Op 18 december 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Tsjechische autoriteiten. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1988 in Tsjecho-Slowakije, die niet aanwezig was tijdens de zittingen en werd vertegenwoordigd door zijn raadsman. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 20 november 2024 gestart, waarbij de officier van justitie, mr. A. Keulers, aanwezig was. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen. Op 27 november 2024 is een tussenuitspraak gedaan, waarin de rechtbank de grondslag en inhoud van het EAB heeft beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft besloten de overlevering toe te staan, zodat de einduitspraak in alle vier de overleveringszaken tegen de opgeëiste persoon tegelijk kan worden gedaan. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.