ECLI:NL:RBAMS:2024:8102

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 december 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
81/159017-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beleggingsfraude met aanzienlijke financiële schade voor investeerders

Op 20 december 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen [verdachte], die beschuldigd werd van oplichting, gewoontewitwassen en het opzettelijk gebruik maken van een vervalst bankafschrift. De rechtbank oordeelde dat [verdachte] tussen 1 mei 2018 en 19 maart 2019 investeerders heeft opgelicht voor een totaalbedrag van € 2.465.000,- door hen te misleiden met valse voorwendselen over de ontwikkeling van de Xpose-app. De rechtbank stelde vast dat de gelden die door investeerders waren ingelegd, niet zijn gebruikt voor de beloofde doeleinden, maar vrijwel direct zijn overgemaakt naar de privérekening van [verdachte] en besteed aan luxe uitgaven. Daarnaast heeft [verdachte] zich schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen van € 2.296.822,46, afkomstig van de oplichting. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een beroepsverbod van 5 jaar. De vorderingen van benadeelde partijen werden grotendeels toegewezen, met de verplichting voor [verdachte] om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers van zijn oplichtingspraktijken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 81/159017-22
Datum uitspraak: 20 december 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1979,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 12, 14 en 15 november 2024 en 20 december 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. M.I.M. Geertsema, en van wat de gemachtigde raadsman van verdachte, mr. P.Th. van Jaarsveld, naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft de zaak tegen verdachte [verdachte] (hierna te noemen: verdachte of [verdachte] ) gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld met de zaak tegen de medeverdachte [medeverdachte] (81/159401-22).

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt – na wijziging van de tenlastelegging op de zitting – kort samengevat beschuldigd van de volgende strafbare feiten:
het opzettelijk gebruik maken van een vals en/of vervalst geschrift op 23 juli 2019;
het medeplegen van (gewoonte)witwassen van (een) geldbedrag(en) van in totaal € 2.296.822,46 in de periode van 23 mei 2018 tot en met 19 maart 2019;
valsheid in geschrift van een afbeelding van een bankafschrift op 23 juli 2019;
primair: het medeplegen van de oplichting van één of meer personen, onder wie [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] en/of [naam 6] en/of [naam 7] , tot de afgifte van geldbedragen van in totaal € 2.547.500,- ten behoeve van de bankrekening op naam van FK Apps Innovations B.V. (hierna: FK Apps) in de periode van 1 mei 2018 tot en met 19 maart 2019;
subsidiair: het medeplegen van verduistering van genoemde geldbedragen in de periode van 1 mei 2018 tot en met 19 maart 2019;
5. het medeplegen van de oplichting van [naam 1] tot het aangaan van een lening van € 200.000,- in de periode van 10 maart 2019 tot en met 11 maart 2019.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Geldigheid van de dagvaarding

3.1.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft partiële nietigheid van de dagvaarding bepleit ten aanzien van de onder 4 tenlastegelegde oplichting, omdat de woorden “één of meer personen, onder wie” zodanig algemeen en onbepaald zijn dat niet duidelijk is op wie die moeten slaan. De brief van het Openbaar Ministerie van 24 mei 2022, met als onderwerp ‘Beslissing tot dagvaarden / onderzoekswensen’ heeft geen aanleiding gegeven om bij het indienen van de onderzoekswensen rekening te houden met andere benadeelden dan de bij naam in de tenlastelegging genoemde personen. De verdediging beschikte toen nog niet over vorderingen van de benadeelde partijen.
3.2.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastelegging voldoende duidelijk is omdat uit het dossier (AMB-014) en de voegingsformulieren van de benadeelde partijen blijkt welke personen worden bedoeld met “één of meer personen, onder wie”.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
In het dossier (AMB-014) staat op pagina 3 uitgeschreven welke bedragen door welke personen zijn overgemaakt naar de rekening van FK Apps. Deze opgave bevat meer personen dan enkel die waarvan de namen specifiek in de tenlastelegging zijn opgenomen. De verdediging beschikte tijdig over dit proces-verbaal, dat gezien de benaming ‘oplichting inleggers FK Apps Innovations B.V.’ duidelijk betrekking heeft op de oplichtings-beschuldiging. Zij kon op basis daarvan eventuele onderzoekswensen indienen. In AMB-014 is bovendien een concreet totaalbedrag opgenomen dat overeenkomt met het totale oplichtingsbedrag dat in de tenlastelegging wordt genoemd, zodat het voor de verdediging duidelijk moet zijn geweest welke personen met ‘één of meer personen’ worden bedoeld.
Daaraan doet niet af dat de verwijzing naar AMB-014 nog niet in de concept-tenlastelegging was opgenomen, maar pas later in de gewijzigde tenlastelegging, en dat de verdediging pas later beschikte over de voegingsformulieren van de benadeelde partijen. Gelezen in samenhang met AMB-014 is de tenlastelegging duidelijk en begrijpelijk en kon er bij de verdediging in redelijkheid geen twijfel over bestaan welke specifieke gedragingen de verdachte worden verweten en waartegen hij zich moest verdedigen. Het verweer wordt verworpen.
3.4.
Conclusie
De dagvaarding is geldig.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten 1, 2, 3, 4 primair en 5 kunnen worden bewezen en heeft daartoe, kort samengevat, het volgende aangevoerd.
In 2017 is de verkoop van lange termijn obligaties met een looptijd van 24 maanden begonnen via Apps Innovations B.V. (hierna: Apps Innovations), waarbij [verdachte] en [medeverdachte] allebei potentiële beleggers hebben benaderd voor de financiering van de ontwikkeling van de applicatie Xpose. Vanaf 1 mei 2018 hebben [verdachte] en [medeverdachte] met valse/onjuiste/ misleidende informatie beleggers benaderd met een ander beleggingsproduct via een andere B.V.; een korte termijn obligatie met een hoog rendement, te betalen op de rekening van FK Apps. Vrijwel het hele bedrag aan ontvangen inleggelden van in totaal € 2.547.500,- is van de rekening van FK Apps overgemaakt naar de privérekening van [verdachte] en besteed aan privéuitgaven. Aan [medeverdachte] is € 124.150,- overgemaakt voor zijn aandeel in de fraude. Volgens het Openbaar Ministerie was er vanaf het moment dat [verdachte] en [medeverdachte] beleggers geld hebben laten betalen op de rekening van FK Apps, geen sprake meer van enige intentie om de app Xpose te (laten) ontwikkelen, omdat dat geld linea recta in de zakken van [verdachte] en [medeverdachte] is verdwenen. Vanaf dit moment was sprake van een oogmerk op wederrechtelijke bevoordeling. Uit de transactieoverzichten van die rekening en het gedrag van de verdachten blijkt dat zij nooit de intentie hebben gehad om een cent te investeren in de applicatie, laat staan de inleggelden terug te betalen. [verdachte] en [medeverdachte] hebben beleggers met een samenweefsel van verdichtsels bewogen om te investeren in de applicatie en hebben beiden een rol gehad in de oplichting (feit 4). Bovendien is sprake van gewoontewitwassen (feit 2), omdat [verdachte] het criminele geld dat hij voorhanden had, heeft omgezet door daar privé-uitgaven van te doen. Verder heeft [verdachte] zich in strijd met de waarheid voorgedaan als bonafide lener en € 200.000,- van [naam 1] geleend (feit 5) en heeft hij - om haar te overtuigen dat het goed zou komen met de terugbetaling - een bankafschrift vervalst (feit 3) en dit vervalste bankafschrift aan haar gestuurd (feit 1).
4.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van alle aan [verdachte] tenlastegelegde feiten en daartoe, kort samengevat, het volgende aangevoerd.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de onder 4 tenlastegelegde oplichting, omdat niet kan worden bewezen dat de in de tenlastelegging genoemde personen zijn bewogen tot afgifte van geld vanwege de in de tenlastelegging genoemde handelingen. Voor de beleggers in Xpose was het duidelijk dat er risico’s aan verbonden waren. Er was geen resultaatverplichting. Wel werd er duidelijk gestreefd naar het realiseren van een goed werkende applicatie en als gevolg daarvan goede bedrijfsresultaten, waardoor investeerders konden worden terugbetaald. De mensen van Xpose hebben geen misleidende informatie gepubliceerd en al helemaal niet in de tenlastegelegde periode. Geen van de beleggers die zijn gehoord heeft, op de vraag wat hen heeft doen besluiten om te beleggen in Xpose, verklaard dat zij dat hebben gedaan vanwege de in de tenlastelegging genoemde oplichtingsmiddelen. Van de beleggers die niet zijn gehoord valt niet vast te stellen waardoor zij zijn bewogen tot overmaken van het geld.
Bij feit 4 subsidiair, de verduistering, gaat het om een enorm bedrag, maar niet kan worden bewezen dat verdachte zich dit bedrag wederrechtelijk heeft toegeëigend.
Ten aanzien van feit 5, de oplichting van [naam 1] voor € 200.000,-, dient volgens de verdediging vrijspraak te volgen, omdat uit het dossier onvoldoende blijkt dat verdachte zich jegens [naam 1] in strijd met de waarheid als een bonafide lener heeft voorgedaan. Bovendien wordt in de tenlastelegging niet uitgelegd hoe hij dat dan zou hebben gedaan, wat in deze complexe zaak wel had gemoeten.
De raadsman stelt dat er geen sprake is van witwassen (feit 2), omdat er geen gelden zijn aangewend, die afkomstig zijn van enig misdrijf. De legale herkomst van het geld is voldoende concreet en aannemelijk gemaakt.
De verdediging heeft ook vrijspraak bepleit ten aanzien van feiten 1 en 3, het vervalsen en gebruik maken van een vervalst geschrift. Op basis van het dossier kan volgens de verdediging niet worden vastgesteld dat de afbeelding van het bankafschrift door verdachte is verzonden. Het vervalsen zelf (feit 3) kan ook niet worden bewezen. De afbeelding kan op een andere datum en door iemand anders zijn vervalst.
4.3.
Oordeel van de rechtbank over feit 4 primair (oplichting)
4.3.1.
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen uit van de volgende feiten en omstandigheden. [1]
4.3.1.1. Start ontwikkeling Xpose App
[verdachte] was sinds 16 oktober 2015 bestuurder en enig aandeelhouder van FK Apps en bestuurder [2] en 51% aandeelhouder van Apps Innovations. [3] De zakenpartner van [verdachte] , [zakenpartner] , was via zijn bedrijf ABM Innovations B.V. [4] bestuurder en voor 49% aandeelhouder van Apps Innovations. [5]
[verdachte] wilde samen met [zakenpartner] de applicatie (hierna: app) Xpose ontwikkelen. Dit betreft een idee voor een app voor de mobiele telefoon die in noodsituaties bij het schudden van de telefoon automatisch wordt geactiveerd. Bij een verdachte situatie worden dan via een online platform de beeldopnames van de telefoon live gestreamd naar bijvoorbeeld het netwerk van de gebruiker. Voor de (verdere) financiering van de opstartkosten, nieuwe ontwikkelingen en technische uitbreiding van de Xpose-applicatie werden door Apps Innovations obligaties uitgegeven. [6]
Medeverdachte [medeverdachte] benaderde in opdracht van Apps Innovations potentiële investeerders om te investeren in obligaties Xpose en heeft daarbij gebruik gemaakt van de naam “ [alias medeverdachte ] ”. [7] Hij ontving voor zijn werkzaamheden een provisie van 10% van de inleg.
