ECLI:NL:RBAMS:2024:8219

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 december 2024
Publicatiedatum
30 december 2024
Zaaknummer
C/13/760555 / HA RK 24-432
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot verschoning in strafzaak wegens schijn van vooringenomenheid

Op 3 december 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de wrakingskamer, een beslissing genomen op het verzoek tot verschoning dat was ingediend door mr. B. van Galen, rechter bij de rechtbank Amsterdam. Dit verzoek was ingediend in het kader van een lopende strafzaak onder parketnummer 13-322444-23. De aanleiding voor het verzoek was de schijn van vooringenomenheid die zou kunnen zijn ontstaan, omdat de raadsman van de benadeelde partij deel uitmaakt van de persoonlijke of zakelijke kennissenkring van de rechter.

De rechtbank heeft op basis van artikel 518 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) beoordeeld of er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geobjectiveerde vrees bestaat dat de rechter de zaak niet onpartijdig kan behandelen. Daarom heeft de rechtbank besloten het verzoek tot verschoning toe te wijzen.

De hoofdzaak met parketnummer 13-322444-23 zal worden voortgezet met een andere rechter. De rechtbank heeft tevens bepaald dat een afschrift van deze beslissing moet worden toegezonden aan de betrokken partijen, waaronder de raadsvrouw van de verdachte, mr. Schoolderman, de raadsman van de benadeelde partij, mr. De Fluiter, en de officier van justitie. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Wrakingskamer

Beslissing op het onder rekestnummer C/13/760555 / HA RK 24/432 ingeschreven verzoek tot verschoning ingediend door:
mr. B. van Galen, rechter bij de rechtbank Amsterdam, hierna: de rechter.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Bij de rechtbank te Amsterdam is onder parketnummer 13-322444-23 een zaak aanhangig die is toegewezen aan de rechter.

2.Het verzoek

2.1.
Aan het verzoek is ten grondslag gelegd dat de schijn van vooringenomenheid kan zijn ontstaan.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van het bepaalde in artikel 518 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) dient in een verschoningsprocedure te worden beslist of er sprake is van de in artikel 512 Sv genoemde feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. Uit voormelde bepaling valt af te leiden dat de behandeling van een verschoningsverzoek, anders dan de behandeling van een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting behoeft plaats te vinden. De rechtbank zal daarom zonder mondelinge behandeling een beslissing nemen op het verzoek.
3.2.
Verschoning is een middel ter verzekering van (het vertrouwen in) de rechterlijke onpartijdigheid.
3.3.
De rechtbank oordeelt dat de geobjectiveerde vrees kan ontstaan dat de rechter de zaak niet onpartijdig kan behandelen, omdat de raadsman van de benadeelde partij onderdeel uitmaakt van de persoonlijke of zakelijke kennissenkring van de rechter.
De rechtbank:
 wijst het verzoek tot verschoning toe en bepaalt dat de hoofdzaak met parketnummer 13-322444-23 wordt voortgezet voor een andere rechter;
 beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 518, tweede lid Sv wordt toegezonden aan:
 de raadsvrouw van verdachte, mr. Schoolderman;
 de raadsman van de benadeelde partij, mr. De Fluiter;
 de officier van justitie;
 de rechter.
Aldus gegeven door mr. P.B. Martens, voorzitter, mr. N.C.H. Blankevoort en A.W.J. Ros, leden, op
3 december 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.