ECLI:NL:RBAMS:2024:7324

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 juli 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
C/13/749009 / FA RK 24-2345
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vervangende toestemming voor verhuizing naar de VS van moeder in het kader van echtscheiding met geschilpunten

In deze zaak verzoekt de moeder om vervangende toestemming om met de minderjarige kinderen naar de Verenigde Staten te verhuizen. De rechtbank heeft op 3 juli 2024 een tussenbeschikking gegeven, waarin zij oordeelt dat het verzoek prematuur is, gezien de nog aanwezige geschilpunten in de echtscheiding. De vader heeft ernstige verslavings- en psychische problemen, wat de situatie bemoeilijkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de financiële situatie na de echtscheiding onduidelijk is en dat partijen inzicht moeten geven in hun woon- en financiële situatie. De moeder heeft aangegeven dat de kinderen graag naar de VS willen verhuizen en dat zij daar een ondersteunend netwerk heeft. De vader verzet zich tegen de verhuizing en wijst op de noodzaak van contact met de kinderen. De rechtbank heeft de zaak pro forma aangehouden en partijen de gelegenheid gegeven om hun situatie verder inzichtelijk te maken.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/749009 / FA RK 24-2345 (MO LH KO TM)
Beschikking van 3 juli 2024 betreffende geschil gezamenlijke gezagsuitoefening als bedoeld in artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek
in de zaak van:
[de moeder] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
hierna te noemen de moeder,
advocaat mr. M. Ferwerda te Amsterdam,
tegen
[de vader] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
hierna te noemen de vader,
advocaat mr. S.C.A. van Vlijmen te Amsterdam.
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
regio Amsterdam,
locatie [locatie] ,
hierna te noemen: de Raad.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoek van moeder, ingekomen op 9 april 2024;
  • producties 14 van de moeder, ingekomen op 6 mei 2024;
  • producties 15 en 16 van de moeder, ingekomen op 15 mei 2023;
  • het verweerschrift van de vader, ingekomen op 22 mei 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 23 mei 2024.
Tijdens deze behandeling zijn verschenen:
  • de moeder en haar advocaat;
  • de vader en zijn advocaat;
  • mevrouw [naam 1] namens de Raad.
Van de zijde van de moeder en de vader zijn pleitnotities voorgedragen.
Op de mondelinge behandeling is na de behandeling van dit verzoek een deel van de verzoeken uit de procedure tot echtscheiding behandeld, dan wel is regie gevoerd, welke bekend zijn onder zaak- en rekestnummer C/13/733206 / FA RK 23-2893 en C/13/745783 / FA RK 24-648.
Jeugdbescherming Regio Amsterdam (hierna ook te noemen JBRA) is, hoewel opgeroepen als informant, met voorafgaande kennisgeving aan de rechtbank niet op de mondelinge behandeling verschenen.
1.3.
De minderjarigen zijn, gelet op hun leeftijd, in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken. Zij hebben in het kader van de onderhavige zaak niet gereageerd. In de zaak betreffende de echtscheiding van ouders hebben zij aangegeven niet gehoord te willen worden.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn te Los Angeles, Verenigde Staten (VS) gehuwd op 9 december 2009.
2.2.
Uit het huwelijk zijn geboren:
  • [minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2012;
  • [minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 2] 2014.

3.Het verzoek

3.1.
De moeder verzoekt:
vervangende toestemming te verlenen om met de minderjarige kinderen van partijen naar [woonplaats 2] , Verenigde Staten, te mogen verhuizen;
een internationale zorgregeling vast te stellen waarbij de vader tweemaal per jaar in de VS zal verblijven en de moeder de kosten voor de tickets, tot een bedrag van € 2.000,- zal dragen en voor huisvesting zal zorgen;
te bepalen dat de kinderen tweemaal per week, op in overleg te bepalen dagen, vóór het slapen gaan zullen beeldbellen met de vader;
vervangende toestemming voor de inschrijving van de kinderen op één van de navolgende scholen:
- [naam school 1] ;
- [naam school 2] ;
- [naam school 3] ;
- [naam school 4] ;
- [naam school 5] ;
- [naam school 6] ;
- [naam school 7] .