4.3.1.2. Xpose obligaties via Apps Innovations
Op de achtergrond van de homepagina van de website www.xpose-obligaties.nl werden promotiefilmpjes afgespeeld waarin onder anderen [naam 8] , [naam 9] en [naam 10] in voorkwamen, die de app Xpose leken te promoten. In deze filmpjes is tevens [verdachte] te zien in gezelschap van deze personen. Onder de weblink 'In de media' op de website werden diverse nieuwsartikelen over de app Xpose uitgelicht. [8] Onder de weblink 'Downloads' waren formulieren te downloaden waaronder het ‘Informatiememorandum Xpose’, de ‘Obligatievoorwaarden Xpose’ en het ‘Deelnameformulier’. [9]
Blijkens het informatiememorandum [10] wordt aan de investeerders een vast rendement van 7% per jaar beloofd. De looptijd van de obligatie bedraagt 24 maanden. Bij een vroegtijdige uitkoop wordt volgens het informatiememorandum altijd het volledige rentepercentage over 24 maanden (14%) over het deelnamebedrag uitgekeerd. De rente wordt per maand of per kwartaal achteraf betaald. De obligatielening wordt uitgegeven ten behoeve van de financiering van de opstartkosten en het werkkapitaal van Xpose.
In de obligatievoorwaarden [11] zijn de bepalingen opgenomen die door de obligatiehouders als geldgever en de uitgevende instelling (Apps Innovations) als geldnemer zijn overeengekomen. Hierin staat onder andere dat de obligatiehouder altijd de volledige rente (twee maal een enkelvoudige rente van 7% op jaarbasis, derhalve 14% in totaal) ontvangt over de totale beleggingsperiode van maximaal 24 maanden. Het bedrag dient te worden overgemaakt op bankrekening [rekening] (hierna te noemen: rekening [rekening] ) ten name van Apps Innovations onder vermelding van 'Xpose Obligaties'. [12] De eerste inleg op deze rekening heeft plaatsgevonden op 17 november 2017 voor een bedrag van € 5.000,- dat afkomstig is van een bankrekening op naam van [naam 3] . [13]
Ondertussen schakelt Apps Innovations verschillende partijen in die de Xpose app (verder) moeten ontwikkelen, achtereenvolgens; ‘De Jongens Van De Techniek’, [naam 11] en Summumware B.V. [14] , maar de ontwikkeling van de app stagneert op enig moment en er ontstaat onenigheid over de samenwerking tussen de aangetrokken partijen en Apps Innovations. [15] Uit het uitgavenpatroon van Apps Innovations blijkt dat waarschijnlijk een bedrag van € 230.582,- is besteed aan de ontwikkeling van de Xpose App. [16]
4.3.1.3. Xpose obligaties via FK Apps
Vanaf 23 mei 2018 worden er door inleggers, die zich daar niet steeds bewust van zijn (daarover meer onder 4.3.1.5), ook gelden overgemaakt naar een andere bankrekening, namelijk naar de rekening [rekening] (hierna te noemen: rekening [rekening] ) ten name van FK Apps. [17] De eerste inschrijving voor financiering van aandelen in Xpose op deze rekening wordt gedaan door [naam 1] op 23 mei 2018, waarbij zij blijkens het inschrijfformulier deelneemt in FK Apps via obligaties met een korte looptijd, namelijk tot maximaal 31 juli 2018, tegen een rentevergoeding van 20% op het deelnamebedrag. Volgens dit inschrijfformulier neemt [naam 1] deel in FK Apps voor een totaalbedrag van € 150.000,- en wordt overeengekomen dat een totaalbedrag van € 180.000,- wordt geretourneerd voor 1 augustus 2018. [18] Hierna vinden ook andere inschrijvingen, door onder anderen [naam 1] en [naam 12] , plaats voor Xpose obligaties via FK Apps met een kortere looptijd en/of rentepercentages die hoger zijn dan bij Apps Innovations. Er wordt toegezegd dat het deelnamebedrag met de rentevergoeding binnen een aantal maanden, te weten aan het einde van de looptijd, wordt geretourneerd. [19]
4.3.1.4. Totaal geïnvesteerde bedrag bij FK Apps
In totaal wordt door verschillende investeerders een bedrag van € 2.547.500,- overgemaakt op de bankrekening van FK Apps die, gezien de omschrijvingen bij de transacties, obligaties in Xpose hebben gekocht. In bijna alle gevallen wordt de inleg nog dezelfde dag van de bankrekening van FK Apps overgeboekt naar de privérekening [rekening] (hierna: rekening [rekening] ) van [verdachte] . [20] [21]
[verdachte] was de enige rekeninghouder van de rekening [rekening] van FK Apps. [22]
In het hierna opgenomen overzicht 1 staan de bedragen die door de verschillende inleggers zijn overgemaakt naar de rekening [rekening] van FK Apps en de bedragen die daarvandaan zijn overgeboekt naar de rekening [rekening] van [verdachte] .
Overzicht 1 [23] [24]
Een deel van het in overzicht 1 opgenomen totaalbedrag van € 2.496.822,46, te weten € 200.000,-, is niet overgeboekt naar rekening [rekening] van [verdachte] , maar naar rekening [rekening] ten name van Apps Innovations onder vermelding van: 'terugbetaling lening'. Deze overboekingen van vier keer € 50.000,- vonden plaats op 24 oktober 2018, direct nadat [naam 1] € 750.000,- had overgemaakt op rekening [rekening] van FK Apps, onder vermelding van '300 obligaties 995 t/m 1294'. Wanneer dit bedrag van € 200.000,- in mindering wordt gebracht op bovengenoemd totaalbedrag is van de inleggers in totaal een bedrag van € 2.296.822,46 overgeboekt naar de privérekening [rekening] van [verdachte] . [25]
Naast de in het overzicht opgenomen € 100.000,-, ingelegd door [naam 7] , heeft hij op 27 februari 2019 nog eens € 50.000,- overgemaakt op rekening [rekening] van Apps Innovations onder vermelding van: 'Betaling op 26-2-2019 voor Xpose Obligates met 7 rente x 20 totaal EUR.50.000 00 [naam 7] '.
[naam 7] heeft op 26 februari 2019 om 10:58 uur een e-mail ontvangen van ' [alias medeverdachte ] Xpose' waarin hem wordt aangeboden gebruik te maken van de mogelijkheid om deel te nemen in de korte termijn participaties van Xpose. [naam 7] heeft al een deelname lopen van € 10.000,- en er zijn nog participaties beschikbaar onder dezelfde condities, maar met een maximale looptijd tot 1 juli 2019. [26]
Op 27 februari 2019 om 11:28 uur heeft [naam 7] weer een e-mail ontvangen van ' [alias medeverdachte ] Xpose'. Hierin wordt aangegeven dat er vooralsnog geen betaling is ontvangen op rekening [rekening] van FK Apps. Daarnaast heeft de afzender, [alias medeverdachte ] , voor [naam 7] een herzien deelnameformulier bijgesloten met een deelnamebedrag van € 50.000,-. [27] Het bedrag moet worden overgemaakt naar rekening [rekening] van FK Apps, onder vermelding van 'Financiering aandelen Xpose'. Volgens het deelnameformulier krijgt [naam 7] een rentevergoeding van 14% op het deelnamebedrag. Hij krijgt derhalve € 57.000,- geretourneerd voor 1 juli 2019. [28]
[naam 7] heeft op 27 februari 2019 om 15:13 uur een e-mail gestuurd naar Xpose ( [e-mailadres] ) met de mededeling dat hij per abuis een bedrag van € 50.000,- heeft overgemaakt op rekening [rekening] van Apps Innovations en dat dit bedrag had moeten worden overgemaakt naar rekening [rekening] van FK Apps. [naam 7] stelt voor dat het bedrag intern wordt overgeboekt. [zakenpartner] heeft deze e-mail, met een vraagteken, doorgestuurd naar [verdachte] en [alias medeverdachte ] . [29]
Op 28 februari 2019 wordt deze € 50.000,- overgemaakt van rekening [rekening] van Apps Innovations naar rekening [rekening] van FK Apps onder vermelding van: 'Volgens mail de heer [naam 7] 27-2-2019'. [30] Ook deze € 50.000,- wordt dezelfde dag nog overgeboekt van de rekening [rekening] van FK Apps naar de privérekening [rekening] van [verdachte] .
Bovenvermeld ingelegd totaalbedrag van € 2.497.500,- komt, vermeerderd met het door [naam 7] ingelegde bedrag van € 50.000,-, uit op het tenlastegelegde oplichtingsbedrag van € 2.547.500,-.
4.3.1.5. Investeerders FK Apps
[naam 1]
heeft tussen 1 maart 2018 en 9 mei 2018 eerst van Apps Innovations obligaties Xpose aangekocht voor een totaalbedrag van € 145.000,-, dat zij heeft overgemaakt naar rekening [rekening] van Apps Innovations. Vanaf 23 mei 2018 tot en met 29 januari 2019 heeft [naam 1] grote bedragen van in totaal € 2.252.500,- overgemaakt naar rekening [rekening] van FK Apps. In overzicht 2 hieronder zijn deze betalingen uitgewerkt.
Overzicht 2 [31]
Uit de inschrijfformulieren blijkt dat haar rentevergoedingen van 20% tot 40% op de aangekochte obligaties in het vooruitzicht worden gesteld. [32] [33]
In de verklaring van deelname die [naam 1] op 3 januari 2019 heeft ondertekend, staat dat zij deelneemt in FK Apps voor een totaal van € 1.000.000,-, dat zij 10% daarvan, te weten € 100.000,-, overmaakt als aanbetaling naar bankrekening [rekening]
(de rechtbank leest dit als [rekening] , zijnde de eerdergenoemde rekening [rekening] )van FK Apps en dat met deze aankoop een eigendom wordt gerealiseerd van 1% in de Xpose onderneming, tegen een aankoopbedrag van € 1.000.000,-. Verder staat daarin dat er al een eigendom van aandelen in het bezit is met een percentage van 0,5% op een totaal van 100% in de vennootschap van Xpose. In totaal is het eigendom van [naam 1] in de Xpose onderneming volgens deze verklaring van deelname 1,5%. [34] In een e-mail van 11 maart 2019 heeft [verdachte] aan [naam 1] de toezegging voor het aandeel van 0,5% bevestigd. [35]
[naam 1] heeft bij de FIOD onder andere het volgende verklaard. [naam 1] is gaan beleggen in de Xpose applicatie, nadat zij het tv-programma Hart van Nederland hierover had gezien met [naam 8] . Zij en haar partner, [naam 13] , zijn in eerste instantie ingestapt door het tv-programma en na een onderzoek naar Xpose op internet.
Begin 2018 hebben zij op de website van Xpose een contactformulier ingevuld. Zij werden daarna teruggemaild. Eerst was [alias medeverdachte ] hun contactpersoon, maar vanaf oktober 2018 werd [verdachte] dat. [naam 1] en [naam 13] hadden beiden persoonlijk contact met [verdachte] via onder andere WhatsApp en Facetime.
