ECLI:NL:RBAMS:2024:7840

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 november 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
13/263509-24 (EAB I)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Hongaars Europees Aanhoudingsbevel

Op 12 november 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Pécs District Court in Hongarije op 8 mei 2024. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Hongarije in 1982, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft en momenteel gedetineerd is. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op verschillende zittingen besproken, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M.H. Aalmoes, en een tolk in de Hongaarse taal aanwezig was.

Tijdens de zitting op 23 oktober 2024 heeft de rechtbank de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen. Op 31 oktober 2024 heeft de rechtbank het onderzoek heropend om vragen te stellen aan de Hongaarse autoriteiten over de toetsing aan artikel 12 van de Overleveringswet. De zitting op 12 november 2024 vond plaats in gewijzigde samenstelling, waarbij de opgeëiste persoon afstand deed van zijn recht om aanwezig te zijn.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan, waarbij de relevante wetsartikelen zijn toegepast. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29 van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/263509-24 (EAB I)
Datum uitspraak: 12 november 2024
UITSPRAAK
op de vordering van 6 september 2024 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1] Dit EAB is uitgevaardigd op
8 mei 2024 door
the Pécs District Court(Hongarije), hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit, en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] (Hongarije) op [geboortedag] 1982
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland
gedetineerd in [detentieplaats]
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

Zitting 23 oktober 2024
De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 23 oktober 2024, in aanwezigheid van mr. K. van der Schaft, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M.H. Aalmoes, advocaat te Amsterdam en door een tolk in de Hongaarse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]
Tevens heeft de rechtbank voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenhouding bevolen.
Tussenuitspraak 31 oktober 2024
Het onderzoek ter zitting is heropend onder gelijktijdige schorsing voor onbepaalde tijd, teneinde in de zaak van EAB I tegelijk einduitspraak te kunnen doen als in de zaak van EAB II. In de zaak van EAB II heeft de rechtbank, kort gezegd, besloten om bij tussenuitspraak van
31 oktober 2024 het onderzoek ter zitting te heropenen voor het stellen van vragen aan de Hongaarse autoriteiten inzake de toetsing aan artikel 12 OLW.
Zitting 12 november 2024
De rechtbank heeft de behandeling van het EAB met toestemming van partijen in gewijzigde samenstelling hervat op de zitting van 12 november 2024 in aanwezigheid van mr. A. Keulers, officier van justitie en de gemachtigde raadsvrouw van de opgeëiste persoon, mr. M.H. Aalmoes.
De niet verschenen opgeëiste persoon heeft bij verklaring van 12 november 2024 afstand gedaan van zijn recht om ter zitting van de rechtbank aanwezig te zijn.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Hongaarse nationaliteit heeft.

3.Tussenuitspraak van 31 oktober 2024

De rechtbank heeft bij tussenuitspraak van 31 oktober 2024 (ECLI:NL:RBAMS:2024:6963) beslissingen genomen over de grondslag van het EAB en over de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt gevraagd.
De betreffende overwegingen 3 en 4 van de voornoemde tussenuitspraak worden in deze uitspraak als herhaald en ingelast beschouwd.

4.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

5.Toepasselijke wetsartikelen

Artikelen 9 en 176 Wegenverkeerswet 1994 en de artikelen 2, 5 en 7 OLW.

6.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
the Pécs District Court(Hongarije) voor het feit, zoals omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. O.P.M. Fruytier, voorzitter,
mrs. J.B. Oreel en H.P. Kijlstra, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 12 november 2024.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.