Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
2.Samenvatting van deze beschikking
3.De feiten
(...) [de collectie] steeds by elkander zal moeten blyven, zonder, noch voor het geheel noch voor een gedeelte, eenige andere bestemming te mogen erlangen en geplaatst worden in een daartoe geschikt lokaal, en wel in deze stad, liefst in eene of meer zalen van het Academie van Beeldende kunsten alhier gevestigd, (...) en aldaar, moeten bekend gemaakt worden als des Testateurs verzameling en steeds als zoodanig bekend blyven. En dat de bezigtiging dier verzameling op gezette tyden en meermalen des jaars, zal worden opengesteld, tegen betaling eener billyke bydrage ten behoeve van de algemeene armen der stad alwaar de verzameling zal zyn gevestigd."en
.
(…) In afwijking van het beding dat de verzameling schilderijen steeds bij elkaar zal moeten blijven mag het Gemeentebestuur in overleg met het Rijk de verzameling ook in dier voege splitsen dat een gedeelte in het Rijksmuseum te Amsterdam en een gedeelte in het Historisch Museum Amsterdam[inmiddels het Amsterdam Museum, Rb]
zal worden geplaatst.”
4.Het verzoek
(...) [de collectie] steeds by elkander zal moeten blyven, zonder, noch voor het geheel noch voor een gedeelte, eenige andere bestemming te mogen erlangen en geplaatst worden in een daartoe geschikt lokaal, en wel in deze stad" te wijzigen of gedeeltelijk op te heffen en de testamentaire last te bepalen op de hierna te noemen formulering:
Het gaat om een collectie met bijzondere kwaliteit en cultuurhistorische waarde. Het Rijksmuseum en Amsterdam Museum hebben van meerdere musea in binnen- en buitenland verzoeken ontvangen om schilderijen van de collectie [erflater] in bruikleen te mogen ontvangen. Het is de gemeente en de musea onvoldoende duidelijk of zij onder de huidige testamentaire last aan die verzoeken mogen voldoen. Het is daarom, mede voor toekomstige generaties, van belang om rechtszekerheid te verkrijgen over de wijze waarop de voorwaarden van het legaat van erflater moeten worden uitgelegd dan wel over de mogelijkheid deze zodanig te wijzigen dat bruikleen is toegestaan.
5.De beoordeling
[de collectie] steeds by elkander zal moeten blyven, noch voor het geheel noch voor een gedeelte, eenige andere bestemming te mogen erlangen
het bij elkaar blijven van de collectie(voorwaarde 1) en
het in een daartoe geschikt lokaal plaatsen(voorwaarde 2), in combinatie met
het bezichtigen op gezette tijden(voorwaarde 4). De rechtbank interpreteert de testamentaire last zo dat dit de kern is van de bestemming die erflater heeft beoogd en niet de betekenis van een geografische plaats als bestemming waardoor uitsluitend het plaatsen van de collectie in een lokaal in de stad Amsterdam de bedoeling zou zijn geweest.
In het geval een schilderij uit de collectie wordt uitgeleend voor tentoonstellingen en als schilderijen worden opgenomen in catalogi van tentoonstellingen wordt verder ook de verplichting opgenomen om de naam van erflater altijd te vermelden (voorwaarde 3). Ook komen de schilderijen vanwege de tijdelijke aard van (onder)bruikleen altijd weer terug naar het Rijksmuseum of het Amsterdam Museum. Ter zitting is immers bevestigd dat bruiklenen altijd van tijdelijke aard zijn en de mogelijkheid tot terughalen naar het Rijksmuseum of het Amsterdam Museum daar altijd onderdeel van is. Daarbij draagt (onder)bruikleen bij aan het behoud van de collectie, omdat volgens de gemeente Amsterdam en de musea (de conditie van) een schilderij voorafgaand aan een transport wordt beoordeeld en het schilderij, indien nodig, wordt onderhouden of gerestaureerd. Het ten goede laten komen van de opbrengt van de bezichtiging aan de armen van de stad is volgens de musea, gelet op de hoge kosten voor het behoud en verantwoord tentoonstellen van de collectie in deze tijd, niet meer mogelijk. Er is geen batig saldo van tentoonstelling. Dit feit is geen belemmering voor (internationale) bruikleen. Ook het aspect van betaling voor bezichtiging kan in de huidige tijd niet als behorend tot de kern van de last worden beschouwd, bijvoorbeeld indien in een bepaald land de toegang tot musea gratis is, hoeft dat geen belemmering voor (internationale) bruikleen te zijn. Tot slot draagt bruikleen ook bij aan de kennis over de collectie; immers zoals door de musea uiteengezet worden er ten bate van de tentoonstellingen catalogi gemaakt en onderzoek uitgevoerd die bijdragen aan de kennis over de uitgeleende schilderijen.