Eerst heeft [naam 1] belegd via inleg op de rekening van Apps Innovations en vanaf mei 2018 is zij gaan storten op de rekening van FK Apps. Zij weet niet hoe die verandering tot stand is gekomen en wat daarvan de reden is. Deze wijziging is doorgevoerd op initiatief van [verdachte] , toen [alias medeverdachte ] uit beeld verdween. Er zijn haar door [verdachte] hoge rentepercentages beloofd van 10%, 20% en 40%. Zij zou ook aandeelhouder worden van Xpose. Het bedrag van € 750.000,- heeft zij daarvoor overgemaakt. Ook [naam 13] zou aandeelhouder worden. [naam 1] heeft in totaal ongeveer 2,3 miljoen euro ingelegd. Zij werd vaak gelokt met aantrekkelijke rentepercentages en door [alias medeverdachte ] en later [verdachte] overtuigd om meer in te leggen. Toen zij niet veel meer hadden om in te leggen, werden zij nooit meer gebeld en werd het rustig. Zij zijn toen zelf contact gaan zoeken met [verdachte] , maar werden nooit teruggebeld. Op een gegeven moment, in april 2019, kregen zij [verdachte] niet meer te pakken. [naam 1] en [naam 13] hebben nooit geld teruggekregen of rendement ontvangen van FK Apps. [36]
In haar tweede getuigenverhoor heeft [naam 1] bij de FIOD verklaard dat van het totaalbedrag van € 2.252.500,- dat is overgeboekt naar de rekening van FK Apps alles bedoeld was voor obligaties, behalve de laatste twee overboekingen van 3 en 29 januari 2019. De betaling van 3 januari 2019 was voor één aandeel voor haarzelf en die van 29 januari 2019 was voor 0,5% aandeel voor [naam 13] . Xpose zou namelijk naar de beurs gaan. [verdachte] heeft haar mondeling toegezegd dat het door haar betaalde bedrag van € 750.000,- zou worden omgezet in aandelen. Zij werd door [verdachte] steeds overgehaald om weer opnieuw in te leggen in obligaties. [37]
[naam 3]
heeft tegenover de FIOD verklaard [38] dat zij, nadat zij drie keer geld had overgemaakt naar rekening [rekening] van Apps Innovations voor Xpose obligaties, in augustus 2018 een mail heeft ontvangen van [alias medeverdachte ] dat er geld nodig was om het project af te ronden. Het ging om de laatste fase van de ontwikkeling van de app, het in de markt zetten. [naam 3] zou het geld na maximaal drie maanden teruggestort krijgen met 14% rente. [39] Op 21 augustus 2018 heeft [naam 3] daarom € 10.000,- overgeboekt naar rekening [rekening] van FK Apps voor vier Xpose obligaties en op 28 september 2018 nog eens € 5.000,- voor twee obligaties. [naam 3] heeft in totaal € 15.000,- geïnvesteerd in Xpose bij FK Apps. Zij heeft dat geld niet teruggekregen en ook geen rente ontvangen.
[naam 4]
heeft, blijkens zijn getuigenverklaring bij de FIOD [40] obligaties van Xpose gekocht nadat hij had gezien dat [naam 8] dit product promootte. De belegging beloofde 14% rente over twee jaar, [41] terwijl het geld dat hij over had met de gangbare rente niets opleverde. [naam 4] heeft eerst geld overgemaakt naar rekening [rekening] van Apps Innovations. Op 23 augustus 2018 heeft [naam 4] € 5.000,- overgeboekt naar rekening [rekening] van FK Apps voor twee obligaties Xpose. [naam 4] had niet gezien dat het twee verschillende rekeningnummers betrof. Met [naam 4] was afgesproken dat hij over de tweede inleg 4,7% rente per maand zou krijgen. Die inleg liep maar tot augustus. [naam 4] heeft voor de inleg bij FK Apps geen rendement ontvangen.
Een paar maanden voor het afleggen van zijn getuigenverklaring is [naam 4] gebeld door [verdachte] die hem vertelde dat hij geen contact meer kon krijgen met [alias medeverdachte ] omdat hij een herseninfarct heeft gehad. [alias medeverdachte ] was tot dan toe de contactpersoon van [naam 4] , [verdachte] had hij alleen gezien op internet en foto’s. [verdachte] vertelde [naam 4] dat hij in het buitenland zat om het product te promoten en dat het wellicht op de beurs zou komen voor 24 miljard euro.
[naam 2]
heeft, blijkens haar getuigenverklaring tegenover de FIOD [42] een filmpje gezien over de Xpose app waarin [naam 8] deze app aanprees. Zij dacht dat het wel goed moest zijn als [naam 8] het product promoot. [naam 2] heeft eerst geld overgemaakt naar rekening [rekening] van Apps Innovations voor twee obligaties Xpose. Voorafgaande aan de eerste storting is zij verschillende keren gebeld door [alias medeverdachte ] . Op 5 september 2018 heeft [naam 2] in totaal € 10.000,- overgeboekt naar rekening [rekening] van FK Apps voor vier obligaties Xpose. Dit ging over een obligatielening die voor drie maanden is aangegaan. Het rendement zou fors zijn, 14% voor drie maanden. Volgens [alias medeverdachte ] hadden ze snel geld nodig, omdat de app snel op de markt zou komen. In het bewijs van deelname voor deze obligaties staat volgens [naam 2] dat zij vóór 15 november 2018 een bedrag van € 11.400,- terug zou krijgen aan inleg en rendement. Het was [naam 2] niet opgevallen dat de betalingen in september 2018 naar een ander rekeningnummer werden overgemaakt. Zij vertrouwde erop dat het ook met de tweede inleg goed zou gaan, omdat de eerste inleg elke maand rendeerde.
[naam 12]
heeft in haar getuigenverhoor bij de FIOD [43] verklaard dat zij naar aanleiding van een folder in de brievenbus over Xpose obligaties op internet is gaan zoeken en daar de naam van [naam 8] zag, wat bij haar vertrouwen heeft gewekt. Zij heeft toen nadere informatie opgevraagd en een inschrijfformulier ontvangen, ingevuld en teruggestuurd. [44] Haar eerste betaling heeft [naam 12] gedaan op rekening [rekening] van Apps Innovations. [alias medeverdachte ] vroeg haar op 17 augustus 2018 om meer te investeren, omdat er extra geld nodig was om alles met de app af te ronden. Deze ‘mogelijkheid’ is per mail door [alias medeverdachte ] bevestigd. [45] Zij heeft toen € 20.000,- geïnvesteerd. Aan haar was beloofd dat zij vóór 15 februari 2019 haar volledige inleg zou terugontvangen, inclusief 14% rendement. Omdat de betalingen uitbleven, heeft [naam 12] na februari of maart 2019 steeds mails gestuurd naar [alias medeverdachte ] om haar geld terug te krijgen. Zij kreeg geen reactie. [naam 12] probeerde ook telefonisch contact te krijgen met het kantoor van Apps Innovations. Op 13 april 2019 heeft [naam 12] weer een bericht gestuurd naar [alias medeverdachte ] omdat er nog steeds niet was uitbetaald. Zij heeft toen ook geschreven dat zij stappen zou gaan ondernemen als er niet uitbetaald zou worden. [naam 12] had [verdachte] aangegeven dat zij verschillende partijen had ingeschakeld om naar buiten te treden als zij haar geld niet zou terugkrijgen. In mei 2019 werd zij teruggebeld door [verdachte] en op 4 juni 2019 kreeg zij haar geld met rente teruggestort. [naam 12] heeft zich nooit gerealiseerd dat haar inleg van € 20.000,- was besteed voor FK Apps in plaats van Apps Innovations. Zij dacht dat het om één organisatie ging. Haar inleg was bedoeld om de ontwikkeling van de app af te ronden.
[naam 6] , [naam 14] en [naam 15]
Getuige [naam 6] heeft bij de FIOD verklaard [46] dat [alias medeverdachte ] aan zijn zus, [naam 14] , heeft verteld dat hij haar een korte termijn obligatie wilde aanbieden, wat inhield dat zijn zus 14% aan rente zou ontvangen over haar inleg, omdat een bepaald bestuurslid bij Xpose uitgekocht moest worden en zij daar geld voor nodig hadden. Het bedrag voor de korte termijn obligaties moest op een andere bankrekening worden gestort dan de rekening [rekening] van Apps Innovations, namelijk op rekening [rekening] van FK Apps. [naam 6] heeft een e-mail ontvangen van [alias medeverdachte ] met een voorbeeldberekening. [47] Zijn zus heeft voor die korte termijn obligaties € 20.000,- ingelegd voor de periode 10 september 2018 tot en met 10 december 2018. [48] Aan het einde van de looptijd zou aan haar, inclusief 14% rente, € 22.800,- worden uitgekeerd.
Er zijn geen betalingen verricht die verband houden met de uitkoop van een bepaald bestuurslid. Evenmin zijn er betalingen verricht die verband houden met de ontwikkeling van de app Xpose. [49]
[naam 14] , de zus van getuige [naam 6] , heeft als benadeelde partij in haar voegingsformulier bevestigd dat zij € 20.000,- heeft betaald voor acht obligaties bij FK Apps en dat daar nooit rente en aflossing op is betaald. Blijkens een bij het voegingsformulier gevoegd afschrift van de ING Bank, is dit bedrag op 26 september 2018 vanaf haar rekening overgemaakt naar rekening [rekening] van FK Apps. [50] Dat aan haar, inclusief 14% rente, € 22.800,- zou worden uitgekeerd, blijkt uit de e-mail van [alias medeverdachte ] in de bijlage bij het voegingsformulier. [51]
[naam 6] heeft zelf ook korte termijn obligaties gekocht. Hij heeft op 2 oktober 2018 voor de aankoop van twee obligaties Xpose een verklaring van deelname ingevuld die zijn vrouw heeft ondertekend. Hij heeft als inleg een bedrag van € 5.000,- overgemaakt naar rekening [rekening] van FK Apps en twee dagen later nog een bedrag van € 7.500,-. [naam 6] heeft geen rendement of terugbetaling ontvangen over de korte termijn obligaties waarvoor hij € 12.500,- heeft ingelegd. Na 11 maart 2019 heeft [naam 6] op geen enkele manier contact meer kunnen krijgen met [alias medeverdachte ] . [verdachte] heeft [naam 6] op 25 juli 2019 gebeld en gezegd dat hij zijn korte termijn obligaties kon omzetten naar lange termijn obligaties. [alias medeverdachte ] heeft volgens [verdachte] een herseninfarct gehad. [naam 6] heeft zijn best gedaan om zijn geld terug te krijgen, maar heeft nog steeds niets ontvangen. [52] De bedragen van € 5.000,- en € 7.500,- zijn op 2 en 5 oktober 2018 afgeschreven van de rekening van [naam 15] , de vrouw van [naam 6] . [naam 15] heeft als benadeelde partij in haar voegingsformulier bevestigd dat zij € 12.500,- heeft betaald voor vijf obligaties bij FK Apps en dat daar nooit rente en aflossing op is betaald. [53]
[naam 16.1]
heeft op 12 september 2018 € 10.000,- overgemaakt naar rekening [rekening] van FK Apps voor de financiering van Xpose. Op 20 september 2018 heeft [naam 16.1] € 5.000,- overgemaakt naar deze rekening voor de financiering van Xpose. [naam 16.1] heeft blijkens zijn voegingsformulier geïnvesteerd vanwege – onder meer – de geboden rente. [54] Zijn investering van € 10.000,- heeft [naam 16.1] volgens zijn voegingsformulier niet teruggekregen en ook geen rente ontvangen. Uit de verklaring van deelname van 11 september 2018, gevoegd als bijlage bij het voegingsformulier [55] , blijkt dat een rentevergoeding van 14% op het deelnamebedrag is afgesproken, zodat hij vóór 10 december 2018 € 11.400,- geretourneerd zou krijgen. [naam 16.1] heeft ook e-mails ingediend als bijlage, [56] waaruit onder meer blijkt dat [naam 16.1] op een gegeven moment geen contact meer kon krijgen met [verdachte] , ondanks alle beloftes van [verdachte] om ervoor te zorgen dat hij zijn geld terugkreeg en de beloofde rente zou ontvangen.
[bedrijf]
heeft op 25 september 2018 € 5.000,- overgemaakt voor Xpose naar rekening [rekening] van FK Apps. [bedrijf] , vertegenwoordigd door [naam 17] , heeft zich eveneens gevoegd in de strafzaak als benadeelde partij. [57] heeft blijkens de toelichting op het voegingsformulier € 5.000,- betaald aan FK Apps voor obligaties Xpose en daartoe besloten vanwege het feit dat [naam 8] min of meer garant stond voor een eerlijke transactie bij de aankoop van de obligaties. Uit de verklaring van deelname van 24 september 2018 [58] blijkt dat de looptijd tot 10 december 2018 liep en dat hiervoor 14% rente zou worden uitgekeerd. In totaal zou voor 10 december 2018 € 5.700,- worden uitgekeerd.
