ECLI:NL:RBAMS:2024:858

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 februari 2024
Publicatiedatum
16 februari 2024
Zaaknummer
10612640
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een vaststellingsovereenkomst inzake aandelen en schadevergoeding

In deze zaak vordert de eiser, een voormalig werknemer van Sia Partners, nakoming van een vaststellingsovereenkomst die betrekking heeft op de terugkoop van free shares. De eiser was in dienst bij Sia Partners en had op 31 maart 2022 een overeenkomst gesloten waarbij hij aandelen had gekocht en recht verkreeg op free shares. Na de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst op 14 december 2022, heeft de eiser Sia Partners gesommeerd tot nakoming van de overeenkomst, omdat de free shares niet aan hem waren geleverd. De eiser vordert een schadevergoeding van € 74.880,00, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten. Sia Partners betwist de vordering en stelt dat er geen overeenkomst is over de free shares, omdat deze nooit aan de eiser zijn geleverd. De kantonrechter oordeelt dat Sia Partners gehouden is tot nakoming van de overeenkomst op basis van goed werkgeverschap en dat de eiser recht heeft op de gevorderde schadevergoeding. De rechter wijst de vordering van de eiser toe en veroordeelt Sia Partners in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10612640 \ CV EXPL 23-9870
Vonnis van 20 februari 2024
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] , gemeente Stichtse Vecht
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. Y.M. van Vliet,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
SIA PARTNERS S.A.R.L.,
te Parijs (Frankrijk)
gedaagde partij,
hierna te noemen: Sia Partners,
gemachtigde: mr. M.T. Ok.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 7 juli 2023 met producties;
  • de conclusie van antwoord met producties;
  • het tussenvonnis van 26 september 2023
  • de brief van 8 januari 2024 van Sia Partners met een aanvullende productie;
  • de brief van 9 januari 2024 van [eiser] met een aanvullende productie;
  • de mondelinge behandeling van 18 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waarbij Sia Partners spreekaantekeningen heeft voorgedragen en overgelegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Sia Partners is een groot management consulting bedrijf dat zich wereldwijd heeft gevestigd, waaronder in Nederland.
2.2.
[eiser] is op 1 september 2018 bij Sia Partners in dienst getreden; laatstelijk was hij werkzaam in de functie van Associate Partner.
2.3.
Sia Partners en [eiser] hebben op 31 maart 2022 een ‘Share purchase and sale agreement’ gesloten waarbij [eiser] 610 ‘invested shares’ heeft gekocht van Sia Partners. Deze aandelen zijn bij notariële akte aan [eiser] geleverd.
2.4.
Op 31 maart 2022 verkreeg [eiser] het recht op 320 ‘free shares’ door middel van een toekenningsbeslissing. Deze free shares zouden op 30 juni 2024 worden omgezet naar ‘ordinary shares’ mits [eiser] op die datum nog in dienst zou zijn bij Sia Partners. De toekenningsbeslissing is namens Sia Partners ondertekend door [naam] , CEO van Sia Partners.
2.5.
Op 14 december 2022 heeft Sia Partners bij [eiser] de wens uitgesproken om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Sia Partners heeft daarbij aan [eiser] een concept vaststellingsovereenkomst ter hand gesteld.
2.6.
[eiser] heeft op 5 januari 2023 een tegenvoorstel gedaan. Onderdeel van het voorstel was het volgende:
“ [eiser] ’s invested shares (610) and free shares (320) will be repurchased at EUR 142.740,-- for the invested shares and EUR 74.880,00 for the free shares, so at a total value of the shares of EUR 217.620,--”.
2.7.
Sia Partners is akkoord gegaan met het voorstel voor wat betreft de invested shares en de free shares.
2.8.
