Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Satu Mare Court, Roemenië (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
warrant of execution of imprisonmentmet kenmerk No. 1169/2024 van 5 augustus 2024 van
the Court of Satu Mareen een
criminal sentence no. 1097/15.07.2024, enforceable following no appeal on 05.08.2024met kenmerk no. 2212/296/2021* van
the Court of Satu Mare.
criminal judgment number 894/06. 06.06.2014van
the Satu Mare Court,
final on 07.07.2014met kenmerk 169/296/2014. Uit onderdeel f) van het EAB volgt dat de bij deze
criminal judgmentopgelegde vrijheidsstraf aanvankelijk als voorwaardelijke straf is opgelegd met een proeftijd van 6 jaar en 8 maanden, maar dat de straf is omgezet in een onvoorwaardelijke straf omdat de opgeëiste persoon gedurende de proeftijd voor nieuwe strafbare feiten is veroordeeld.
criminal judgmentmet kenmerk 169/296/2014 dient te worden aangemerkt als de grondslag van het EAB, en dat de
criminal sentencemet kenmerk No. 1097/15.07.2024 een beslissing tot tenuitvoerlegging van de bij deze
criminal judgmentopgelegde straf betreft.
criminal judgmentopgelegde vrijheidsstraf voor de duur van 1 jaar en 8 maanden, door de opgeëiste persoon te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat.
4.Strafbaarheid: feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
5.Artikel 11 OLW: detentieomstandigheden
the Director General of the National Administration of Penitentiaries(Roemenië) een detentiegarantie verschaft waarin de volgende garantie is gegeven:
security;
regime;
regime;
Bucharest-Rahova Penitentiaryzal worden geplaatst en daarna naar alle waarschijnlijkheid in de
Vaslui Penitentiary.
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW; heropening van het onderzoek
criminal judgmentmet kenmerk 169/296/2014.
criminal judgmentmet kenmerk 169/296/2014 maar de kennelijke beslissing tot tenuitvoerlegging van de bij die
criminal judgmentopgelegde voorwaardelijke straf met kenmerk No. 1097/15.07.2024 staat aangemerkt, is het de rechtbank onvoldoende duidelijk of onderdeel d) betrekking heeft op het juiste toetsingsonderwerp van artikel 12 OLW. De rechtbank kan dus niet toetsen of ten aanzien van de procedure die heeft geleid tot de
criminal judgmentmet kenmerk 169/296/2014 een weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW aanwezig is.
‘’the defendant suffered several convictions on the territory of the United Kingdom, for which reason the court (…) ordered the revocation of the suspension of the execution of the sentence of 1 year and 8 months imprisonment’’. Uit de aanvullende informatie van de justitiële autoriteit van het Verenigd Koninkrijk bij brief van 5 november 2024 blijkt dat een verzoek tot nadere informatie over de procedure in het Verenigd Koninkrijk moet worden ingediend in de vorm van een verzoek tot verlening van
Mutual Legal Assistance. De officier van justitie heeft op de zitting van 14 november 2024 medegedeeld dat dit verzoek reeds is ingediend en dat binnen een termijn van twee weken antwoord wordt verwacht.
- Ziet de informatie zoals die is verstrekt in onderdeel d) van het EAB op de procedure die heeft geleid tot de
- Mocht in onderdeel d) van het EAB punt 2 worden aangekruist en geen van de situaties zoals bedoeld onder punt 3 zich voordoen: Was de opgeëiste persoon op de hoogte van de verdenking en de strafrechtelijke procedure? Is een oproeping voor het proces verzonden aan een door de opgeëiste persoon (bijvoorbeeld tijdens de voorbereidende procedure) opgegeven adres? Is de opgeëiste persoon tijdens of voorafgaand aan de strafprocedure geïnstrueerd over zijn rechten en plichten waaronder de verplichting om bereikbaar te zijn op een opgegeven adres en om eventuele adreswijzigingen door te geven?