ECLI:NL:RBAMS:2024:986
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen bestuursrechter wegens gebrek aan feiten die onpartijdigheid aantasten
Op 29 januari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat op 25 januari 2024 was ingediend door een verzoeker tegen mr. T.L. Fernig-Rocour, bestuursrechter te Amsterdam. Het verzoeker stelde dat de rechter discrimineerde en dat er geen eerlijke rechtsgang was, wat volgens hem was geïnstitutionaliseerd. Tijdens de mondelinge behandeling van de zaak met zaaknummer AMS 23/1421, verklaarde de verzoeker dat hij zich bedreigd voelde door de beveiligers in de rechtszaal en dat hij de rechter niet vertrouwde. De rechter, mr. Fernig, vroeg de verzoeker naar de reden van zijn wraking, maar de verzoeker kon geen concrete feiten of omstandigheden aanvoeren die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken.
De rechtbank oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter konden aantasten, en verklaarde het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank benadrukte dat de rechter op grond van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij het tegendeel bewezen kan worden. Aangezien de verzoeker het wrakingsmiddel lichtvaardig had ingezet zonder redelijke grond, werd er ook sprake geacht van misbruik van recht. De rechtbank besloot dat verdere verzoeken tot wraking in deze zaak niet in behandeling zouden worden genomen.
De beslissing werd uitgesproken door de Wrakingskamer, onder leiding van voorzitter P.B. Martens en leden N.C.H. Blankevoort en A.W.J. Ros, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.