[naam 18]
heeft op 14 januari 2019 € 5.000,- overgemaakt naar rekening [rekening] van FK Apps voor twee obligaties Xpose. [naam 18] heeft als benadeelde partij in zijn voegingsformulier toegelicht dat hij heeft besloten tot inleggen nadat hij uitgebreid telefonisch informatie heeft gekregen en een contract had ondertekend. Uit dit contract, de verklaring van deelname van 14 januari 2019, blijkt dat [naam 18] 14% rente zou krijgen over zijn deelnamebedrag van € 5.000,- na een looptijd tot maximaal 31 december 2019. [59]
[naam 19]
heeft op 23 januari 2019 € 5.000,- overgemaakt naar rekening [rekening] van FK Apps voor twee Xpose obligaties. [naam 19] heeft zich ook gevoegd als benadeelde partij in deze strafzaak. In de verklaring van deelname, gevoegd bij het voegingsformulier, staat dat [naam 19] uiterlijk 31 december 2019 haar deelnamebedrag retour krijgt en dat een rentevergoeding van 14% wordt afgesproken. Blijkens de toelichting van [naam 19] in het voegingsformulier zijn het deelnamebedrag en het rendement nooit aan haar betaald. Bij het voegingsformulier zijn ook e-mails gevoegd waarmee [naam 19] is geïnformeerd over Xpose obligaties. [60]
[naam 20]
heeft op 13 februari 2019 € 5.000,- overgemaakt naar rekening [rekening] van FK Apps voor de financiering van Xpose. Ook [naam 20] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in deze strafzaak, omdat hij blijkens zijn toelichting in het voegingsformulier zijn inleg en de beloofde rente van 14% niet heeft teruggekregen. Uit de verklaring van deelname bij het voegingsformulier blijkt dat deze rente op 13 februari 2019 was toegezegd voor een looptijd tot uiterlijk 10 mei 2019 en dat [naam 20] vóór deze datum € 5.700,- geretourneerd zou krijgen. [naam 20] is blijkens de bijlagen bij het voegingsformulier per e-mail geïnformeerd over Xpose en de obligaties. [61]
[naam 21]
heeft op 6 maart 2019 € 5.000,- overgemaakt naar rekening [rekening] van FK Apps voor obligaties Xpose. [naam 21] heeft zijn inleg en rente nooit teruggekregen, zoals blijkt uit zijn voegingsformulier als benadeelde partij. In de toelichting daarin geeft [naam 21] aan dat telefonisch was gezegd dat het bedrag nodig was ter overbrugging voor de uitgifte van de Xpose app. Volgens het bijgevoegde deelnameformulier zou vóór 15 augustus 2019 een totaalbedrag van € 5.700,- geretourneerd worden, met een rente van 14%, maar heeft hij nooit iets terugontvangen. [62]
[naam 22]
heeft op 14 maart 2019 € 10.000,- overgemaakt naar rekening [rekening] van FK Apps voor een korte termijn deelname met twee obligaties. [naam 22] , eveneens benadeelde partij in deze strafzaak, heeft bij de onderbouwing van zijn vordering toegelicht dat hij begin 2019 is benaderd door [alias medeverdachte ] om een korte investering te doen in de ontwikkeling van de applicatie Xpose. [alias medeverdachte ] gaf aan dat de investering een rendement van 14% voor [naam 22] zou opleveren, waarop hij genoemd bedrag heeft overgemaakt. Hierna heeft [naam 22] niets meer vernomen en kon hij [alias medeverdachte ] ook niet meer telefonisch of per e-mail bereiken. [63]
[naam 23]
heeft op 18 maart 2019 € 20.000,- overgemaakt naar rekening [rekening] van FK Apps voor de financiering van Xpose. Blijkens de verklaring van deelname van 16 maart 2019, bijlage bij het voegingsformulier, zou [naam 23] vóór 31 december 2019 de inleg plus 14% rente, ofwel een bedrag van € 22.800,- geretourneerd krijgen. [naam 23] heeft nooit meer iets gehoord, nadat hij dit bedrag had overgemaakt, zoals toegelicht in zijn voegingsformulier. [64]
4.3.2.
Beoordeling
De rechtbank moet beoordelen of de via FK Apps aangetrokken investeerders door [verdachte] en [medeverdachte] zijn opgelicht. De via Apps Innovations aangetrokken investeringen vallen buiten het bereik van de tenlastelegging en staan in deze zaak dus niet ter discussie.
4.3.2.1. Juridisch kader
Een veroordeling voor oplichting vereist dat de verdachte bij een ander door een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrieglijk handelen een onjuiste voorstelling in het leven heeft willen roepen om daarvan misbruik te maken. De verdachte moet een of meer van de in artikel 326, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) bedoelde oplichtingsmiddelen hebben gebruikt, waardoor die ander is bewogen tot de afgifte van een goed, het verlenen van een dienst, het beschikbaar stellen van gegevens, het aangaan van een schuld of het tenietdoen van een inschuld.
Het antwoord op de vraag of in een concreet geval het slachtoffer door een oplichtingsmiddel – dat door de verdachte is gebruikt – is bewogen tot een van voornoemde handelingen, is in sterke mate afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In algemene zin kunnen tot die omstandigheden de volgende behoren. Enerzijds de mate waarin de in het algemeen in het maatschappelijk verkeer vereiste omzichtigheid het beoogde slachtoffer aanleiding had moeten geven die onjuiste voorstelling van zaken te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen. Anderzijds weegt mee de persoonlijkheid van het slachtoffer, waarbij onder meer de leeftijd en de verstandelijke vermogens van het slachtoffer een rol kunnen spelen. Bij een samenweefsel van verdichtsels behoren tot die omstandigheden onder meer de vertrouwenwekkende aard, het aantal en de indringendheid van de (geheel of gedeeltelijk) leugenachtige mededelingen in hun onderlinge samenhang.
Voor beantwoording van de vraag of sprake is van een oplichtingsmiddel geldt verder als uitgangspunt dat in overeenkomsten, prospectussen of informatiebrochures gegeven garanties of toegezegde prestaties niet snel zijn aan te merken als oplichtingsmiddel, omdat het gaat over toekomstige onzekere gebeurtenissen. Toch kan ook dan sprake zijn van een oplichtingsmiddel als van meet af aan, of vanaf een bepaald moment, door het geven van een vertekend beeld van de werkelijkheid, alleen (nog) maar sprake is van onwaarheden, een samenweefsel van verdichtsels en/of listige kunstgrepen. Naar het oordeel van de rechtbank doet deze situatie zich in dit geval voor. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
4.3.2.2. Oplichting door [verdachte]
Onder 4.3.1 is de rechtbank uitgebreid ingegaan op de start van de ontwikkeling van de Xpose app, hoe voor de financiering daarvan eerst door Apps Innovations investeerders zijn aangetrokken en hoe vanaf 23 mei 2018 investeerders zijn aangetrokken door FK Apps. Daaruit leidt de rechtbank af dat onder de paraplu van Apps Innovations er een serieuze start lijkt te zijn gemaakt om daadwerkelijk tot ontwikkeling van de Xpose app te komen. Er werden investeringen gedaan in de technische ontwikkeling en de door Apps Innovations aangetrokken investeerders lijken, in ieder geval in het begin, de overeengekomen rente uitbetaald te hebben gekregen. Dat lijkt te zijn veranderd toen de technische ontwikkeling stagneerde en er conflicten ontstonden met de partijen die daarvoor waren aangetrokken.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat [verdachte] vanaf mei 2018 obligaties is gaan uitgeven onder de paraplu van FK Apps. Het heeft er de schijn van dat hij dit buiten medeweten van zijn zakenpartner [zakenpartner] heeft gedaan. Ook deze obligaties zijn aan de man gebracht door [medeverdachte] . Daarvoor heeft hij onder andere investeerders benaderd die al in obligaties van Apps Innovations hadden belegd. Hen werd een (nog) gunstigere rente en een kortere looptijd in het vooruitzicht gesteld dan bij de obligaties van Apps Innovations. Uit de bewijsmiddelen volgt dat veel investeerders zich niet (direct) bewust waren van het feit dat zij niet meer te maken hadden met Apps Innovations, maar met FK Apps. Zij werden immers benaderd door dezelfde verkoper: [alias medeverdachte ] , oftewel [medeverdachte] en voor de ontwikkeling van dezelfde app: Xpose.
Onder 4.3.1.5 is beschreven wat de investeerders heeft bewogen om te beleggen in de obligaties van FK Apps. Daaruit komt het beeld naar voren dat zij dachten te investeren in de Xpose app en dat zij zich mede door de in het vooruitzicht gestelde aantrekkelijke rentes, de korte looptijd en de gegarandeerde terugbetaling van het ingelegde geld hebben laten verleiden tot het investeren van grote bedragen. Veel van de investeerders hebben ook aangegeven vertrouwen te hebben gehad in het product vanwege de publiciteit die daar (toen nog onder de paraplu van Apps Innovations) aan was gegeven, vanwege het vertrouwen dat [naam 8] in het product had gehad, en vanwege het feit dat zij over hun obligaties van Apps Innovations volgens afspraak rente uitgekeerd hadden gekregen. Zij gingen er dus steeds vanuit dat hun geld zou worden geïnvesteerd in de ontwikkeling van de Xpose app, hetgeen hen ook is voorgeschoteld in de voorafgaande contacten per telefoon of per e-mail over de inleg.
Vast staat echter dat de door FK Apps aangetrokken gelden in het geheel niet zijn besteed aan de ontwikkeling van de Xpose app. Sterker nog, zodra er geld op de rekening van FK Apps binnen kwam, werd dat geld vrijwel direct overgemaakt naar de privérekening van [verdachte] en vervolgens aan privédoeleinden besteed; het overgrote deel is opgegaan ten behoeve van het luxeleven van [verdachte] in het buitenland en ten behoeve van mensen in de omgeving van [verdachte] . Daarmee heeft [verdachte] feitelijk anders gehandeld dan de investeerders op grond van wat hen werd voorgehouden mochten verwachten. In de gegeven situatie en op basis van de onware voorstelling van zaken door [verdachte] konden de slachtoffers er met recht van uitgaan dat hun ingelegde gelden zouden worden geïnvesteerd in Xpose. Uit niets blijkt echter dat [verdachte] , vanaf het moment dat hij via FK Apps obligaties is gaan uitgeven, nog een serieus te nemen plan had om de Xpose app te ontwikkelen. De rechtbank stelt vast dat [verdachte] in ieder geval vanaf mei 2018 misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen van de investeerders en hen een volledig vertekend beeld van de werkelijkheid heeft voorgespiegeld. Meer concreet overweegt de rechtbank nog als volgt.
Op basis van de onder 4.3.1 vastgestelde feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] door een samenweefsel van verdichtsels bij de slachtoffers [naam 1] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 2] , [naam 16.1] , [naam 16.2] , [bedrijf] , [naam 14] , [naam 15] , [naam 18] , [naam 19] , [naam 7] , [naam 20] , [naam 21] , [naam 22] , [naam 23] en [naam 12] een onjuiste voorstelling van zaken in het leven heeft geroepen, waardoor zij zijn bewogen tot de afgifte van geldbedragen van in totaal € 2.465.000,-.
Dit geldt niet voor [naam 24] , [naam 25] en [naam 26] , omdat op grond van het dossier niet kan worden vastgesteld wat hen heeft bewogen geld over te maken naar FK Apps. Het ligt voor de hand te vooronderstellen dat zij dat hebben gedaan om dezelfde redenen als de bovengenoemde investeerders, maar omdat de deelnameformulieren van deze partijen niet in het dossier zitten ontbreekt daarvoor het bewijs.
De rechtbank zal [verdachte] ook vrijspreken van de oplichting van [naam 5] , omdat uit het dossier volgt dat hij zijn inleg en de beloofde rente een aantal maanden na zijn inleg heeft ontvangen, zodat ten aanzien van hem niet is bewezen dat [verdachte] het oogmerk had zich wederrechtelijk te bevoordelen ten koste van [naam 5] . [naam 5] heeft bovendien zelf ten aanzien van zijn inleg bij FK Apps verklaard dat dit goed is verlopen.