Op 31 januari 2023 hebben partijen de vaststellingsovereenkomst gesloten waarin onder meer een ontslagvergoeding is overeengekomen. Daarnaast in artikel 3.5 het volgende opgenomen over de invested shares en free shares:
“Employee’s invested shares (610) and free shares (320) will be repurchased at EUR 142.740,-- for the invested shares and EUR 74.880,-- for the free shares, so at a total value of the shares of EUR 217.620,--. Payment is made within two months after the Termination Date at the latest. The (notarial) costs for buying and transferring the shares will be borne by Employer.”Namens Sia Partners heeft [naam] de vaststellingsovereenkomst ondertekend.
2.9.
Partijen hebben aan hetgeen in de vaststellingsovereenkomst is opgenomen uitvoering gegeven, met uitzondering van de verbintenissen die zij zijn overeengekomen ten aanzien van de free shares. [eiser] heeft Sia Partners gesommeerd tot nakoming.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. Sia Partners te veroordelen tot nakoming van artikel 3.5 van de vaststellingsovereenkomst in die zin dat Sia Partners ter zake van de free shares aan [eiser] een vergoeding betaalt van € 74.880,00, vermeerderd met de wettelijke rente;
II. Sia Partners te veroordelen tot betaling van € 74.880,00 aan [eiser] , vermeerderd met de wettelijke rente;
III. Sia Partners te veroordelen in de werkelijke proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
[eiser] voert samengevat het volgende aan. [eiser] heeft ingestemd met de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst onder de voorwaarde dat Sia Partners een vergoeding zou betalen ter compensatie voor het feit dat zijn free shares niet zouden worden omgezet in definitieve aandelen. Sia Partners is dan gehouden de vergoeding te voldoen. [eiser] doet verder een beroep op goed werkgeverschap. Tot slot vordert [eiser] de volledige proceskosten omdat hij door Sia Partners op kosten is gejaagd.
3.3.
Sia Partners betwist dat partijen een vergoeding voor de free shares zijn overeengekomen. Partijen hebben afgesproken dat Sia Partners de free shares zou terugkopen. Deze afspraak berust echter op een misverstand omdat achteraf is gebleken dat de free shares niet aan [eiser] waren geleverd. Sia Partners kan de aandelen dus ook niet terugkopen. Het uitbetalen van het bedrag als vergoeding is verder in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Sia Partners voert tot slot verweer tegen de gevorderde rente en de vergoeding van de volledige proceskosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.Beoordeling

4.1.
Vast staat dat partijen hebben afgesproken dat Sia de zogenoemde free shares zou terugkopen (‘repurchase’) van [eiser] tegen een betaling van een bedrag van € 74.880,00. Vaststaat ook dat partijen, achteraf gezien ten onrechte, ten tijde van zowel het onderhandelen over als het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst, er vanuit gingen dat deze free shares, net zoals de ‘invested shares’ reeds in het bezit waren van [eiser] . Deze veronderstelling ligt ook voor de hand gelet op de beslissing van 30 juni 2022 (‘Notice of Allotment’) van CEO [naam] . Daarin worden termen gebezigd als ‘attribution’, ‘grant’ en ‘effective as from this day’. Uit de stukken wordt evenwel ook duidelijk dat het destijds, medio 2022, de bedoeling was van partijen, en dit volgt ook uit de desbetreffende regeling (het zgn. Free Ordinary Shares Attribution Sub-Plan) dat de free shares eerst definitief zouden worden toegekend als [eiser] twee jaar na dato, dus medio 2024, nog in dienst was als corporate officer.
4.2.
Vast staat ook dat deze free shares, als betrof het een optierecht, voor [eiser] een bepaalde waarde vertegenwoordigden ten tijde dat partijen onderhandelden over de termen van de vaststellingsovereenkomst. Die waarde is toen door [eiser] aan de hand van de waarde van de ‘invested shares’ berekend op € 74.088,00. Sia Partners is akkoord gegaan met deze waardevaststelling. Aannemelijk is voorts dat [eiser] in geval Sia Partners zich zou hebben verzet tegen betaling van een bedrag in ruil voor de free shares, bijvoorbeeld omdat deze eerst in 2024, dus na het einde van het dienstverband met [eiser] , verzilverd konden worden, een hogere eind-vergoeding (‘severance payment’) zou hebben bedongen. Dat Sia Partners zich zou hebben verzet tegen die hogere eind-vergoeding is door haar wel gesteld maar onvoldoende onderbouwd.
