ECLI:NL:RBAMS:2024:851

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 februari 2024
Publicatiedatum
16 februari 2024
Zaaknummer
10865170
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot woningruil in kort geding met afwijzing op basis van belangenafweging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 16 februari 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een huurder, aangeduid als [eiser], en de stichting Woonstichting Lieven de Key. De huurder vorderde dat Lieven de Key zou meewerken aan een woningruil met een andere huurder, [naam 2], omdat zij al lange tijd in haar sociale huurwoning woont en persoonlijke omstandigheden haar zouden dwingen tot verhuizing. De huurder heeft sinds 1992 een woning gehuurd van Lieven de Key en heeft na het overlijden van haar echtgenoot in 2015 te maken gehad met psychische problemen. Ondanks haar verzoek om woningruil, heeft Lieven de Key de aanvraag afgewezen, omdat de kandidaat niet voldeed aan de voorwaarden voor woningruil volgens hun toewijzingsbeleid.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de huurder een spoedeisend belang heeft bij de vordering, maar dat haar zwaarwegende belang onvoldoende aannemelijk is gemaakt. De rechter heeft overwogen dat de persoonlijke omstandigheden van de huurder, hoewel invoelbaar, niet opwegen tegen het belang van Lieven de Key als sociale verhuurder, die woningen moet toewijzen aan gezinnen met kinderen. De rechter heeft geconcludeerd dat de belangen van de sociale verhuurder zwaarder wegen dan die van de huurder, en heeft de vordering van de huurder afgewezen. Tevens is de huurder veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10865170 \ KK EXPL 24-8
Vonnis in kort geding van 16 februari 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. M. Heikens,
tegen
de stichting
WOONSTICHTING LIEVEN DE KEY,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Lieven de Key,
gemachtigde: mr. B. van den Berg.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling van 9 februari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van mr. Van den Berg (Lieven de Key)

