Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Gliwice,Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
remand regimein Polen terecht komen. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en direct geschorst. De officier van justitie is verzocht om de uitvaardigende justitiële autoriteit de vraag te laten beantwoorden of, indachtig de omstandigheden op grond waarvan een algemeen gevaar voor het
remand regimeis aangenomen, dit gevaar – al dan niet met een individuele detentiegarantie – voor de opgeëiste persoon kan worden weggenomen. Voor zover de uitvaardigende justitiële autoriteit meent dat het algemeen gevaar voor de opgeëiste persoon binnen het
remand regimekan worden weggenomen, heeft de rechtbank verzocht om antwoord op vijf vragen over de detentieomstandigheden in het Huis van Bewaring, waar de opgeëiste persoon naar alle waarschijnlijkheid zal worden gedetineerd.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Tussenuitspraak van 31 oktober 2024
4.Artikel 11 OLW: Poolse detentieomstandigheden
remand regimein Polen terecht komen. In deze tussenuitspraak heeft de rechtbank verder vragen geformuleerd om te kunnen beoordelen of er gronden bestaan om aan te nemen dat de opgeëiste persoon na zijn overlevering aan Polen een reëel gevaar zal lopen op schending van zijn grondrechten gezien het vastgestelde algemene gevaar voor gedetineerden in het Poolse
remand regime. De overwegingen uit de tussenuitspraak dienen hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd.
remand regimeniet is weggenomen. De rechtbank gaat er daarom van uit dat er voor de opgeëiste persoon een individueel gevaar van schending van zijn grondrechten bestaat als de overlevering zou worden toegestaan.
10 januari 2025) of uiterlijk 10 dagen daarna, zodat nagegaan kan worden of een verandering in de omstandigheden binnen de termijn van 30 dagen is opgetreden. Wanneer dit niet het geval is, zal aan de overlevering ingevolge artikel 11, eerste lid, OLW geen gevolg worden gegeven.
5.Beslissing
SCHORSThet onderzoek en bepaalt dat de zaak opnieuw moet worden aangebracht op een zitting op
10 januari 2025 of uiterlijk 10 dagen daarna.