Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Procesafspraken
- van de zijde van de verdediging er geen onderzoekswensen worden ingediend;
- er tussen partijen overeenstemming bestaat over de bewijspositie, inhoudende dat partijen zich op het standpunt stellen dat feit 1 (witwassen) wettig en overtuigend bewezen kan worden tot een bedrag van € 160.980,- en dat de verdediging afziet van het voeren van (bewijs)verweren, maar dat partiële vrijspraak moet volgen voor het witwassen van het geldbedrag van € 12.652,53, de auto en het medeplegen, alsmede voor feiten 2 en 3;
- de verdachte op de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak fysiek aanwezig zal zijn;
- de officier van justitie de volgende straf zal vorderen: een gevangenisstraf voor de duur van 240 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 152 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, onder algemene voorwaarden en de bijkomende straf van verbeurdverklaring van € 160.980,-. Voorts zal de officier van justitie requireren tot teruggave aan verdachte van € 12.652,53 en de woning aan de [adres 1] ;
- de verdediging afstand zal doen van het voeren van verweer tegen verbeurdverklaring van € 160.980,-;
- beide partijen geen hoger beroep zullen indienen in het geval dat de rechtbank komt tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform de tussen partijen gemaakte afspraken in deze overeenkomst.
5.Waardering van het bewijs
- verdachte het geld voorhanden heeft gehad,
- het geld van misdrijf afkomstig is en
- dat verdachte dat wist of redelijkerwijs moest vermoeden.
6.De bewezenverklaring
7.De strafbaarheid van het feit
8.De strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf
10.Beslag
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
240 (tweehonderd veertig) dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan
152 (honderd tweeënvijftig) dagenvoorwaardelijk met een proeftijd van
2 (twee) jaren.