4.Standpunten belanghebbenden

De moeder
4.1.
Ter onderbouwing van haar verzoek voert de moeder, samengevat en voor zover van belang, het volgende aan.
4.1.1.
Er is sprake van een bewogen gezinsgeschiedenis door de verslavings- en psychiatrische problematiek van de vader. De vader heeft al jaren last van psychische problemen; naar de moeder stelt zou er bij de vader sprake zijn van ADHD, PTSS, een slaapstoornis en heeft hij tweemaal een burn-out gehad. Deze problematiek bestaat naast de verslavingsproblematiek die de afgelopen jaren in steeds ernstigere vorm aanwezig is bij de vader. Dit alles heeft een ernstig effect gehad op het gezinsleven van partijen en de moeder en de kinderen. De kinderen zijn getraumatiseerd door verschillende voorvallen met hun vader. Verschillende hulpverleningsinstanties zijn bij het gezin betrokken geraakt. Na bemoeienis van Veilig Thuis (VT) en Het Ouder en Kind Team (OKT) worden partijen in het vrijwillige kader begeleid door JBRA. In dat kader zijn meerdere veiligheidsafspraken gemaakt.
De vader heeft meerdere keren bij Jellinek een intensieve opname gehad voor de behandeling van zijn verslavingen, maar heeft ook bij herhaling ernstige terugvallen gehad. De mate van verslaving is zeer ernstig, zo is de vader meermalen bewusteloos of in kennelijke staat gevonden in huis en/of op straat. Er is ook sprake geweest van ernstig fysiek letsel bij de vader ten gevolge van deze verslavingen. De moeder is van menig dat de vader onvoldoende zelfinzicht heeft nu hij, in ieder geval tot recent, van mening is dat hij (gecontroleerd) kan drinken.
Gezien de ernst van de situatie en de belasting voor de kinderen in het contact met de vader zijn hierover afspraken gemaakt, onder andere dat de vader de kinderen enkel onder begeleiding ziet. Zaak is dat zij niet meer worden blootgesteld aan soortgelijke ervaringen als eerder. Er is nu al geruime tijd geen of zeer sporadisch contact omdat de vader veel contactmomenten afzegt dan wel niet verschijnt.
4.1.2.
De moeder stelt dat zij op alle fronten geprobeerd heeft om de vader en daarmee het gezin, te helpen met trajecten voor zijn problematiek. Dit heeft helaas niet kunnen baten. Zij gunt de vader dat hij zijn problematiek kan aanpakken, maar haar belang ligt nu bij het welzijn van de kinderen en haarzelf. De hulpverlening heeft er bij haar op aangedrongen daarin veel duidelijker grenzen te trekken. Nu de moeder alleen leeft met de kinderen is er meer rust in hun leven en gaat het met de kinderen weer beter; zo zijn bijvoorbeeld hun schoolprestaties vooruitgegaan. Voor de moeder voelt het daarnaast alsof de vader de keuze heeft gemaakt om zich te onttrekken uit het leven van haar en de kinderen. De vader is in de afgelopen jaren meermalen onbereikbaar geweest voor haar en de kinderen, maar ook voor de andere bij de kinderen betrokken personen van bijvoorbeeld school, sport en jeugdbescherming. De moeder wijst er op dat de vader zich ook vaak heeft onttrokken aan hulpverlening en er dus niet vanuit kan worden gegaan dat het nu wel goed gaat.
Zij erkent het belang van goede communicatie en een aanwezige vader. Gezien echter het verloop van de hulpverleningstrajecten tot op heden en de ernst van de situatie is het zeer zeker een kwestie van de lange termijn, nog los van de ongewisse uitkomst van die trajecten. De moeder geeft aan dat zij het nodig heeft, voor de kinderen en zichzelf, om overeind te blijven in deze zware situatie en dat het maar zeer de vraag is of zij nog lang alle ballen in de lucht kan houden in deze aanhoudende stressvolle situatie.
4.1.3.
De moeder geeft aan dat de kinderen in gesprekken met haar hebben aangegeven graag naar de VS te willen verhuizen, ondanks het gemis van hun vriendjes en hun vader. Ze spreken vloeiend Engels en zijn op een goede leeftijd om te kunnen wortelen in de VS.