Voor benadeelde [naam 14] geldt meer specifiek dat van de uitkoop van een bestuurder niet is gebleken, zodat dit een kennelijke leugen was om [naam 14] over te halen geld in te leggen en over te maken op de rekening [rekening] van FK Apps.
Voor benadeelde [naam 1] en haar partner [naam 13] geldt meer specifiek dat niets in het dossier erop wijst dat zij daadwerkelijk in het bezit zijn gekomen van aandelen en ook niet dat sprake zou zijn van een beursgang, zodat ook [naam 1] en [naam 13] kennelijk onder valse voorwendselen aanzienlijke bedragen hebben ingelegd.
Uit dit alles leidt de rechtbank af dat [verdachte] op het moment dat de inlegbedragen werden overgemaakt het oogmerk had zichzelf wederrechtelijk te bevoordelen ten koste van de inleggers en nooit van plan was de gelden, die via FK Apps zijn ingelegd, te gebruiken voor de Xpose app. Dat laatste was ook niet meer mogelijk aangezien [verdachte] de gelden al had uitgegeven aan andere luxe zaken ter verrijking van zichzelf.
Het geschetste alternatieve scenario van de verdediging, dat de gelden van de inleggers via FK Apps zijn besteed in overeenstemming met de doelstelling van Xpose en zijn uitgegeven aan de sponsoring en promotie van de app, is – ondanks de nieuwsberichten die de raadsman bij zijn pleidooi heeft overgelegd – onvoldoende aannemelijk gemaakt. De uitgaven die [verdachte] vanaf zijn privérekening heeft gedaan en waarvoor hij geen verantwoording heeft afgelegd, hadden immers niets te maken met de doelstelling van Xpose. De ingelegde gelden zijn door [verdachte] voor een substantieel deel besteed aan luxe goederen, grote contante opnames en personen uit zijn privéomgeving die niets met Xpose te maken hadden. Bovendien heeft [verdachte] geen verklaring gegeven voor het feit dat hij deze gelden meteen uit het vermogen van de vennootschap heeft gehaald en heeft overgeheveld naar zijn privévermogen. De omstandigheid dat [verdachte] op events, zoals benefietavonden met bekende voetballers, is geweest en daar reclame heeft gemaakt voor de app Xpose maakt dit niet anders, aangezien nergens uit blijkt dat er vanaf de rekening van FK Apps ook geld is uitgegeven aan de ontwikkeling van Xpose.
Voor zover door de verdediging wordt gesteld dat bij [naam 1] sprake was van eigen schuld, oordeelt de rechtbank dat zij niet kan worden aangemerkt als dermate goedgelovig dat eigen schuld kan worden aangenomen. Uit het dossier valt niet af te leiden dat zij, gelet op alle omstandigheden van het geval, de in de gedragingen van [verdachte] besloten liggende onjuiste voorstelling van zaken had moeten doorzien. Er was daadwerkelijk een app waarvoor obligaties werden verstrekt en [naam 1] heeft gedurende langere tijd ook daadwerkelijk rente uitgekeerd gekregen van de obligaties van Apps Innovations. Blijkens de bijlage bij haar voegingsformulier heeft zij zich laten informeren alvorens in te leggen en heeft de betrokkenheid van [naam 8] bij de promotie van Xpose bij haar, en ook andere inleggers, het vertrouwen gewekt dat Xpose legitiem was. Bovendien heeft zij [verdachte] in persoon ontmoet en werd zij door hem uitgenodigd om samen met hem de hiervoor genoemde events bij te wonen. Dat het voor [naam 1] en haar partner [naam 13] een legitieme investering leek, is daarom niet aan hun goedgelovigheid te wijten, maar aan de grootsheid aan het web van leugens, komend van [verdachte] .
Door de verdediging is verder nog aangevoerd dat van oplichting van [naam 12] geen sprake kan zijn, omdat zij het geld dat ze aan FK Apps heeft overgemaakt met rente terug heeft ontvangen, zodat [verdachte] zich de inleg van [naam 12] niet wederrechtelijk heeft toegeëigend. De rechtbank verwerpt dit verweer. [verdachte] is immers pas overgegaan tot de terugbetaling aan [naam 12] na de afgesproken termijn en nadat zij aan [verdachte] had gezegd dat zij verschillende partijen had ingeschakeld om naar buiten te treden als zij haar geld niet terug zou krijgen. Voor dat moment is reeds sprake geweest van wederrechtelijke toe-eigening.
Verder is door de verdediging nog aangevoerd dat bij [naam 4] slechts sprake was van een civielrechtelijke, nog niet opeisbare vordering. [naam 4] zou toestemming hebben gegeven om hem later te betalen. De rechtbank verwerpt dit verweer, omdat uit het voegingsformulier van [naam 4] blijkt dat hij zijn inleg wel degelijk terug wilde hebben.
4.3.2.3. Geen medeplegen
De rechtbank acht medeplegen niet bewezen, omdat op grond van het dossier niet kan worden vastgesteld dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte] of met een ander. Weliswaar heeft [verdachte] aan [medeverdachte] een bedrag van € 124.150,- overgemaakt, maar dit bedraagt circa 5% van het totaal bij FK Apps geïnvesteerde bedrag. Dit komt overeen met de provisie die hij ook kreeg voor zijn werkzaamheden voor Apps Innovations. De rechtbank heeft hierboven vastgesteld dat het erop lijkt dat Apps Innovations wel serieuze pogingen heeft gedaan om de app te ontwikkelen. Uit de betaling door [verdachte] aan [medeverdachte] kan onder deze omstandigheden naar het oordeel van de rechtbank niet worden afgeleid dat [medeverdachte] wist dat [verdachte] al het geld uit FK Apps wegsluisde naar zijn privérekening en niets meer investeerde in de ontwikkeling van de Xpose app. Evenmin kan dat worden afgeleid uit het gegeven dat [medeverdachte] zich voordeed als [alias medeverdachte ] . Hij deed dat immers ook al toen hij obligaties verkocht voor Apps Innovations. Daar komt nog bij dat niet bewezen is dat de slachtoffers zijn bewogen tot het inleggen van geld(-en) omdat [medeverdachte] zich voordeed als [alias medeverdachte ] , zoals ten laste is gelegd onder het eerste gedachtestreepje. Geen van de inleggers heeft verklaard dat deze naam bij de beslissing om in te leggen van enige invloed was, dus ontbreekt de causaliteit tussen de tenlastegelegde afgifte van geldbedragen en het gebruiken van de valse naam [alias medeverdachte ] .
4.3.2.4. Overige
De belofte het rendement maandelijks, per kwartaal, of jaarlijks tot het einde van de overeenkomst uit te keren (het vijfde gedachtestreepje onder feit 4 primair) kan niet worden bewezen als oplichtingsmiddel omdat in het geval van de obligaties via FK Apps is afgesproken in de deelnameformulieren dat de inleg plus het rendement nu juist pas aan het einde van de looptijd zou worden uitbetaald. Het benoemen van de meer dan 40 jaar internationale ervaring van de betrokken personen binnen Apps Innovations en/of FK Apps (het zesde gedachtestreepje) kan evenmin worden bewezen, omdat niemand heeft verklaard hierdoor te zijn bewogen tot het betalen van de inleg aan FK Apps.
Wat betreft de afrondende fase waarin de app Xpose zich zou bevinden (het zevende gedachtestreepje) overweegt de rechtbank dat het dossier enerzijds wel aanwijzingen bevat dat de Xpose app zich niet in de afrondende fase bevond, maar anderzijds ook aanwijzingen bevat dat de Xpose app zich in een vergevorderd stadium bevond en binnen afzienbare tijd klaar zou zijn om op de markt te komen. Zonder technisch onderzoek naar de status van de app, dat ontbreekt, kan de rechtbank niet vaststellen in welke fase de app zich bevond, zodat ook dit gedachtestreepje niet kan worden bewezen.
4.3.3.
Conclusie
Bewezen is dat [verdachte] de onder 4 primair tenlastegelegde oplichting heeft begaan.
4.3.4.
Voorwaardelijk getuigenverzoek
De verdediging heeft verzocht om, voor zover de bewezenverklaring steunt op informatie uit de vorderingen benadeelde partij of andere documenten van of aangaande de verschillende personen die nimmer aangifte hebben gedaan en slechts in het geding zijn gekomen doordat ze zijn benaderd in het kader van deze strafzaak, deze personen als getuigen te horen. Het betreffen volgens de verdediging Keskin-getuigen, omdat zij telkens als enige bron van bewijs moeten worden beschouwd.
De rechtbank oordeelt dat de verzochte getuigen geen Keskin-getuigen zijn, nu zij geen verklaring hebben afgelegd en derhalve ook niet belastend hebben verklaard. Dit verzoek is bovendien in een laat stadium gedaan, zodat het horen van de getuigen noodzakelijk dient te zijn voor enig te nemen beslissing. De rechtbank ziet die noodzaak niet.
4.4.
Oordeel van de rechtbank over feit 2 (witwassen)
4.4.1.
Feiten en omstandigheden
Zoals onder 4.3.2 overwogen, heeft [verdachte] de verschillende investeerders opgelicht en werd de rekening van FK Apps vanaf 23 mei 2018 gevoed door de betalingen van investeerders. In totaal werd door verschillende inleggers een bedrag van € 2.547.500,- overgemaakt op deze rekening. In bijna alle gevallen wordt de inleg nog dezelfde dag overgemaakt naar de privérekening [rekening] van [verdachte] .
Van de rekening [rekening] van [verdachte] hebben vervolgens vanaf 23 mei 2018 (datum van de eerste inlegger via FK Apps) tot en met 9 januari 2019 contante opnamen in het buitenland plaatsgevonden, totaal van € 726.510,-. De meeste contante opnamen vonden plaats in Marbella, Spanje met pasnummer [nummer] . Vanaf 23 mei 2018 hebben er ook contante opnamen in Nederland plaatsgevonden, in totaal van € 35.850,-, waarvan € 30.000,- tussen 18 en 20 juli 2018 met pasnummer 283. Tegelijkertijd vonden er betalingen in Spanje plaats met pasnummer [nummer] .
Van 23 mei 2018 tot en met 6 juni 2019 zijn in Spanje en Engeland voor € 740.437,90 aan pintransacties verricht. Uit de omschrijvingen kan worden afgeleid dat deze betalingen als privé-uitgaven kunnen worden beschouwd. Het betreffen aankopen bij luxe merken als Dolce & Gabbana, Hermes, Louis Vuitton, El Corte Ingles, Philipp Plein, Bulgari en Gucci. Tussen 22 en 26 november 2018 is er in Londen € 49.703,- uitgegeven bij onder meer Harrod's, Sainsbury's en het Mayfair Hotel. Daarnaast worden er veel betalingen verricht die verband houden met bezoek aan horecagelegenheden in en rond Marbella. [65]
Tussen 4 en 6 juni 2018 is er een bedrag van € 72.000,- besteed aan de huur of aankoop van een Rolls Royce. [66] Tussen 7 en 28 juni 2018 hebben drie overboekingen van in totaal € 70.000,- plaatsgevonden naar een Spaanse rekening als deposito voor een Ferrari 488 Spider. [67]
Op een afbeelding met bankgegevens van de rekening [rekening] van [verdachte] over de periode 5 tot en met 7 juni 2018 is te zien dat er een grote hoeveelheid uitgaven zijn gedaan, nadat er geld is binnengekomen van de rekening van FK Apps. Te zien is onder andere dat, nadat [naam 1] op 5 juni 2018 een bedrag van € 150.000,- heeft ingelegd op de rekening van FK Apps, dit bedrag op dezelfde dag in drie delen van € 50.000,- is overgeboekt naar de privérekening van [verdachte] . Vervolgens is op de rekening van [verdachte] te zien dat er kort daarna € 15.000,- wordt overgeboekt naar een rekening van [medeverdachte] , dat er € 500,- wordt overgemaakt aan [vriendin] , een vriendin van [verdachte] en dat er diverse contante bedragen worden opgenomen in Spanje en dat er onder andere bedragen worden gepind bij luxe winkels als Gucci, Louis Vuitton en Philipp Plein. [68]
Van de bedragen die van de rekening [rekening] van FK Apps zijn overgemaakt naar de rekening [rekening] van [verdachte] zijn de volgende als privébestedingen aan te merken:
  • contante opnames buitenland € 726.510 +
  • pivé-uitgaven buitenland € 740.437 +
  • particuliere overboekingen 'lening', 'loan' of 'ovb' € 356.941 +
  • overboekingen aan [medeverdachte] € 124.650 +
  • overige uitgaven € 520.026 +
  • terugbetaling aan inleggers
  • totaal € 2.434.114
Vanaf de rekening [rekening] van FK Apps is in totaal € 34.450,- terugbetaald aan inleggers. [naam 24] en [naam 5] hebben op 16 november 2018 respectievelijk € 6.650,- en € 17.100,- terugontvangen. [naam 25] heeft op 4 maart 2019 € 3.200,- terugontvangen. [naam 26] heeft zijn inleg van € 7.500,- op 26 oktober 2018 terugontvangen. [71]
4.4.2.
