ECLI:NL:RBAMS:2024:920

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 februari 2024
Publicatiedatum
20 februari 2024
Zaaknummer
13/150235-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees Aanhoudingsbevel van Polen met betrekking tot strafbare feiten

Op 8 februari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een Poolse onderdaan op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Krosno op 4 april 2023, verzoekt om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die verdacht wordt van strafbare feiten volgens Pools recht. De behandeling van het EAB vond plaats op 25 januari 2024, waarbij de opgeëiste persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn raadsman en een tolk. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met 30 dagen verlengd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de juiste persoonsgegevens heeft verstrekt en dat hij de Poolse nationaliteit bezit. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon wordt verdacht van illegale handel in verdovende middelen, een feit dat op de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet staat. De rechtbank concludeert dat er geen onderzoek naar dubbele strafbaarheid nodig is, omdat de feiten onder de lijstfeiten vallen.

De rechtbank heeft ook overwogen of er sprake is van een schending van het recht op een eerlijk proces in Polen. Hoewel er structurele gebreken in de Poolse rechtsorde zijn vastgesteld, heeft de opgeëiste persoon geen bewijs geleverd dat deze gebreken een directe invloed op zijn zaak zullen hebben. De rechtbank heeft het verweer van de raadsman verworpen en vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet. Uiteindelijk heeft de rechtbank de overlevering toegestaan, waarbij geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/150235-23
Datum uitspraak: 8 februari 2024
UITSPRAAK
op de vordering van 18 december 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 4 april 2023 door
the Regional Court in Krosno, II Penal Division, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren op [geboortedag] 1993 in [geboorteplaats] (Polen),
verblijvende op het adres [adres opgeëiste persoon] ,
nu gedetineerd in [detentieplaats] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 25 januari 2024, in aanwezigheid van mr. W.H.R. Hogewind, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman mr. R.P.G. van der Weide, advocaat in Amsterdam, en door een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een aanhoudingsbevel van
the District Court in Krosno(Polen) van 8 februari 2023, referentie II Kp 46/23.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Pools recht strafbare feiten. Deze feiten zijn omschreven in het EAB. [3]

4.Strafbaarheid: feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW

De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst de strafbare feiten aan als zogenoemde lijstfeiten, die in Nederland in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staan vermeld. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 5, te weten:
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
Uit het EAB volgt dat op deze feiten naar het recht van Polen een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.Weigeringsgrond artikel 11 OLW: Poolse rechtsstaat

De rechtbank heeft eerder vastgesteld dat, vanwege structurele of fundamentele gebreken in de Poolse rechtsorde, in Polen een algemeen reëel gevaar bestaat van schending van het grondrecht op een eerlijk proces voor een onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat vooraf bij wet is ingesteld. [4]
Nu de opgeëiste persoon geen elementen heeft aangevoerd waaruit blijkt dat die structurele of fundamentele gebreken een concrete invloed zullen hebben op de behandeling van zijn strafzaak, is niet aangetoond dat sprake is van een individueel reëel gevaar van schending van het grondrecht op een eerlijk proces voor een onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat vooraf bij wet is ingesteld. [5]

6.Overig

De raadsman heeft naar voren gebracht dat het EAB onduidelijk is, omdat enerzijds de overlevering wordt verzocht vanwege een bevel tot voorlopige hechtenis in het kader van de vervolging en anderzijds in onderdeel d) is vermeld dat de opgeëiste persoon recht heeft op verzet of hoger beroep tegen deze beslissing. De raadsman heeft aan dit verweer geen conclusie verbonden in het kader van de beoordeling van het overleveringsverzoek. De rechtbank ziet ook ambtshalve niet op welke gronden dit tot weigering van het overleveringsverzoek zou moeten leiden. Dat de uitvaardigende justitiële autoriteit – naar de rechtbank begrijpt abusievelijk – onderdeel d) heeft ingevuld, leidt niet tot twijfel over de grondslag van het EAB. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.

7.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

8.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

9.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Krosno, II Penal Division(Polen) voor de feiten zoals omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. E.G.M.M. van Gessel, voorzitter,
mrs. W.M.C. van den Berg en A.W.T. Klappe, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. van Heusden, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 8 februari 2024.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.
4.Rb. Amsterdam 10 februari 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:420, r.o. 5.3.1-5.3.3 en Rb. Amsterdam 6 april 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:1793, r.o. 4.4.
5.Vgl. Rb. Amsterdam 6 april 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:1793, onder verwijzing naar HvJ EU 22 februari 2022, C-562/21 PPU en C-563/21 PPU, ECLI:EU:C:2022:100 (