4.1.4.
Partijen hebben daarnaast al sinds de geboorte van de kinderen gesproken over een gezamenlijke terugkeer van het gezin naar de VS, het geboorteland van de moeder. Daartoe hebben zij in 2022 ook een concept overeenkomst gesloten voor terugkeer naar de VS. De vader heeft toen ook daadwerkelijk gesolliciteerd voor een baan aldaar. Partijen hebben er met het oog op een eventuele verhuizing naar de VS juist ook voor gezorgd dat de kinderen naast een Nederlands paspoort een Amerikaans paspoort hebben.
Door de ernstige terugvallen van de vader zijn de plannen om als gezin te gaan van de baan geraakt. De moeder heeft, gezien alle ontwikkeling bij de vader en de familiegeschiedenis uiteindelijk de echtscheiding in Nederland aangevraagd. De moeder wilde daarbij eerst zorgen dat de situatie voor de kinderen rustig en veilig is, alvorens zij naar de VS zullen gaan.
4.1.5.
De moeder stelt dat zij in Nederland geen kant op kan. De vader wil de woning van partijen, waar zij en de kinderen nu wonen, verkopen. Zij heeft niet de financiële middelen om een woning voor haar en de kinderen in de vrije marktsector te huren of een woning te kopen. Er is recent beslag gelegd op de echtelijke woning door de gemeente in verband met een belastingschuld. Het verkrijgen van een woning in de sociale sector gaat nog 10 tot 12 jaar wachttijd duren, nog los van de vraag of zij daarvoor in aanmerking zou komen. Daarnaast speelt voor de moeder de kwestie dat zij nu geen werk heeft en geen inkomen, maar volledig afhankelijk is van de vader. Zij heeft weliswaar eerder in de relatie gewerkt, maar in de afgelopen jaren bleek dit niet te combineren met de zorg voor de kinderen, gezien de kwetsbare situatie en de onberekenbaarheid van de vader hierin. Zij heeft recent wel weer gesolliciteerd, maar is er helaas niet in geslaagd werk te vinden, ook vanwege de noodzakelijke beschikbaarheid van haar voor de kinderen.
4.1.6.
De vader is mede-eigenaar van een restaurant, dat naar zijn eigen zeggen zucht onder een schuldenlast en waar hij een rekening-courant schuld heeft waarvoor zij mede draagplichtig is in het kader van de echtscheiding. De moeder kan niet bouwen op een dergelijk onzekere financiële situatie. De vader heeft over maart en april zijn bijdrage voor haar en de kinderen niet betaald, wat maakt dat het geheel zeer onrustig en wankel is. De vader heeft aan de moeder aangegeven haar na de echtscheiding niet te kunnen blijven ondersteunen. Zij moet derhalve een eigen inkomen gaan verwerven wat in de VS makkelijker gaat dan in Nederland.
4.1.7.
De moeder geeft aan dat zij in de VS een uitgebreid hulpsysteem heeft. Zo heeft zij daar haar familie, via hen onderdak en in brede zin steun op sociaal en economisch vlak. Zij heeft een baan gevonden in de VS en opvang voor de kinderen geregeld bij mensen met wie de kinderen al zeer vertrouwd zijn geraakt door eerdere vakanties in de VS.
4.1.8.
De moeder gunt de kinderen en zichzelf een positieve nieuwe start in de VS na alles wat zij in de afgelopen jaren hebben meegemaakt. Verslaving is een ernstige ziekte en het is van groot belang dat de moeder na haar jarenlange steun aan de vader, nu eerst zichzelf en de belangen van de kinderen vooropstelt. Zij zal contact tussen de vader en de kinderen nooit in de weg staan. Zij heeft voorstellen gedaan voor behoud van het contact, waarbij zij aangeeft dat dit enkel het minimale contact betreft en er wat haar betreft altijd meer contact kan zijn. Zij heeft de vader aangeboden voor in ieder geval een bedrag van € 2.000,- per jaar bij te dragen in zijn kosten voor bijvoorbeeld tickets. De moeder benadrukt dat zij altijd de hoofdverzorger van de kinderen is geweest en er ook nu al langere tijd geen sprake is van wezenlijk contact tussen de vader en de kinderen. Er is daarom ook geen sprake van dat een verhuizing van de kinderen een wezenlijke zorgregeling zal doorkruisen.
