worden begroot. Het vonnis is uitgesproken op 25 februari 2025.