Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Ivan dit vonnis. De inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
bijlage IIopgenomen bewijsmiddelen, bewezen dat verdachte:
5.Strafbaarheid van het feit en van verdachte
6.Motivering van de straf
8.De vordering
9.Schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
10 (tien) maanden, van deze gevangenisstraf
niet ten uitvoer gelegdzal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast.
- veroordeelde meldt zich op afspraken met reclassering Inforsa, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- veroordeelde laat zich behandelen door de Waag Amsterdam of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door der reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- veroordeelde laat zich, indien de reclassering dit nodig acht, behandelen door een zorgverlener gespecialiseerd in verslavingsproblematiek, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, wordt veroordeelde verplicht zich, na rechterlijke goedkeuring of met instemming van veroordeelde, te laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
- veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met [aangeefster] (geboren op [geboortedag] 2002, wonende op het adres [adres] ) en [broer aangeefster] (geboren op [geboortedag] 1997), zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
- veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van middelen om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
- veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur.
dadelijk uitvoerbaarzijn.
maatregelop grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht dat de veroordeelde voor de duur van
2 (twee) jarenop geen enkele wijze – direct of indirect –contact zal opnemen, zoeken of hebben met
[aangeefster](geboren op [geboortedag] 2002, wonende op het adres [adres] ).
vervangende hechtenisbedraagt
1 (één) weekvoor
iedere keerdat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een totale duur van maximaal 6 (zes) maanden.
dadelijk uitvoerbaaris.
benadeelde partij [aangeefster]toe tot een bedrag van
€ 7.500,00 (zevenduizendvijfhonderd euro)aan vergoeding van immateriële schade. De schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade (17 december 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening.
overige niet-ontvankelijkin haar vordering tot vergoeding.
ten behoeve van [aangeefster] aan de Staat € 7.500,00 (zevenduizendvijfhonderd euro)te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (17 december 2017) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 72 (tweeënzeventig) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.