De familie van de moeder is bereid en in staat om ook de vader te helpen, mocht hij alsnog naar de VS willen gaan. Hij kan ook een paar maanden per jaar in de VS verblijven en op die manier contact met de kinderen hebben en er zijn mogelijkheden voor de vader om daar te werken. Zijn beste vriend [naam 2] woont daar en is bereid te helpen op allerlei gebieden.
4.1.9.
In reactie op het verweer van de vader geeft moeder nog aan dat zij snapt dat de vader het gevoel heeft dat de aanwezigheid van de kinderen een bron van steun kan zijn bij zijn herstel, maar dat het in haar optiek andersom zou moeten zijn, dat de vader de belangen van de kinderen boven zijn eigen behoeften moet stellen.
De vader
4.2.
De vader heeft verweer gevoerd tegen het verzoek van de moeder en heeft daartoe het volgende aangevoerd.
4.2.1.
De vader stelt voorop dat partijen beiden hun aandeel hebben gehad in het mislukken van de relatie en dat zij een hele complexe dynamiek hadden gekregen in het gezin. Volgens hem zijn de plannen om naar de VS te verhuizen enkel voortgekomen uit een laatste poging om het huwelijk te redden. Voor de vader waren de VS uiteindelijk toch geen optie omdat hij daar geen toekomstperspectief ziet. De vader was ook toen al bezig met een detox-opname/behandeling voor zijn verslaving. Hij werd echter volledig uit het veld geslagen door het echtscheidingsverzoek van de moeder en neemt haar de timing hiervan kwalijk. De vader probeert al langer om zijn problematiek aan te pakken, maar door de vele zorgen en stress van de afgelopen jaren is het voor hem moeilijk geweest om de goede lijn vast te houden. Op dit moment is hij hard aan zijn problematiek aan het werken, met een intensieve opname en langdurige dagbehandeling. Ook zal daarbij meer aandacht zijn voor triggers vanuit zijn PTTS, dat voortvloeit uit een trauma dat hij opliep in zijn jeugd.
4.2.2.
Verder geeft de vader aan dat in zijn optiek de moeder niet in staat is haar eigen aandeel in één en ander onder ogen te zien. Zij blijft hem van alles de schuld geven. De moeder weet allang van de penibele financiële situatie en bijvoorbeeld ook van de oorzaak van de belastingschuld, die voornamelijk bij haar ligt omdat zij is gaan verhuren via AirBnB. Het voelt voor de vader alsof de moeder hem zwart wil maken en zij gebeurtenissen ook enkel in de context van de procedure wil uitleggen. De vader ervaart het als dat de moeder hem telkens op een cruciaal moment voor het blok zet of confronteert met stresserende kwesties waardoor hij weer gevoelig raakt voor een terugval. Hij heeft juist geprobeerd met de moeder mee te bewegen, door haar gelegenheid te geven om met de kinderen langdurig op vakantie te gaan naar de VS, haar en de kinderen in de echtelijke woning te laten wonen en heel geduldig en voorzichtig te zijn in wat hij van de moeder en de kinderen vroeg in het contact.
Juist in deze periode heeft de moeder zich heel intens en veeleisend naar hem opgesteld waar het zijn contact met de kinderen betrof. Dit heeft bij hem veel spanning opgeleverd. De vader heeft steeds zijn beste intenties getoond en geprobeerd aan alle hulpverlening mee te werken. Naar het de vader voorkomt legt de moeder al zijn handelen negatief uit en wil zij niet dat hij een rol van betekenis in het leven van de kinderen zal spelen.
4.2.3.
JBRA heeft volgens de vader recent aangegeven de begeleiding van partijen te zullen stoppen; deze zal voortgezet worden door De Oplossing Hulpverlening (DOH) waar zij begeleid zullen worden door mevrouw [naam 3] , ook met het oog op het contactherstel.
