Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 9 februari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van mr. Van den Berg (Lieven de Key)
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 16 februari 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een huurder, aangeduid als [eiser], en de stichting Woonstichting Lieven de Key. De huurder vorderde dat Lieven de Key zou meewerken aan een woningruil met een andere huurder, [naam 2], omdat zij al lange tijd in haar sociale huurwoning woont en persoonlijke omstandigheden haar zouden dwingen tot verhuizing. De huurder heeft sinds 1992 een woning gehuurd van Lieven de Key en heeft na het overlijden van haar echtgenoot in 2015 te maken gehad met psychische problemen. Ondanks haar verzoek om woningruil, heeft Lieven de Key de aanvraag afgewezen, omdat de kandidaat niet voldeed aan de voorwaarden voor woningruil volgens hun toewijzingsbeleid.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de huurder een spoedeisend belang heeft bij de vordering, maar dat haar zwaarwegende belang onvoldoende aannemelijk is gemaakt. De rechter heeft overwogen dat de persoonlijke omstandigheden van de huurder, hoewel invoelbaar, niet opwegen tegen het belang van Lieven de Key als sociale verhuurder, die woningen moet toewijzen aan gezinnen met kinderen. De rechter heeft geconcludeerd dat de belangen van de sociale verhuurder zwaarder wegen dan die van de huurder, en heeft de vordering van de huurder afgewezen. Tevens is de huurder veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij.