Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 november 2024 in de zaak tussen
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Amsterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 27 november 2024, met zaaknummer AMS 23/5127, wordt het beroep van [eiseres] tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een Europese gehandicaptenparkeerkaart (GPK) beoordeeld. De aanvraag, ingediend door haar moeder op 25 maart 2022, werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam afgewezen op 14 november 2022. Het bestreden besluit van 7 juli 2023 bevestigde deze afwijzing. De rechtbank heeft op 14 november 2024 de zaak behandeld, waarbij de moeder van [eiseres] en haar gemachtigde aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de GGD-adviezen, hoewel summier, voldoende onderbouwd zijn en dat er geen reden is om aan de juistheid ervan te twijfelen. De rechtbank oordeelt dat de medische stukken die door [eiseres] zijn ingediend niet aantonen dat zij niet in staat is om meer dan 100 meter te lopen, en dat er geen bewijs is dat zij niet kan gebruikmaken van een rolstoel of rollator. De rechtbank heeft begrip voor de zorgen van de moeder, maar oordeelt dat deze niet voldoende zijn om de afwijzing van de aanvraag te weerleggen.
Daarnaast wordt in de uitspraak ingegaan op de d-grond, oftewel de hardheidsclausule. De rechtbank constateert dat het bestreden besluit niet voldoende gemotiveerd was met betrekking tot deze grond, maar dat verweerder in het verweerschrift alsnog uitleg heeft gegeven. De rechtbank kan deze uitleg volgen en concludeert dat het beroep ongegrond is. De rechtbank bepaalt dat het griffierecht van € 184,- aan [eiseres] moet worden vergoed, maar dat er geen proceskosten zijn die voor vergoeding in aanmerking komen.