4.2.4.
De vader heeft zijn verweer voor het overige gekoppeld aan de in de rechtspraak veelal gehanteerde “verhuiscriteria”:
1. de noodzaak om te verhuizen (economisch en sociaal);
2. de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
3. de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de
gevolgen van de verhuizing voor de minderjarigen en de andere ouder te
verzachten en/of te compenseren;
4. de mate waarin ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
5. de rechten van de andere ouder en de minderjarigen op onverminderd
contact met elkaar in hun vertrouwde omgeving;
6. de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
7. de frequentie van het contact tussen de minderjarigen en de andere ouder 2
voor en na de verhuizing;
8. de leeftijd van de minderjarigen, hun mening en de mate waarin de
minderjarigen geworteld zijn in hun omgeving of juist extra gewend zijn aan
verhuizingen;
9. de (extra) kosten van de omgang na de verhuizing;
10. de vraag of de ouder wel of niet zal verhuizen als de rechter geen
toestemming geeft om met de kinderen te verhuizen.
4.2.5.
In relatie tot die criteria voert hij het navolgende verweer. De moeder heeft op geen enkele wijze serieus onderzocht wat haar opties zijn met de kinderen in Nederland. De moeder zal na de echtscheiding/verkoop van de woning naar verwachting een grote som geld ontvangen nu de woning een grote overwaarde heeft. Zij kan op verschillende manieren aan huisvesting komen, door bijvoorbeeld particulier te huren en wellicht te kopen, in de [naam regio] dan wel ergens verder buiten de stad. Ook heeft de moeder niet aangetoond dat zij serieuze stappen heeft gezet om iets betaalbaars te vinden. De vader wil alle opties serieus overwegen en met de moeder bespreken zodat zij gezamenlijk voor de kinderen kunnen blijven zorgen. De vader heeft connecties die kunnen helpen met het zoeken naar huisvesting en die deze hulp ook hebben toegezegd. De moeder heeft verder niet aangetoond dat het voor haar niet mogelijk is om te werken, helemaal in het licht van de huidige arbeidsmarkt en haar werkverleden. De moeder was goed in haar werk bij onder meer het American Hotel en maakte daar snel promotie. Dat zij nu geen kans maakt op de arbeidsmarkt heeft zij in ieder geval niet aangetoond met de paar sollicitaties die zij heeft overgelegd.
4.2.6.
De vader betwist dat de moeder in de VS veel betere vooruitzichten heeft op de arbeidsmarkt, of dat de familie van de moeder ook in staat is hem te steunen. Daarnaast is het aan partijen zelf om in hun levensonderhoud te voorzien. Het leven zal voor de moeder in de VS juist veel zwaarder worden, nu er daar veel minder sprake is van een vangnet zoals in Nederland en de arbeidsmarkt juist harder en veeleisender is. De moeder is juist 20 jaar geleden naar Nederland gekomen om zich aan haar familie te ontworstelen. De vader vindt het zorgelijk dat zij nu weer terug zou willen.
4.2.7.
Alhoewel er nu weliswaar geen contact is, of in zeer beperkte mate, wil de vader in de toekomst juist een aanzienlijk deel van de zorg voor de kinderen op zich nemen zoals hij dat vroeger ook altijd gedaan heeft. Ook de band met zijn familie, zoals de bij de kinderen zeer vertrouwde oma vaderskant, wil hij voor de kinderen behouden. Door de door de moeder ingezette echtscheidingsprocedure is deze band al aan het verwateren. De door de moeder geboden alternatieven voor zijn contact met de kinderen doen geen recht aan zijn band als vader en het belang van de kinderen bij een wezenlijke band met hem. Daar komt bij dat er aanzienlijke kosten verbonden zijn aan een omgangsregeling op zo’n grote afstand. Het voorstel van de moeder waarmee zij hem hierin tegemoet wil komen dekt bij lange na niet de kosten die hij daadwerkelijk zal moeten maken. Verder ziet de vader ook niet in hoe hij in het leven van de kinderen daar kan passen als hij hier moet werken en wonen.
4.2.8.
