ECLI:NL:RBAMS:2025:1346

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 januari 2025
Publicatiedatum
28 februari 2025
Zaaknummer
C/13/762836 / HA RK 25-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot verschoning in strafzaak wegens schijn van vooringenomenheid

Op 20 januari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de wrakingskamer, een beslissing genomen op het verzoek tot verschoning ingediend door mr. D.A. Segbedzi, rechter bij de rechtbank Amsterdam. Het verzoek tot verschoning was ingediend in het kader van een strafzaak die onder parketnummer 13-011472-22 aanhangig was. De aanleiding voor het verzoek was de schijn van vooringenomenheid, aangezien de rechter tot februari 2022 werkzaam was geweest bij de aangever in deze zaak.

De rechtbank heeft op basis van artikel 518 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) beoordeeld of er feiten of omstandigheden waren die de rechterlijke onpartijdigheid in gevaar konden brengen. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden zodanig waren dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarom werd het verzoek tot verschoning toegewezen.

De rechtbank heeft bepaald dat de hoofdzaak met parketnummer 13-011472-22 zal worden voortgezet voor een andere rechter. Tevens is besloten dat een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de raadsvrouw van de verdachte, mr. A.J. van der Velden, de officier van justitie en de rechter. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Wrakingskamer

Beslissing op het onder rekestnummer: C/13/762836 HA RK 25/23
ingeschreven verzoek tot verschoning ingediend door:
mr. D.A. Segbedzi, rechter bij de rechtbank Amsterdam, hierna: de rechter.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Bij de rechtbank te Amsterdam is onder parketnummer 13-011472-22 een zaak aanhangig die is toegewezen aan de rechter.

2.Het verzoek

2.1.
Aan het verzoek is ten grondslag gelegd dat de schijn van vooringenomenheid kan ontstaan, aangezien de rechter tot februari 2022 werkzaam is geweest bij de aangever in deze zaak.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van het bepaalde in artikel 518 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) dient in een verschoningsprocedure te worden beslist of er sprake is van de in artikel 512 Sv genoemde feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. Uit voormelde bepaling valt af te leiden dat de behandeling van een verschoningsverzoek, anders dan de behandeling van een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting behoeft plaats te vinden. De rechtbank zal daarom zonder mondelinge behandeling een beslissing nemen op het verzoek.
3.2.
Verschoning is een middel ter verzekering van (het vertrouwen in) de rechterlijke onpartijdigheid.
3.3.
Gelet op hetgeen de rechter heeft aangevoerd is de Wrakingskamer van oordeel dat sprake is van zodanige omstandigheden dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.
De rechtbank:
 wijst het verzoek tot verschoning toe en bepaalt dat de hoofdzaak met parketnummer 13-011472-22 wordt voortgezet voor een andere rechter;
 beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 518, tweede lid Sv wordt toegezonden aan:
 de raadsvrouw van verdachte, mr. A.J. van der Velden;
 de officier van justitie;
 de rechter.
Aldus gegeven door mr. P.B. Martens, voorzitter, mr. N.C.H. Blankevoort en A.W.J. Ros, leden, op
20 januari 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.