ECLI:NL:RBAMS:2024:817

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 januari 2024
Publicatiedatum
15 februari 2024
Zaaknummer
24-000526
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering van de officier van justitie inzake psychische stoornis en rechtsbijstand

Op 16 januari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een beslissing genomen op de vordering van de officier van justitie, mr. B.B.A. Frakking, op grond van artikel 509a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De rechtbank heeft de verdachte, geboren in 1969 en ingeschreven op een bepaald adres, via een videoverbinding gehoord. De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering, waarbij een datumfout in de vordering werd gecorrigeerd van 15 januari 2023 naar 15 januari 2024. De verdachte heeft aangegeven geen advocaat nodig te hebben, omdat hij zich niet schuldig voelt aan de tenlastegelegde feiten.

De rechtbank heeft kennisgenomen van een brief van de behandelend psychiater, mevrouw N.T. Dussel, waarin wordt beschreven dat de verdachte lijdt aan een psychotische stoornis met paranoïde en desorganiserende symptomen. De verdachte heeft in het verleden verschillende keren een maatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) ondergaan en is momenteel weer in behandeling met antipsychotica. De psychiater concludeert dat de verdachte, door zijn verstoorde realiteitstoetsing, niet in staat is zijn belangen naar behoren te behartigen.

Gelet op deze bevindingen heeft de rechtbank verklaard dat vermoed wordt dat de verdachte een psychische stoornis, een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap heeft, waardoor hij niet in staat is zijn belangen te behartigen. De rechtbank heeft de voorzitter van het gerecht opgedragen om het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand te instrueren om een raadsman aan de verdachte aan te wijzen. Deze beslissing is genomen door rechter mr. J.W.H.G. Loyson in tegenwoordigheid van griffier mr. M.R. Baart.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 81/021562-22
RK nummer: 24-000526
Beslissing op de vordering van de officier van justitie van 15 januari 2024 op grond van artikel 509a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) betreffende verdachte:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1969,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres] ,
hierna: verdachte.

Procesverloop

De rechtbank heeft op 16 januari 2024 verdachte (via een videoverbinding) en de officier van justitie, mr. B.B.A. Frakking, in besloten raadkamer gehoord.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de concept tekst van de tenlastelegging waarin aan verdachte een viertal feiten wordt tenlastegelegd.

Beslissing van de rechtbank

Standpunten
De officier van justitie heeft in raadkamer gepersisteerd bij zijn vordering en heeft kenbaar gemaakt dat de datum van 15 januari 2023 in de vordering gelezen dient te worden als 15 januari 2024.
De verdachte heeft verklaard dat hij geen advocaat nodig heeft in zijn strafzaak, omdat hij zich nergens aan schuldig heeft gemaakt.
Juridisch kader
Op grond van artikel 509a Sv zal de rechtbank, indien vermoed wordt, zulks bij beslissing verklaren. dat verdachte een psychische stoornis, een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap heeft en dat hij ten gevolge daarvan niet in staat is zijn belangen behoorlijk te behartigen.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank heeft acht geslagen op de inhoud van de brief van de behandelend psychiater van verdachte, mevrouw N.T. Dussel, van 19 september 2023, aan de rechter-commissaris in deze rechtbank, mr. A.B.M. Wijnveldt waarin – zakelijk weergegeven – het volgende over verdachte staat beschreven.
Sinds 2020 is de heer [verdachte] in zorg bij Pro Persona. Bij hem is sprake van een psychotische stoornis gepaard gaande met paranoïde, desorganisatie en soms grootheidsideeën. Er zijn afgelopen jaren verschillende perioden geweest waarin hij zich aan behandeling onttrokken heeft. Er was dan sprake van een forse toename van de achterdocht en desorganisatie gepaard gaande met veelvuldig over straat zwerven en een slechte zelfzorg. De heer [verdachte] heeft al verschillende malen een maatregel in het kader van De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) gehad en de meest recente zorgmachtiging werd afgegeven (tot mei 2024) in verband met dreigend verlies van zijn woning en maatschappelijke teloorgang. Sinds enkele maanden wordt verdachte weer behandeld met antipsychotica, maar hij is niet volledig psychosevrij. De psychiater heeft de indruk dat, voortkomend uit zijn levensgeschiedenis, paranoïde wanen en realiteit elkaar soms raken. De heer [verdachte] vertrouwt mensen weinig en om die reden wil hij zich niet laten bijstaan door een advocaat: niet in Wvggz-zaken en niet in strafzaken.
De psychiater is van mening dat de heer [verdachte] , vanuit een verstoorde realiteitstoetsing, niet goed in staat is zijn persoonlijke belangen in dezen naar behoren te behartigen.
Beslissing:
De rechtbank verklaart, gelet op het voorgaande en gehoord de verdachte, dat vermoed wordt dat verdachte een psychische stoornis, een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap heeft en dat hij ten gevolge daarvan niet in staat is zijn belangen behoorlijk te behartigen.
Met inachtneming van artikel 509c Sv geeft de voorzitter van het gerecht ten spoedigste het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand last tot aanwijzing van een raadsman aan verdachte.
Deze beslissing is genomen op 16 januari 2024 door:
mr. J.W.H.G. Loyson, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.R. Baart, griffier.
Gelet op artikel 509a Sv dient deze beslissing onverwijld vanwege het Openbaar Ministerie aan de verdachte voornoemd te worden betekend.