De moeder heeft de verhuizing niet met de vader besproken en van een degelijke voorbereiding is zeer zeker geen sprake. Op de moeder, als zijnde de andere ouder met gezag, rust de verplichting om de band tussen de vader en de kinderen te stimuleren en in stand te houden. Zij had derhalve de verplichting om met hem in overleg te gaan, hetgeen niet is gebeurd.
De vader is bezorgd dat de kinderen, in een eventuele wens om naar de VS te gaan, sterk worden beïnvloed door de moeder, nu zij al lange tijd alleen met haar verblijven.
4.2.9.
De kinderen hebben altijd in [woonplaats 1] gewoond en zijn hier geworteld. De vader wenst juist dat ze in het kader van de echtscheiding en de daaruit vloeiende onrust een stabiele thuisbasis krijgen in de hun vertrouwde omgeving. Hier hebben de kinderen hun school, vriendjes en sportclubjes, waar zij op kunnen bouwen in deze intense tijd.
4.2.10.
De door de moeder geboden compensatie voor het verlies aan contact is zeer mager en komt niet tegemoet aan de belangen van de kinderen en de vader. Helemaal nu partijen nog in het midden van het proces van contactherstel zitten, is de kans zeer groot dat de band tussen de vader en de kinderen een zeer grote deuk zal oplopen. In het kader van de complexe gezinsgeschiedenis is er juist ook nog veel werk voor ouders onderling te verrichten en staat de hulpverlening pas in de startblokken. De vader wenst dat partijen zich eerst hierop richten; hij meent dat de moeder veel te vroeg de handdoek in de ring gooit.
De Raad
4.3.
De Raad heeft ter zitting geadviseerd.
4.3.1.
Bij een verhuiszaak spelen veel belangen, die zich niet per se in het professionele domein van de Raad bevinden, waardoor het voor de Raad moeilijk is om advies te geven. In zijn algemeenheid geeft de Raad aan dat in deze zaak veel kwesties tussen ouders nog onduidelijk zijn en veel ruis geven. De echtscheiding bevindt zich nog in de beginfase en dus zijn er nog veel vragen over financiën en wonen, die mettertijd wellicht opgelost zullen zijn.
De Raad heeft gewezen op het belang van de beschikbaarheid van beide ouders in het leven van kinderen. Kinderen kunnen het wegvallen van één van hen op zichzelf betrekken. Het is op dit moment nog onduidelijk hoe het contactherstel met de vader zal verlopen en wat dit met de kinderen doet. Voor de kinderen is daarnaast ook van belang dat zij stabiliteit hebben over waar zij wonen, met welke ouder. Dit hangt samen met een mogelijk herstel van de vader en dat is nu nog ongewis, wat ook ruis veroorzaakt.
Te verwachten is dat de moeder met een verhuizing meer kan leunen op haar netwerk in de VS, meer rust zal ervaren waardoor voor haar en de kinderen meer stabiliteit zal ontstaan. Daar staat tegenover dat de kinderen in [woonplaats 1] geworteld zijn, hier al hun sociale contacten hebben en (sociale) activiteiten. In Nederland woont de vader en zijn deel van de familie, waar de kinderen ook een warme band mee hebben.
4.3.2.
De Raad vermoedt, gezien de geschiedenis en de gebeurtenissen in het gezin, dat de moeder ook nog de nodige hulpverlening zal moeten inzetten om een en ander te verwerken en invulling te kunnen geven aan haar rol als ouder en ex-partner. Tot slot heeft de Raad erop gewezen dat de manier waarop de kinderen hun vrije tijd en vakanties wensen in te vullen ook wel wezenlijk zal veranderen richting de pubertijd. Ook dat is dus van invloed op de wijze waarop het contact met de ouders zal worden ingevuld bij een eventuele verhuizing.

5.De beoordeling

5.1.
