Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
- aan de zijde van [eiser] : [naam 1] , directeur en enig aandeelhouder, [naam 2] , financial controller bij [eiser] , en [naam 3] , makelaar, met mr. Hordijk.
- aan de zijde van [gedaagde] : [naam 4] , directeur en enig aandeelhouder, samen met zijn echtgenote, met mr. C. Teibes, als waarnemer van mr. Uittenbogaart.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
voldoening van de koopprijsen [eiser] heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit zou (moeten) volgen dat deze bepaling anders moet worden uitgelegd. Het is dan ook niet aannemelijk dat de bodemrechter zal oordelen dat het storten van een waarborgsom hetzelfde is als ‘voldoening van de koopprijs’ en dat [eiser] voor het te laat storten van de BTW over de koopprijs een boete is verschuldigd. Dit betekent dat de vordering van [gedaagde] dat [eiser] de contractuele boete is verschuldigd, zowel primair als subsidiair, zal worden afgewezen.
aparte(aanvullende) verplichting bestaat tot storten van
10% extravan de koopsom, als een ontbindende voorwaarde is vervallen. In artikel 4.2 staat bovendien de verplichting tot het storten van ‘het restant’ van de koopsom. De 10% van artikel 4.1 is dus onderdeel van de storting van de totale (100% van de) koopprijs onder de notaris. [eiser] heeft de totale koopprijs als waarborgsom gestort, zodat hij niet tekort is geschoten in de nakoming van artikel 4.1 van de koopovereenkomst. Dit levert dus ook geen grond op voor ontbinding van de koopovereenkomst
BTW-belast wordt geleverd, maar hij stelt dat het voldoende is dat is ‘aangevangen met de sloop’. Daarvoor is volgens [eiser] alleen nodig dat er een asbestinventarisatie en een sloopmelding is gedaan. [eiser] stelt dat [gedaagde] hier ook aan moet meewerken en dat ten onrechte niet wil doen.