Beoordeling
Voor strafbaarheid van witwassen als bedoeld in artikel 420bis Sr is vereist dat het betreffende geld van misdrijf afkomstig is, dat de verdachte dat wist en dat de verdachte met het goed witwashandelingen heeft verricht.
De rechtbank heeft hierboven vastgesteld dat [verdachte] geldbedragen van inleggers in de app Xpose, gestort op de rekening [rekening] van FK Apps direct heeft overgemaakt naar zijn eigen privérekening en dat hij dit grotendeels heeft uitgegeven aan privédoeleinden. Uit de bewijsmiddelen blijkt immers dat [verdachte] deze geldbedragen, nadat hij deze had overgeboekt naar zijn privérekening, heeft uitgegeven aan luxe goederen en andere privébestedingen en dat hij grote bedragen contant heeft opgenomen. De rechtbank heeft hiervoor onder 4.3.2.2. overwogen dat deze geldbedragen afkomstig zijn van de oplichting door [verdachte] van de inleggers in de app Xpose. De rechtbank stelt vast dat [verdachte] dus wist dat de geldbedragen afkomstig waren van een misdrijf. [verdachte] heeft deze geldbedragen gebruikt en deze omgezet door er luxe goederen van te kopen. Gelet hierop kan worden bewezen dat [verdachte] witwashandelingen heeft verricht met de ingelegde gelden en dat hij het gehele tenlastegelegde bedrag van € 2.296.822,46 heeft witgewassen.
[verdachte] heeft de hierboven bewezenverklaarde gedragingen gedurende een langere periode en op grote schaal herhaald. Het op deze structurele wijze witwassen van geldbedragen levert naar het oordeel van de rechtbank gewoontewitwassen op.
De rechtbank vindt niet bewezen dat [verdachte] dit feit in nauwe en bewuste samenwerking met een ander heeft gedaan, zodat hij zal worden vrijgesproken van het medeplegen van dit feit.
4.4.3.
Conclusie
Bewezen is dat [verdachte] het onder 2 tenlastegelegde feit (gewoontewitwassen) heeft begaan.
4.5.
Oordeel van de rechtbank over feiten 1 en 3 (valsheid in geschrift en het gebruik maken van het (vervals(te) geschrift)
4.5.1.
Feiten en omstandigheden
[naam 1] heeft tijdens haar verhoor bij de FIOD aan de verbalisanten een foto laten zien van een rekening van de ING Bank van [verdachte] met een banktegoed van 9 miljoen euro erop. [naam 1] heeft verklaard dat dit geld volgens [verdachte] zou zijn gestort door ene [naam 27] , een Indonesiër of Egyptenaar die zou investeren in Xpose, en dat zij en haar partner van dat geld hun inleg terug zouden krijgen. [72]
Op 23 juli 2019 heeft een WhatsApp-gesprek plaatsgevonden tussen [naam 1] en [verdachte] , waarbij [verdachte] aan [naam 1] een printscreen heeft gestuurd, waarop de datum 19-07-2019 is te zien, waaruit opgemaakt zou moeten worden dat [verdachte] op dat moment beschikt over een banktegoed bij de ING Bank van € 9.456.087,65. De printscreen is van een ING bankrekening op naam van [verdachte] met nummer [rekening] . [73] [74] [75]
De ING Bank heeft aan de FIOD laten weten dat rekeningnummer [rekening] bij de ING Bank niet bekend is. [76]
4.5.2.
Beoordeling
Blijkens de hierboven weergegeven bewijsmiddelen heeft [naam 1] op 23 juli 2019 van [verdachte] een WhatsApp-bericht ontvangen met een afbeelding van een bankafschrift van de ING Bank van een niet bestaande bankrekening waarop de naam [verdachte] staat en een banktegoed van € 9.456.087,65. De rechtbank stelt vast dat deze afbeelding, die kennelijk bedoeld was om [naam 1] er ten onrechte van te overtuigen dat [verdachte] over een aanzienlijk banktegoed beschikte, vervalst is.
Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld wie deze afbeelding heeft vervalst. Dat [verdachte] belang had bij de vervalsing van de afbeelding van het bankafschrift is onvoldoende voor de vaststelling dat hij de maker is van deze vervalsing. Gelet hierop zal [verdachte] worden vrijgesproken van valsheid in geschrift.
Het dossier biedt wel voldoende bewijs om te kunnen vaststellen dat [verdachte] degene was die de afbeelding naar [naam 1] heeft gestuurd. [naam 1] zelf verklaart dat zij de vervalste afbeelding van de bankrekening via WhatsApp van [verdachte] heeft ontvangen. De FIOD bevestigt in een ambtsedig opgemaakt proces-verbaal dat de door [naam 1] benoemde afbeelding de foto is die in de WhatsAppconversatie tussen [naam 1] en [verdachte] is verstuurd op 23 juli 2019. De rechtbank ziet geen reden om aan de juistheid van deze verklaringen te twijfelen, die overeenkomen met de rest van de inhoud van het dossier, en komt dus tot een bewezenverklaring van het opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift door [verdachte] .
4.5.3.
Conclusie
Bewezen is dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 tenlastegelegde feit; het opzettelijk gebruik maken van een vervalst bankafschrift. Het onder 3 tenlastegelegde feit; valsheid in geschrift is niet bewezen. [verdachte] wordt vrijgesproken van feit 3.
4.6.
Vrijspraak feit 5 (oplichting van [naam 1] )
4.6.1.
Beoordeling
De beschuldiging tegen [verdachte] houdt in dat hij [naam 1] heeft overgehaald om hem in privé een lening van € 200.000,- te verstrekken, omdat hij dit geld nodig zou hebben voor een gala in Marbella. [verdachte] wordt verweten [naam 1] in de periode van 10 maart 2019 tot en met 11 maart 2019 te hebben opgelicht door de volgende oplichtingsmiddelen:
  • misbruik van het vertrouwen dat [naam 1] , als grootste investeerder, in Xpose en in [verdachte] had;
  • zich voorhouden als een bonafide lener.
Ten aanzien van het tweede oplichtingsmiddel, het zich voordoen als bonafide lener, overweegt de rechtbank dat het zich in strijd met de waarheid voordoen als bonafide deelnemer aan het rechtsverkeer, volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad niet zonder meer het aannemen van een valse hoedanigheid oplevert. [77] In dat geval kan sprake zijn van civielrechtelijke niet-nakoming. Om de gedragingen als oplichting te kwalificeren dienen de gedragingen van de verdachte meer te omvatten.
Naast het zich voordoen als bonafide lener, is als oplichtingsmiddel opgenomen dat [verdachte] misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen van [naam 1] . Een feitelijke omschrijving, van hoe [verdachte] misbruik van vertrouwen zou hebben gemaakt in de genoemde periode, die is beperkt tot twee dagen, ontbreekt in de tenlastelegging. Bovendien blijkt niet uit het dossier dat de mededeling van [verdachte] , dat hij de € 200.000,- nodig had voor een gala, onjuist is.
Hoewel het dossier aanwijzingen bevat dat er sprake kan zijn geweest van oplichting, kan de rechtbank op grond van het bovenstaande niet tot een bewezenverklaring daarvan komen. [verdachte] zal daarom worden vrijgesproken van de oplichting van [naam 1] betreffende de aangegane lening van € 200.000,-.
4.6.2.
Conclusie
Niet is bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 5 tenlastegelegde feit. Hij wordt hiervan vrijgesproken.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4 in dit vonnis vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1
op 23 juli 2019 te Zoetermeer in Nederland en/of in Spanje opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals en/of vervalst geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten: een afbeelding van een bankafschrift, als ware het echt en onvervalst, door voornoemde afbeelding van een bankafschrift via WhatsApp te verzenden aan mevrouw [naam 1] , teneinde te bewijzen dat hij beschikte over een banktegoed bij de ING Bank van 9.456.087,56 EURO;
2
in de periode van 23 mei 2018 tot en met 19 maart 2019 in Nederland en/of in Spanje en/of in Groot-Brittannië, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij (van) geldbedragen van in totaal 2.296.822,46 EURO omgezet en/of gebruik gemaakt terwijl hij wist dat die geldbedragen - onmiddellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
4 primair
in de periode van 1 mei 2018 tot en met 19 maart 2019 in Nederland en/of in Spanje en/of in Groot-Brittannië, met het oogmerk om zichzelf wederrechtelijk te bevoordelen, door een samenweefsel van verdichtsels, personen, onder wie mevrouw [naam 1] en mevrouw [naam 2] en mevrouw [naam 3] en de heer [naam 4] en de heer [naam 7] , heeft bewogen tot de (girale) afgifte van geldbedragen, van
- totaal 2.465.000,- EURO (€ 2.415.000,- + € 50.000,-) ten behoeve van de bankrekening op naam van FK Apps Innovations B.V.,
immers heeft hij, telkens met voornoemd oogmerk - zakelijk weergegeven - bedrieglijk en in strijd met de waarheid bedoelde personen via een website en/of telefonisch en/of via een brochure en/of een informatiememorandum en/of een advertentie en/of op een andere wijze, benaderd en/of geïnteresseerd in de deelname aan een of meer obligatieovereenkomst(en) en/of investering in de ontwikkeling van de applicatie Xpose, en daarbij voorgewend dat
- ontvangen gelden van de inleggers/beleggers zouden worden geïnvesteerd en/of belegd in de (technische) ontwikkeling van de Xpose-applicatie en
- de doelstelling is om voldoende rendement te genereren om de rente aan de obligatiehouders te betalen en/of het kapitaal aan het einde van de looptijd te kunnen
betalen en
- de belegger/inlegger een bedrag investeerde dat na een periode een bepaald rendement
zou opleveren en/of
- een bestuurder uitgekocht moest worden en/of Xpose naar de beurs zou gaan en/of
- met betrekking tot mw. [naam 1] en/of dhr. [naam 13] , een of meer aandelen in Xpose op hun naam zouden worden gezet
waardoor bovengenoemde personen telkens werden bewogen tot de (girale) afgifte van bovengenoemde geldbedragen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen

8.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden. Daarnaast heeft de officier van justitie een bestuursverbod voor de duur van 5 jaar gevorderd, inhoudende dat het verdachte gedurende deze periode wordt verboden om op te treden als bestuurder of aandeelhouder van rechtspersonen, althans om een bedrijf op zijn naam te zetten. Tevens heeft de officier van justitie registratie van het vonnis bij de Kamer van Koophandel gevorderd.
8.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om bij een eventuele bewezenverklaring de door de officier van justitie gevorderde straf te matigen.
8.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder die zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
8.3.1.
