Op 18 december 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door de Tsjechische autoriteiten. De zaak, geregistreerd onder parketnummer 13/302610-24, betreft een vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB, dat op 10 maart 2021 is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in 1988 in Tsjecho-Slowakije, was niet aanwezig tijdens de zittingen en werd vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. F.S. Baardman, en later door mr. C.N.G. Starmans. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en een tussenuitspraak gedaan op 27 november 2024, waarin de rechtbank de grondslag en inhoud van het EAB heeft beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, waarmee de rechtbank de samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie in strafzaken bevestigt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.