Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Wrakingskamer
1.Verloop van de procedure
2.Het verzoek
3.De beoordeling
20 januari 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.
Rechtbank Amsterdam
Op 20 januari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de wrakingskamer, een beslissing genomen op het verzoek tot verschoning ingediend door mr. D.A. Segbedzi, rechter bij de rechtbank Amsterdam. Het verzoek tot verschoning was ingediend in het kader van een strafzaak die onder parketnummer 13-011472-22 aanhangig was. De aanleiding voor het verzoek was de schijn van vooringenomenheid, aangezien de rechter tot februari 2022 werkzaam was geweest bij de aangever in deze zaak.
De rechtbank heeft op basis van artikel 518 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) beoordeeld of er feiten of omstandigheden waren die de rechterlijke onpartijdigheid in gevaar konden brengen. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden zodanig waren dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarom werd het verzoek tot verschoning toegewezen.
De rechtbank heeft bepaald dat de hoofdzaak met parketnummer 13-011472-22 zal worden voortgezet voor een andere rechter. Tevens is besloten dat een afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de raadsvrouw van de verdachte, mr. A.J. van der Velden, de officier van justitie en de rechter. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.