Gevangenisstraf
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft gedurende een periode van ruim tien maanden investeerders in de Xpose app op grote schaal opgelicht, namelijk voor bijna 2,5 miljoen euro. Daarnaast heeft verdachte de meeste opbrengsten uit die oplichting witgewassen, door die bedragen uit te geven aan zijn eigen luxe levensstijl. Slechts een aantal investeerders heeft van het geïnvesteerde geld een klein deel teruggezien. Een groot aantal slachtoffers heeft financiële schade geleden door het handelen van verdachte, waarvan zij tot op de dag van vandaag last van hebben. Als gevolg van het handelen van verdachte zijn toekomstplannen niet of minder goed uitvoerbaar en zijn zuur verdiende pensioenvoorzieningen en spaargelden verloren gegaan. De slachtoffers lijden echter niet alleen in financieel opzicht schade. Uit verschillende toelichtingen op de ingediende voegingsformulieren blijkt dat de slachtoffers als gevolg van de oplichting door verdachte hun vertrouwen in mensen en in de toekomst kwijt zijn.
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij geld heeft opgehaald bij investeerders, zonder dat hij ook maar enige intentie had om het geld op de voorgespiegelde wijze te besteden. Hij heeft enkel in zijn eigen belang gehandeld en zich niet bekommerd om de schade die de slachtoffers daardoor zouden lijden. Daarbij valt de rechtbank op dat het gros van de slachtoffers personen op leeftijd zijn, wat die slachtoffers extra kwetsbaar maakt. Gezien de verstrekte informatie en de contacten die verdachte met diverse slachtoffers (telefonisch) heeft gehad, moet verdachte dit hebben geweten, wat zijn handelen bijzonder laakbaar maakt.
Met zijn handelen heeft verdachte ook in algemene zin de integriteit van het financiële en economische verkeer en het vertrouwen dat spelers op de financiële markt in partners en stukken moeten hebben, in ernstige mate geschaad.
Ook heeft verdachte opzettelijk gebruik gemaakt van een vervalst geschrift, namelijk een afbeelding van een vervalst bankafschrift, kennelijk met de bedoeling om bij zijn grootste investeerder ten onrechte het vertrouwen te wekken dat hij beschikte over een aanzienlijk bedrag op zijn bankrekening. In het maatschappelijke verkeer wordt aan de betrouwbaarheid van dergelijke schriftelijke bewijsstukken groot gewicht toegekend. Door een vervalst bankafschrift te gebruiken heeft verdachte het vertrouwen dat in die stukken moet kunnen worden gesteld beschaamd.
Bij het bepalen van een passende sanctie in reactie op het handelen van verdachte kijkt de rechtbank ook naar straffen die in min of meer vergelijkbare zaken worden opgelegd. In de eerste plaats kijkt de rechtbank daarbij naar de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. Het oriëntatiepunt fraude gaat uit van het benadelingsbedrag dat door de bewezenverklaarde feiten is veroorzaakt. Het oriëntatiepunt bij een benadelingsbedrag van meer dan één miljoen euro is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf binnen een bandbreedte van 24 maanden tot de maximale gevangenisstraf (in dit geval: acht jaar). Vervolgens kan rekening gehouden worden met de bijzondere omstandigheden van het geval en met strafverhogende of strafverlagende omstandigheden. Daarbij gaat het oriëntatiepunt uit van een verdachte zonder strafblad. Verdachte is niet eerder veroordeeld voor een soortgelijk feit.
De rechtbank houdt in het nadeel van verdachte rekening met de duur van de oplichting, de geraffineerde en professionele wijze waarop hij te werk is gegaan, de hoeveelheid slachtoffers die hij heeft opgelicht en de omstandigheid dat hij niet uit eigen beweging is gestopt met het oplichten van investeerders. Ook weegt de rechtbank in zijn nadeel mee dat hij voor zijn slachtoffers, die hij aanvankelijk met mooie beloftes en persoonlijke aandacht heeft gepaaid, plotseling niet meer bereikbaar was. Verdachte heeft het ontstane nadeel in geen enkele mate ongedaan gemaakt. De rechtbank acht het risico aanwezig dat verdachte zich opnieuw aan een dergelijk strafbaar feit schuldig zal maken.
De rechtbank stelt voorts vast dat sprake is van overschrijding van de redelijke termijn, maar zal daar geen gevolgen aan verbinden en volstaan met een constatering daarvan. De reden hiervoor is dat er tussen het moment dat het voor verdachte duidelijk was dat hij vervolgd zou worden en de einduitspraak sprake is van een beperkte overschrijding van de redelijke termijn. Die overschrijding is bovendien deels gelegen in de onderzoekswensen van de verdediging, zodat een mindering van de op te leggen straf niet passend is.
De rechtbank is – gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden – van oordeel dat er aanleiding bestaat om bij de straftoemeting in het nadeel van verdachte af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd. De rechtbank vindt, gelet op het voorgaande, een gevangenisstraf van een langere duur dan door de officier van justitie gevorderd passend en geboden. De rechtbank zal een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, opleggen. Het voorwaardelijke deel van de straf dient als stok achter de deur, om verdachte ervan te weerhouden opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen.
8.3.2.
Ontzetting uit het beroep van handelaar in financiële producten voor de duur van vijf jaar
De rechtbank zal daarnaast aan verdachte een beroepsverbod opleggen, inhoudende dat verdachte gedurende vijf jaren niet mag handelen in financiële producten.
Verdachte heeft het bewezenverklaarde begaan in de uitoefening van het beroep van handelaar in financiële producten. De rechtbank vindt het van groot belang dat de maatschappij wordt beschermd tegen het frauduleuze handelen van verdachte en ziet daarom aanleiding verdachte te ontzetten van het recht tot uitoefening van dit beroep. Het opleggen van deze ontzetting is een sanctie in de zin van artikel 28, eerste lid, onder 5 Sr en kan opgelegd worden op grond van artikel 339, eerste lid Sr.
Voor een verdergaand beroepsverbod, zoals door de officier van justitie gevorderd, ziet de rechtbank onvoldoende aanleiding, gezien het blanco strafblad van verdachte en de vergaande gevolgen van een dergelijk verbod, die mede werkzaamheden buiten de financiële sector omvat.
Voor wat betreft de duur van de ontzetting is in artikel 31, eerste lid, onder 2 Sr bepaald dat in dit geval de ontzetting de duur van de hoofdstraf ten minste twee en ten hoogste vijf jaren te boven gaat. De rechtbank bepaalt de duur van de ontzetting op vijf jaren.
8.3.3.
Geen openbaarmaking vonnis
De rechtbank ziet geen aanleiding voor openbaarmaking van deze uitspraak middels inschrijving in de Kamer van Koophandel, nu verdachte geen eerdere veroordeling heeft voor oplichting en de rechtbank het een te vergaande sanctie vindt om de uitspraak openbaar te maken. De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie wat dat betreft af.

9.Vorderingen van de benadeelde partijen

De rechtbank heeft vorderingen ontvangen van slachtoffers van de oplichting die zich als benadeelde partij hebben gevoegd in deze strafzaak.
9.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft het volgende aangevoerd. Om administratieve redenen heeft het Openbaar Ministerie alle benadeelde partijen twee keer uitgenodigd om een voegingsformulier in te dienen. Veel van de benadeelde partijen hebben daarom twee voegingsformulieren ingevuld en opgestuurd. Volgens de officier van justitie moet worden uitgegaan van de tweede versie. De officier van justitie heeft zich ten aanzien van alle vorderingen op het standpunt gesteld dat deze moeten worden toegewezen, met uitzondering van enkele specifieke posten, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat (de behandeling van) de vorderingen een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren en dat de benadeelde partijen om die reden niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Subsidiair heeft de verdediging het standpunt ingenomen dat benadeelde partijen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard, vanwege de bepleitte vrijspraak, meer subsidiair heeft de verdediging inhoudelijk verweer gevoerd tegen (enkele van) de opgevoerde schadeposten. Op die verweren wordt hierna, voor zover relevant, ingegaan.
9.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat in veel gevallen twee voegingsformulieren zijn opgestuurd, waarin niet steeds dezelfde bedragen aan gevorderde schade is opgenomen. Met toezending van het tweede schadeformulier kan het eerste schadeformulier niet zonder meer als ingetrokken worden beschouwd. De benadeelde partijen waren niet op de terechtzitting om hun vorderingen nader toe te lichten. De rechtbank begrijpt de vorderingen naar hun inhoud en strekking zo dat de benadeelde partijen één totale vergoeding vorderen van hun inleg voor Xpose obligaties en een aantal andere, specifiek hierna te bespreken posten. De vorderingen zijn weergegeven in het hierna opgenomen overzicht 3.
Hoewel aan de verdediging kan worden toegegeven dat het Openbaar Ministerie pas in een zeer laat stadium alle voegingsformulieren aan de verdediging heeft verstrekt, volgt daaruit niet zonder meer dat de vorderingen van de benadeelde partijen een onevenredige belasting van het strafproces opleveren. De vorderingen zijn relatief eenvoudig van aard en, hoewel die bij elkaar wel veel papierwerk omvatten, vrij gemakkelijk te doorgronden. Dit verweer wordt daarom verworpen.
Overzicht 3
Benadeelde partij
Gevorderd bedrag
[naam 1]
€ 2.200.000,-
[naam 3]
€ 30.000,-
[naam 4]
€ 13.060,-
[naam 5]
€ 20.000,-
[naam 2]
€ 9.066,72
[naam 16.1]
€ 11.400,-
[naam 23]
€ 25.536,-
[bedrijf]
€ 30.000,-
[naam 14]
€ 30.500,-
[naam 25]
€ 5.000,-
[naam 15]
€ 20.168,-
[naam 22]
€ 10.500,-
[naam 21]
€ 6.445,-
[naam 20]
€ 5.700,-
[naam 19]
€ 5.657,81
[naam 18]
€ 8.500,-
[naam 7]
€ 185.000,-
Een deel van de gevorderde bedragen heeft betrekking op inleggen door overboekingen naar de rekening van Apps Innovations. Omdat de tenlastelegging en de bewezenverklaring van de oplichting (onder feit 4 primair) enkel betrekking hebben op de inleggen die zijn gelopen via de rekening van FK Apps, zal de rechtbank de vorderingen niet-ontvankelijk verklaren voor zover die zien op inleggen via de rekening van Apps Innovations. Voor die bedragen ontbreekt een rechtstreeks en causaal verband met de bewezenverklaarde oplichting.
De rechtbank zal de vorderingen van de benadeelde partijen ook niet-ontvankelijk verklaren voor zover deze betrekking hebben op gelden die buiten de bewezenverklaarde periode zijn overgemaakt op de rekening van FK Apps, aangezien ook in die gevallen een rechtstreeks en causaal verband met het bewezenverklaarde ontbreekt.
De vorderingen van de benadeelde partijen die vergoeding van de contractuele rente vorderen, zullen voor dat deel eveneens niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat dit geen schade betreft die is ontstaan door de bewezenverklaarde oplichting. Reiskosten komen, voor zover gevorderd, evenmin voor vergoeding in aanmerking en ook aangaande die kostenpost zal niet-ontvankelijkheid volgen.
Voor zover door de benadeelde partijen vergoeding van immateriële schade wordt gevorderd, overweegt de rechtbank het volgende. Volgens vaste rechtspraak is het noodzakelijk om geestelijk letsel dat is ontstaan door een strafbaar feit zoals oplichting te onderbouwen met voldoende concrete gegevens. Op basis van de onderbouwing moet dan naar objectieve maatstaven kunnen worden vastgesteld dat er sprake is van geestelijk letsel. Onder geestelijk letsel wordt bovendien ernstigere psychische schade verstaan dan enkel negatieve gevoelens, hoe invoelbaar ook die ook kunnen zijn. De rechtbank zal de gevorderde immateriële schadevergoeding afwijzen omdat de vorderingen onvoldoende zijn onderbouwd.
De rechtbank zal [naam 1] ten aanzien van de gevorderde vergoeding van advocaatkosten niet-ontvankelijk verklaren, omdat zij onvoldoende heeft onderbouwd dat zij in deze strafrechtelijke procedure ten aanzien van haar vordering benadeelde partij kosten voor rechtsbijstand heeft gemaakt.
