ECLI:NL:RBAMS:2024:8220

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 december 2024
Publicatiedatum
30 december 2024
Zaaknummer
C/13/760670 / HA RK 24-434
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen rechter na uitspraak in kort geding

Op 10 december 2024 heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van de voorzieningenrechter mr. R.A. Dudok van Heel. Dit verzoek werd ingediend door verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S. Klootwijk, na een eerdere uitspraak van de rechter op 21 november 2024 in een kort geding. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 29 november 2024, maar de rechtbank verklaarde verzoekster niet-ontvankelijk. De rechtbank oordeelde dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen een rechter die een zaak nog in behandeling heeft. Aangezien de rechter op 21 november 2024 al een einduitspraak had gedaan, was het verzoek tot wraking niet ontvankelijk. De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder e-mailberichten van verzoekster en het vonnis van 21 november 2024. De beslissing werd genomen zonder mondelinge behandeling, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Wrakingskamer

Beslissing op het op 29 november 2024 ingekomen en onder zaaknummer C/13/760670 / HA RK 24/434 ingevoerde verzoek tot wraking van:

[verzoekster] ,

wonende te [woonplaats] ,
verzoekster,
(advocaat mr. S. Klootwijk te Breda)
welk verzoek strekt tot wraking van mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter te Amsterdam, hierna: de rechter.

Verloop van de procedure

1. De rechtbank heeft kennisgenomen van de navolgende processtukken:
 e-mailberichten van verzoekster van 28 en 29 november 2024 met daarin opgenomen het wrakingsverzoek;
 een vonnis in kortgeding van de rechter van 21 november 2024.

De feiten

2. Verzoekster is als gedaagde betrokken geweest bij een procedure bij deze rechtbank (Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel) met zaaknummers / rolnummers: C/13/755060 KG ZA 24-706 en C/13/756223 /KG ZA 24-757. Met het vonnis van
21 november 2024 zijn de zaken afgedaan.

De beoordeling

3.1.
Op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een rechter worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
3.2.
Een verzoek tot wraking is geen hoger beroep en kan alleen gericht zijn tegen een rechter die een zaak in behandeling heeft. Nu de rechter op 21 november 2024 einduitspraak heeft gedaan, en het verzoek tot wraking van 28 november 2028 dateert, zijn de zaken van verzoekster niet meer in behandeling bij de rechter. Het onderhavige wrakingsverzoek is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Een mondelinge behandeling kan achterwege blijven.
Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Wrakingskamer verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek.
Aldus gegeven door mrs. P.B. Martens, voorzitter en N.C.H. Blankevoort en A.W.J. Ros, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 december 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.