Gelijk de vader aanvoert zijn in de rechtspraak criteria ontwikkeld om een handvat te geven bij de beoordeling van een verzoek van een gezaghebbende ouder voor vervangende toestemming tot verhuizing. In voorkomende gevallen bieden deze een overzichtelijk en helder kader waaraan een verzoek getoetst kan worden. Dit maakt echter niet dat een verzoek tot vervangende toestemming voor verhuizing enkel hieraan getoetst kan of moet worden. Die opsomming is niet limitatief en de rechter hoeft niet alle criteria bij zijn oordeel te betrekken. De rechter beslist per zaak welke omstandigheden voor die specifieke zaak belangrijk zijn. Als de noodzaak voor de verhuizing ziet op de veiligheid van de ouder en het kind, is dat al gauw doorslaggevend in de belangenafweging, zo ook in recente jurisprudentie (
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 14 mei 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:3291).
Tevens betrekt de rechtbank daarbij dat in principe een ouder het recht heeft om na de echtscheiding zijn of haar leven op de door hem/haar verzochte wijze voort te zetten, maar dat de belangen van de kinderen en/of de andere ouder hierin een beperkende factor kunnen zijn.
5.2.
In het licht van het hiervoor overwogene ten aanzien van het toetsingskader overweegt de rechtbank als volgt.
5.2.1.
Partijen hebben een bewogen gezinsgeschiedenis. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de moeder voldoende inzichtelijk gemaakt dat reeds lange tijd sprake is van ernstige problematiek bij de vader op het gebied van verslavingen en aangaande zijn mentale en psychische toestand. Zij hebben als gezin lang geprobeerd met deze problematiek om te gaan en deze uit het zicht van de kinderen te houden. Partijen hebben naar het lijkt enorm hun best gedaan om als gezin te functioneren. In recente jaren is de toestand van de vader helaas meermalen verslechterd en heeft hij zich na ernstige terugvallen aangemeld voor intensieve behandeling. Uit de stukken, waaronder van de betrokken hulpverleningsinstanties, blijkt genoegzaam de ernst van de situatie en de impact die een en ander heeft op het gezin als geheel en de moeder en de kinderen in het bijzonder. Gebleken is dat de moeder en de kinderen zeer ingrijpende ervaringen hebben gehad met de vader en dat de moeder, mede op instigatie van de hulpverlening, in de afgelopen jaren de spil en stabiliteit voor de kinderen is geweest. Anders dan de vader naar voren heeft willen brengen is er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van recente problematiek.
5.2.2.
Daar staat tegenover dat het in het belang van kinderen is als beide partijen hun ouderrol kunnen blijven vervullen. Weliswaar heeft de vader al langere tijd geen rol van betekenis meer gespeeld in de dagelijkse gang van zaken vanwege zijn aanhoudende problematiek, hij heeft ook ter zitting aangegeven op de korte termijn weer voor de kinderen beschikbaar te zijn omdat zijn behandeling dan ambulant zal worden voortgezet. De vraag is dan of de kinderen nu de kans moet worden ontnomen dat de vader zijn ouderrol in de dagelijkse gang van zaken weer op gaat pakken. [woonplaats 2] is zo ver weg dat het evident is dat de vader de verzorgende rol bij een verhuizing daarheen in elk geval heel veel minder kan vervullen. Tegelijkertijd is het evident dat de moeder als meest stabiele factor voor de kinderen in alle gevallen overeind moet blijven. Het is de vraag hoelang de moeder nog in staat is om alle ballen in de lucht te houden en zelf overeind te blijven, mede gezien de huidige onzekere factoren zoals het aanslaan van de behandeling bij de vader en de financieel-economische situatie van partijen na de echtscheiding.
De moeder heeft gesteld dat de woon- en financiële situatie na de echtscheiding de verhuizing in economisch opzicht voor haar noodzakelijk maakt terwijl de vader daar tegenover heeft gesteld dat volgens hem de moeder in financieel opzicht en qua huisvesting beter uit de echtscheiding zal komen dan zij nu doet voorkomen.
5.2.3.
