ECLI:NL:RBAMS:2024:817
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vordering van de officier van justitie inzake psychische stoornis en rechtsbijstand
Op 16 januari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een beslissing genomen op de vordering van de officier van justitie, mr. B.B.A. Frakking, op grond van artikel 509a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De rechtbank heeft de verdachte, geboren in 1969 en ingeschreven op een bepaald adres, via een videoverbinding gehoord. De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering, waarbij een datumfout in de vordering werd gecorrigeerd van 15 januari 2023 naar 15 januari 2024. De verdachte heeft aangegeven geen advocaat nodig te hebben, omdat hij zich niet schuldig voelt aan de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een brief van de behandelend psychiater, mevrouw N.T. Dussel, waarin wordt beschreven dat de verdachte lijdt aan een psychotische stoornis met paranoïde en desorganiserende symptomen. De verdachte heeft in het verleden verschillende keren een maatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) ondergaan en is momenteel weer in behandeling met antipsychotica. De psychiater concludeert dat de verdachte, door zijn verstoorde realiteitstoetsing, niet in staat is zijn belangen naar behoren te behartigen.
Gelet op deze bevindingen heeft de rechtbank verklaard dat vermoed wordt dat de verdachte een psychische stoornis, een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap heeft, waardoor hij niet in staat is zijn belangen te behartigen. De rechtbank heeft de voorzitter van het gerecht opgedragen om het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand te instrueren om een raadsman aan de verdachte aan te wijzen. Deze beslissing is genomen door rechter mr. J.W.H.G. Loyson in tegenwoordigheid van griffier mr. M.R. Baart.