De vorderingen van [naam 15] en [naam 14] zullen niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat ten aanzien van hun vorderingen reeds civielrechtelijke vonnissen zijn gewezen die een titel bieden tot verhaal van hun schade. Bij de vorderingen benadeelde partij in deze strafrechtelijke procedure ontbreekt daarom het belang.
De vordering van [bedrijf] zal ook niet-ontvankelijk worden verklaard. Het voegingsformulier is ingevuld door Robbert [naam 17] , die blijkens een nagezonden uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel in 2017 bevoegd was om de rechtspersoon te vertegenwoordigen, maar het is de rechtbank niet duidelijk geworden of [naam 17] ten tijde van het invullen van het voegingsformulier ook vertegenwoordigingsbevoegd was.
Gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, is de rechtbank van oordeel dat voldoende verband bestaat tussen de onder 4 primair bewezenverklaarde oplichting van de verdachte en de door de benadeelde partijen [naam 1] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 2] , [naam 16.1] , [naam 23] , [naam 22] , [naam 21] , [naam 20] , [naam 19] , [naam 18] en [naam 7] gevorderde materiële schade – behoudens de hiervoor genoemde uitgezonderde schadeposten – om te kunnen aannemen dat aan deze benadeelde partijen door het door verdachte gepleegde strafbare feit rechtstreekse schade is toegebracht. Nu dit vaststaat, zal de rechtbank de vorderingen van genoemde benadeelde partijen toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de betreffende bedragen door de benadeelde partijen zijn overgemaakt naar de rekening van FK Apps.
De rechtbank zal in alle gevallen de schadevergoedingsmaatregel opleggen, zodat de benadeelde partijen niet zelf hun schade bij verdachte dienen te verhalen, maar de Nederlandse Staat de inning op zich neemt. Dit geldt eveneens voor de benadeelde partijen [naam 14] en [naam 15] , nu verdachte ook jegens hen naar burgerlijk recht aansprakelijk is op grond van de civielrechtelijke vonnissen die ten aanzien van hun vorderingen zijn gewezen. De rechtbank waardeert deze schadevergoedingsmaatregelen op de in het hierna opgenomen overzicht 4 weergegeven bedragen.
Bij oplegging van de schadevergoedingsmaatregel geldt dat voor feiten die gepleegd zijn vóór 25 juli 2020, met toepassing van artikel 6:4:20 Sv, gijzeling voor de duur van ten hoogste een jaar kan worden toegepast, waarbij in dit verband onder een jaar 360 dagen moet worden verstaan. [78] Dit betekent dat het maximum aantal van 360 dagen gijzeling naar rato wordt verdeeld over de verschillende schadevergoedingen, zoals in het hierna opgenomen overzicht 4 is weergegeven.
Overzicht 4
Benadeelde partij
Bedrag schadevergoedingsmaatregel
Aantal dagen gijzeling
[naam 1]
€ 2.200.000,-
331
[naam 3]
€ 15.000,-
2
[naam 4]
€ 5.000,-
1
[naam 2]
€ 9.066,72
1
[naam 16.1]
€ 10.000,-
2
[naam 23]
€ 20.000,-
3
[naam 14]
€ 20.000,-
3
[naam 15]
€ 12.500,-
2
[naam 22]
€ 10.000,-
2
[naam 21]
€ 5.000,-
1
[naam 20]
€ 5.000,-
1
[naam 19]
€ 5.000,-
1
[naam 18]
€ 5.000,-
1
[naam 7]
€ 60.000,-
9

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 28, 31, 36f, 57, 60, 225, 326, 339 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 3 en 5 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 4 primair tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst
Ten aanzien van feit 2:
gewoontewitwassen
Ten aanzien van feit 4 primair:
oplichting, meermalen gepleegd
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
36 (zesendertig) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte, groot
6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer gelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden bevolen als de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Ontzet verdachte ter zake van het onder 4 primair bewezenverklaarde van het recht tot uitoefening van het beroep van handelaar in financiële producten voor 5 (vijf) jaren.
Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen:
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[naam 1]toe tot een bedrag van € 2.200.000,- (tweemiljoentweehonderdduizend euro) aan vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 1] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Wijst de vordering voor het overige af.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 1] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 1] aan de Staat € 2.200.000,- (tweemiljoentweehonderdduizend euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 1] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 331 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[naam 3]toe tot een bedrag van € 15.000,- (vijftienduizend euro) aan vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 3] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in haar vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 3] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 3] aan de Staat € 15.000,- (vijftienduizend euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 3] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 2 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[naam 4]toe tot een bedrag van € 5.000,- (vijfduizend euro) aan vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 4] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Wijst de vordering ter hoogte van het bedrag dat is gevorderd aan immateriële schade af.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in zijn vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 4] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 4] aan de Staat € 5.000,- (vijfduizend euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 4] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 1 dag. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[naam 2]toe tot een bedrag van € 9.066,72 (negenduizendzesenzestig euro en tweeënzeventig eurocent) aan vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 2] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 2] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 2] aan de Staat € 9.066,72 (negenduizendzesenzestig euro en tweeënzeventig eurocent) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 2] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 1 dag. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[naam 16.1]toe tot een bedrag van € 10.000,- (tienduizend euro) aan vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 16.1] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Wijst de vordering ter hoogte van het bedrag dat is gevorderd aan immateriële schade af.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in zijn vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 16.1] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 16.1] aan de Staat € 10.000,- (tienduizend euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 16.1] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 2 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[naam 23]toe tot een bedrag van € 20.000,- (twintigduizend euro) aan vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 23] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Wijst de vordering ter hoogte van het bedrag dat is gevorderd aan immateriële schade af.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in zijn vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 23] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 23] aan de Staat € 20.000,- (twintigduizend euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 23] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 3 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[naam 22]toe tot een bedrag van € 10.000,- (tienduizend euro) aan vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 22] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Wijst de vordering ter hoogte van het bedrag dat is gevorderd aan immateriële schade af.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in zijn vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 22] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 22] aan de Staat € 10.000,- (tienduizend euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 22] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 2 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[naam 21]toe tot een bedrag van € 5.000,- (vijfduizend euro) aan vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 21] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in zijn vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 21] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 21] aan de Staat € 5.000,- (vijfduizend euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 21] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 1 dag. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[naam 20]toe tot een bedrag van € 5.000,- (vijfduizend euro) aan vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 20] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in zijn vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 20] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 20] aan de Staat € 5.000,- (vijfduizend euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 20] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 1 dag. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[naam 19]toe tot een bedrag van € 5.000,- (vijfduizend euro) aan vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 19] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in haar vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 19] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 19] aan de Staat € 5.000,- (vijfduizend euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 19] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 1 dag. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[naam 18]toe tot een bedrag van € 5.000,- (vijfduizend euro) aan vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 18] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in zijn vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 18] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 18] aan de Staat € 5.000,- (vijfduizend euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 18] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 1 dag. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[naam 7]toe tot een bedrag van € 60.000,- (zestigduizend euro) aan vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 7] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in zijn vordering.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam 7] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 7] aan de Staat € 60.000,- (zestigduizend euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door [naam 7] aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 9 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Verklaart de benadeelde partij
[naam 14]niet-ontvankelijk in haar vordering.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 14] aan de Staat € 20.000,- (twintigduizend euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door
[naam 14]aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 3 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Verklaart de benadeelde partij
[naam 15]niet-ontvankelijk in haar vordering.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam 15] aan de Staat € 12.500,- (twaalfduizendvijfhonderd euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten de datum van iedere afzonderlijke betaling door
[naam 15]aan FK Apps, tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 2 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Verklaart de benadeelde partij
[naam 5]niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Verklaart de benadeelde partij
[bedrijf]niet-ontvankelijk in haar vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Verklaart de benadeelde partij
[naam 25]niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Smit, voorzitter,
mrs. A.C.J. Klaver en B. Kuppens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.F. Coşkun, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 december 2024.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste document- en paginanummering. Indien sprake is van een proces-verbaal betreft dat steeds een in wettelijke vorm door bevoegde opsporingsambtenaren op ambtseed of -belofte opgemaakt proces-verbaal. De met DOC aangeduide bewijsmiddelen zijn steeds geschriften.
2.DOC-081.
3.DOC-091.
4.DOC-090.
5.DOC-091.
6.Overzichtsproces-verbaal, p. 4.
7.AMB-003.
8.AMB-001, p. 3.
9.AMB-001, p. 4.
10.DOC-001.
11.DOC-002.
12.AMB-001, p. 4.
13.AMB-005, p. 1 (onderaan).
14.V06-01, p. 4.
15.V06-01, p. 5, 8.
16.AMB-014, p. 8.
17.DOC-082.
18.DOC-038.
19.DOC-026, DOC-035, DOC-039 t/m DOC-047.
20.AMB-005, p. 2.
21.BOB-006b.
22.DOC-082.
23.AMB-014, p. 3.
24.DOC-071.
25.AMB-025, p. 1 t/m 2.
26.DOC-059.
27.DOC-084 1/3.
28.DOC-084 2/3.
29.DOC-058.
30.DOC-071, p. 1, 5.
31.AMB-015, p. 2.
32.AMB-015, p. 1, 2, 4.
33.DOC-035, DOC-038 t/m DOC-047.
34.DOC-047.
35.DOC-023.
36.G03-01.
37.G03-02, p. 4 t/m 5.
38.G05-01, p. 1 t/m 4.
39.DOC-066.
40.G07-01, p. 1 t/m 4.
41.DOC-063.
42.G08-01, p. 1 t/m 3.
43.G13-01, p. 2 t/m 3.
44.DOC-026.
45.DOC-017.
46.G02-01, p. 2, 3.
47.DOC-068.
48.DOC-071, p. 3.
49.AMB-005, p. 3.
50.Voegingsformulier benadeelde partij [naam 14] d.d. 11 maart 2024, p. 10.
51.Voegingsformulier benadeelde partij [naam 14] d.d. 11 maart 2024, p. 24.
52.G02-01, p. 3, 4.
53.Voegingsformulier benadeelde partij [naam 15] d.d. 1 augustus 2022, p. 2.
54.Voegingsformulier benadeelde partij [naam 16.1] d.d. 7 augustus 2022, p. 2.
55.Voegingsformulier benadeelde partij [naam 16.1] d.d. 13 maart 2024, p. 9.
56.Voegingsformulier benadeelde partij [naam 16.1] d.d. 13 maart 2024, p. 10.
57.Voegingsformulier benadeelde partij [bedrijf] , ontvangen door het Slachtofferinformatiepunt d.d. 16 april 2024.
58.Voegingsformulier benadeelde partij [bedrijf] , ontvangen door het Slachtofferinformatiepunt d.d. 16 april 2024, p. 13.
59.Voegingsformulier benadeelde partij [naam 18] d.d. 25 maart 2024.
60.Voegingsformulier benadeelde partij [naam 19] d.d. 11 maart 2024.
61.Voegingsformulier benadeelde partij [naam 20] d.d. 7 maart 2024.
62.Voegingsformulier benadeelde partij [naam 21] d.d. 8 maart 2024.
63.Voegingsformulier benadeelde partij [naam 22] d.d. 2 april 2024.
64.Voegingsformulier benadeelde partij [naam 23] d.d. 3 maart 2024.
65.AMB-005, p. 3 t/m 4.
66.AMB-025, p. 2.
67.AMB-005, p. 4.
68.AMB-019, p. 8 t/m 9.
69.AMB-005, p. 4 t/m 5.
70.AMB-025, p. 2 t/m 3.
71.AMB-014, p. 4.
72.G03-01, p. 5.
73.AMB-016, p. 6 t/m 7.
74.DOC-069, p. 23.
75.DOC-072.
76.BOB-013A.
77.HR 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2889, r.o. 2.3.4 (overzichtsarrest oplichting).
78.Zie HR 26 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:914 en HR 1 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:812.