Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
due-diligence-rapport, die hij uit hoofde van zijn functie onder zich had, van zijn zakelijke e-mailadres naar zijn privé e-mailadres.
3.Het geschil
april 2024 hebben gesloten, op straffe van een dwangsom. [verzoeker] verzoekt, primair, Troostwijk te veroordelen tot betaling van loon, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente of, subsidiair, om Troostwijk te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding wegens een tekortkoming in de nakoming van de vaststellingsovereenkomst, gelijk aan het salaris waar [verzoeker] aanspraak op had kunnen maken tot 1 oktober 2024. In alle gevallen verzoekt [verzoeker] Troostwijk te veroordelen in de kosten van deze procedure.
4.De beoordeling
due-diligence-rapport, van zijn zakelijke account naar zijn privé e-mailadres heeft gestuurd.
.[verzoeker] kan dan ook geen aanspraak maken op de beëindigingsvergoeding, omdat deze bepaling niet geldt voor het geval waarin de arbeidsovereenkomst (vervolgens) is geëindigd op grond van een (rechtsgeldig) ontslag op staande voet. Daarmee staat de beëindigingsvergoeding niet op zichzelf en kan deze dus niet worden ingeroepen bij een andere beëindiging van het dienstverband, zoals is betoogd door [verzoeker] .
[naam 3] , de persoon met wie hij de gesprekken heeft gevoerd, volgt dat hij daarmee blijft in de voorfase, het aftasten, enkel naar de toekomst gericht. Ook werkte hij daar nog niet ten tijde van de mondelinge behandeling. Daarbij is het overeengekomen concurrentiebeding – zoals onder 4.14 al is overwogen – alléén geldig tijdens het dienstverband. Hiermee is naar het oordeel van de kantonrechter sprake van het voeren van gesprekken in opmaat om betrokken te worden bij de concurrerende onderneming, maar belang heeft [verzoeker] er nog niet in. Wellicht neigde het hier wel naar, maar de boetes zijn pas verschuldigd als iemand over de streep is gegaan. Hoewel de kantonrechter op de zitting in voorlopig oordeel daar anders over dacht, komt hij nu tot het oordeel dat [verzoeker] met de oriënterende gesprekken die [verzoeker] heeft gevoerd tijdens het dienstverband, niet het concurrentiebeding in artikel 10.1 van de arbeidsovereenkomst heeft overtreden.