Om tot een goede afweging van alle betrokken belangen te komen is het daarom naar het oordeel van de rechtbank allereerst van belang dat partijen de woon- en financiële situatie op de peildatum voor de echtscheiding inzichtelijk maken voor de rechtbank, zodat deze factoren kunnen worden betrokken in de oordeelsvorming. Nu de echtscheidingsprocedure gelijktijdig ter zitting is behandeld en regie is gevoerd op de verdeling van de huwelijksgemeenschap ziet de rechtbank in de onderhavige procedure aanleiding om haar beslissing aan te houden en partijen in de gelegenheid te stellen hun woon- en financiële situatie voor de rechtbank in deze procedure inzichtelijk te maken. De aanhouding geeft de moeder ook meer gelegenheid om in Nederland (verder) te solliciteren, zodat zij in ieder geval totdat een eindbeslissing is gegeven over de door haar verzochte verhuizing, zelfstandig in haar onderhoud kan voorzien. Daarbij dient zij, zo nodig, in haar eigen netwerk in Nederland op zoek te gaan naar opvang voor de kinderen. De aankomende periode stelt tegelijkertijd de vader in de gelegenheid om te laten zien dat zijn behandeling inderdaad aanslaat en dat hij zoals hij zelf heeft aangegeven in staat is zijn ouderrol (in elk geval deels) weer op te pakken. Ook kan hij op korte termijn weer aan het werk gaan in het restaurant, zoals hij zelf heeft aangegeven.
5.2.4.
De rechtbank zal daarom bepalen dat partijen op de volgende punten
met stukken onderbouwdde rechtbank dienen in te lichten over de volgende onderwerpen:
1. de waarde van de te verdelen huwelijksgoederengemeenschap, met name ten aanzien van de volgende boedelbestanddelen:
de taxatiewaarde en daarmee de tussen partijen te verdelen overwaarde van de echtelijke woning. Dit kan in het kader van een verkoopopdracht gebeuren. Naar de rechtbank heeft begrepen zijn partijen in staat zelf een makelaar-taxateur in te schakelen. Zo nodig dienen partijen de hulp van hun beider advocaat hiervoor in te zetten;
de waarde van het aandeel van de vader in het restaurant, alsmede de hoogte van de rekening-courantschuld en eventuele andere financiële verplichtingen (zoals leningen) van de vader jegens het restaurant op de peildatum. De vader dient hiertoe een overzicht in het geding te brengen opgesteld door een boekhouder/accountant;
overige schulden die in privé op partijen rusten en die ten laste van de huwelijksgemeenschap komen, zoals bijvoorbeeld de gemeenschappelijke belastingschuld waarvoor beslag is gelegd op de woning;
2. de inkomenssituatie van partijen (zijn zij weer aan het werk; zo nee, waarom niet; zo ja, kunnen zij daarmee aan hun financiële verplichtingen met name jegens de kinderen voldoen);
3. de woonsituatie van partijen;
4. de eventuele ontwikkelingen in het contactherstel tussen de man en de kinderen sinds de mondelinge behandeling van 23 mei 2024.
5.2.5.
Van partijen wordt verwacht dat zij uiterlijk 10 dagen (tien dagen) voorafgaand aan de hierna te noemen pro forma datum aan de rechtbank een akte uitlating sturen waarin zij zich over enkel de onder 5.2.4 voornoemde zaken dienen uit te laten. Partijen mogen zich daarbij uitlaten over wat een en ander voor gevolgen heeft voor de voorliggende verzoeken, maar zullen niet op voorhand in de gelegenheid worden gesteld om op elkaars akte te reageren.
5.2.6.
De rechtbank kan pas na inzicht hierin een beslissing nemen die recht doet aan alle betrokken belangen. Gezien de noodzaak tot enige voortvarendheid ziet de rechtbank aanleiding om partijen hiervoor een niet al te lange termijn te geven. De rechtbank zal partijen na ommekomst van de pro forma datum berichten over het verdere verloop van de procedure.
5.2.7.
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.
6. De beslissing
De rechtbank:
6.1.
bepaalt dat de behandeling van de verzoeken van de moeder
pro formawordt voortgezet op
9 oktober 2024, waarbij partijen uiterlijk tien dagen hieraan voorafgaand de rechtbank met stukken onderbouwd de informatie dienen te verschaffen zoals onder 5.2.4. benoemd;
6.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Overmars, voorzitter tevens kinderrechter, mr. R.H. Mulderije en mr. K. Oldekamp-Bakker, rechters, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. T.E. Meijer, griffier, op 3 juli 2024.