2.De feiten

2.1.
[eiser] huurt sinds 1 november 1992 van Lieven de Key de woning aan het adres [adres 1] . De woning is een sociale huurwoning, met vier kamers en heeft een gebruiksoppervlak van 102 m².
2.2.
Op 27 februari 2015 is de echtgenoot van [eiser] , [naam 1] , die zij in de vijftien jaren daarvoor tijdens zijn ziekte heeft verzorgd, overleden. [eiser] heeft na zijn overlijden een moeilijke periode doorgemaakt en heeft daar nog steeds veel verdriet van. Van oktober 2018 tot en met juni 2019 is zij in behandeling geweest bij een psycholoog. De diagnose was een gegeneraliseerde angststoornis. In juni 2019 is de behandeling afgerond.
2.3.
[eiser] heeft op enig moment in 2023 een aanvraag woningruil gedaan. Zij wil graag verhuizen naar een woning aan de [adres 2] , die wordt bewoond door [naam 2] , die daar deels (op basis van een co-ouderschap) samen met zijn dochter [naam 3] (geboren op [geboortedatum] 2015) woont. Deze woning is eveneens een sociale huurwoning, eigendom van Ymere.
2.4.
Bij brief van 4 september 2023 heeft Lieven de Key de aanvraag afgekeurd. De reden is dat de woningruil-kandidaat ( [naam 2] ) niet voldoet aan de voorwaarden, omdat de woning aan de [adres 1] is bedoeld voor een huishouden met minimaal 3 thuiswonende kinderen.
2.5.
Bij brief van 11 september 2023 heeft Lieven de Key de aanvraag nogmaals afgewezen.
2.6.
Bij brief van 1 december 2023 heeft de advocaat van [eiser] Lieven de Key verzocht de aanvraag woningruil alsnog te honoreren.
2.7.
In een e-mail van 13 december 2023 heeft Lieven de Key nogmaals laten weten niet mee te zullen werken aan indeplaatsstelling, nu de woning volgens haar toewijzingsbeleid moet worden toegewezen aan grote gezinnen van minstens vier personen. Lieven de Key heeft [eiser] gewezen op de regeling ‘van groot naar beter’, een regeling waarbij huurders die kleiner willen gaan wonen voorrang kunnen krijgen bij toewijzing van een nieuwe (kleinere) woning.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat - Lieven de Key te veroordelen mee te werken aan woningruil met [naam 2] en in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering het volgende ten grondslag. Zij woont al 31 jaar met veel plezier in haar woning, maar ze heeft ook moeilijke tijden gekend, tijdens de ziekte en na het overlijden van haar man [naam 1] . Vlak daarna kon zij niet meer alleen in de woning zijn. Ze sliep er alleen en was overdag zoveel mogelijk weg. Inmiddels, 8 jaar na het overlijden van [naam 1] , is zij weer zichzelf, maar zij heeft nog steeds slaapproblemen en vanwege alle herinneringen blijft het moeilijk voor haar om in de woning en in de buurt te zijn. Zij heeft lang gezocht naar een ruilwoning, maar niet eerder een geschikte kandidaat gevonden. De woning aan de [adres 2] zou voor haar ideaal zijn. Haar dochter woont daar in de buurt en een oudere vrouw aan wie zij mantelzorg verleent woont er om de hoek. Ook daarom zou het voor haar dé oplossing zijn om naar deze woning te verhuizen. De woningvoorraad komt niet in het geding. In haar woning zouden in plaats van één huurder, een huurder met een kind komen. Als deze woningruil niet door zou gaan zou [eiser] nog jaren in deze woning moeten blijven wonen. Lieven de Key heeft de mogelijkheid om gebruik te maken van 5% vrije toewijzingsruimte en kan de woningruil dus toestaan, zonder dat zij in strijd handelt met haar verplichtingen.
3.3.
Lieven de Key voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of [eiser] ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
4.2.
[eiser] heeft een spoedeisend belang bij haar vordering, omdat zij een kandidaat/woning heeft gevonden voor woningruil die mogelijk niet lang beschikbaar blijft. Van haar kan dan ook niet worden verwacht dat zij een bodemprocedure aanhangig maakt.
4.3.
[eiser] heeft gesteld dat zij een zwaarwegend belang heeft bij de woningruil. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiser] , tegenover de betwisting door Lieven de Key haar zwaarwegende belang onvoldoende aannemelijk gemaakt. Dat het voor haar moeilijk is om in de woning te blijven waar zij jarenlang met haar man heeft gewoond, die inmiddels is overleden, is invoelbaar, maar maakt nog niet dat sprake is van een zwaarwegend belang. Zij is enige tijd in behandeling geweest bij een psycholoog, maar deze behandeling is in 2019 afgerond, en zij schrijft zelf in haar e-mail aan Lieven de Key dat ze zich na acht jaar weer zichzelf voelt. Overigens is het de vraag of behandeling door een psycholoog zou maken dat iemand een zwaarwegend belang heeft bij verhuizing. Ook de omstandigheid dat de dochter van [eiser] bij de [adres 2] in de buurt woont, leidt niet tot het oordeel dat het belang ‘zwaarwegend’ is..
4.4.
Bovendien weegt, als er al sprake zou zijn van een zwaarwegend belang van [eiser] , het belang van Lieven de Key als sociale verhuurder hier zwaarder. Lieven de Key heeft als toegelaten instelling in de zin van de Woningwet, als doelstelling woningen te verhuren aan financieel minder draagkrachtigen en om te zorgen voor een rechtvaardige verdeling van schaarse sociale huurwoningen. De woning van [eiser] is een 4-kamerwoning, en is gelabeld als woning voor grote gezinnen (met minimaal drie thuiswonende kinderen onder de 18 jaar). Zulke grote woningen zijn zeer schaars in Amsterdam, en er staan veel gezinnen op de wachtlijst. Hoewel het juist is dat [eiser] plaats maakt voor een huurder met een kind, terwijl zij zelf alleen is, zou deze huurder gelet op zijn leeftijd en op het feit dat [eiser] actief op zoek is naar een andere woning, waarschijnlijk langer in de woning blijven dan [eiser] . Daarmee zou de woning voor nog langere tijd niet beschikbaar komen voor de doelgroep (grote gezinnen). De conclusie is dat het belang van rechtvaardige woonruimteverdeling zwaarder weegt dan het belang van [eiser] om te willen verhuizen.
4.5.
Lieven de Key heeft gesteld dat zij de 5% vrije toewijzingsruimte alleen gebruikt voor schrijnende gevallen, bijvoorbeeld bij zware overlast, huurders die worden mishandeld door hun partner of gezinnen die met 6 personen in een kleine woning wonen. Lieven de Key heeft de situatie van [eiser] terecht niet als een schrijnende situatie bestempeld.
4.6.
[eiser] heeft nog gesteld dat drie woningen in haar blok onlangs als vrije sectorwoning zijn bestempeld, die ook aan kleine huishoudens worden verhuurd tegen een hogere prijs. Lieven de Key heeft aangevoerd dat de woning van [eiser] niet ‘de vrije sector’ zal in gaan. [eiser] heeft geen stukken overgelegd die haar stelling ondersteunen. Dat Lieven de Key niet consequent is bij het toekennen van vergelijkbare woningen is dan ook onvoldoende aannemelijk geworden.
4.7.
De conclusie is dat de vordering van [eiser] zal worden afgewezen.
4.8.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Lieven de Key worden begroot op:
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
67,50
(plus de kosten van betekening)
Totaal
610,50

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 610,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kruisdijk, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2024.
7561