4.3.
De kantonrechter laat daar de vraag of Sia Partners niet reeds op grond van de vaststellingsovereenkomst gehouden kan worden tot nakoming van haar deel van de verbintenis te weten het betalen van een bedrag van € 74.088,00 aan [eiser] , nu de kantonrechter van oordeel is dat in ieder geval op grond van goed werkgeverschap (art.7:611 BW) zij daartoe gehouden is. De rechtsverhouding tussen een werkgever en een werknemer wordt immers ook beheerst door de eisen van redelijkheid en billijkheid. De opstelling van Sia Partners betekent dat [eiser] nu met lege handen staat, terwijl vast staat dat hij destijds meer dan 110 duizend euro heeft geïnvesteerd in een pakket aandelen waaraan tevens een pakket free shares was gekoppeld en dat het pakket free shares ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst een waarde vertegenwoordigde van ruim €74.000,00. Voorts geldt dat Sia Partners destijds had kunnen zien aankomen dat [eiser] nu die free shares niet kan overdragen. Zij moet immers als een repeat player gezien worden ten aanzien van doen uitgeven van aandelen volgens haar eigen regeling, het Free Ordinary Shares Attribution Sub-Plan. Ter zitting is door Sia Partners gesteld dat het wel vaker voorkomt dat zij afscheid neemt van werknemers terwijl de gealloceerde free shares nog niet definitief zijn omgezet en dat zij in die gevallen steeds beslist heeft die free shares niet over te nemen. In het onderhavige geval heeft Sia Partners dus anders beslist, na onderhandelingen, terwijl zij kennelijk geen onderzoek heeft verricht naar de feitelijke stand van zaken met betrekking tot de free shares van [eiser] , maar deze nalatigheid moet dan voor haar rekening en risico blijven. Zowel de zogenaamde attributie-beslissing van 30 juni 2022 als de vaststellingsovereenkomst zijn namens Sia partners bovendien door dezelfde CEO ondertekend. Tevens speelt een rol dat niet gesteld of gebleken is dat [eiser] bewust het niet kunnen overdragen van de free shares niet gemeld heeft. Het is dan in strijd met de redelijkheid en billijkheid dat Sia Partners als werkgever haar handen nu volledig van de zaak aftrekt en [eiser] met het nadeel laat zitten.
4.4.
Waar [eiser] bij wijze van subsidiaire vordering een schadevergoeding heeft gevorderd van € 74.880,00 zal deze dus worden toegewezen. Voor matiging ziet de kantonrechter geen aanleiding nu de frees shares ten tijde van de vaststellingsovereenkomst onbetwist een waarde vertegenwoordigden ter hoogte van dit bedrag.
4.5.Sia Partners is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. [eiser] vordert de vergoeding van de werkelijke kosten. Voor toewijzing van deze vordering is vereist dat Sia Partners misbruik maakt van het procesrecht of onrechtmatig handelt. Naar het oordeel van de kantonrechter is daarvan geen sprake.
4.6.
De proceskosten worden volgens de gebruikelijke tarieven tot aan het vonnis begroot op:
- kosten van de dagvaarding
129,14
- griffierecht
693,00
- salaris gemachtigde
1.630,00
(2,00 punten × € 815,00)
Totaal
2.452,14
4.7.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
4.8.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Sia Partners om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 74.880,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 1 mei 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Sia Partners in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op € 2.452,14, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Sia Partners in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 68,00 aan salaris gemachtigde, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan, te vermeerderen met de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de dag van algehele voldoening;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kruisdijk en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2024, in aanwezigheid van de griffier.
58984