Beoordeling door de rechtbank
14. De rechtbank beoordeelt of de minister in redelijkheid heeft kunnen besluiten de Wbr-vergunning aan Shell te verlenen. Dat doet de rechtbank aan de hand van de gestroomlijnde beroepsgronden van Fastned in het ‘nader stuk’ van 30 augustus 2024 dat Fastned op verzoek van de rechtbank heeft ingediend. De rechtbank beschouwt daarmee het eerder ingediende beroepschrift als vervangen.
15. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Afbreuk aan kenbare hoofdvoorziening
16. Fastned stelt dat de aan Shell vergunde aanvullende voorziening in strijd is met het derde criterium van de Kennisgeving, omdat deze functioneel afbreuk doet aan de kenbare hoofdactiviteit van de basisvoorziening waar het bij hoort. Het laadstation van Shell wordt prominent op het voorterrein gerealiseerd en heeft evenveel laadplekken als het aantal tankplekken bij het benzinestation. De vergunde aanvullende voorziening is in omvang dusdanig groot dat een gebruiker dit zal kunnen zien als een basisvoorziening. Fastned verwijst ter onderbouwing van haar standpunt naar de eerdere geweigerde aanvragen op verzorgingsplaatsen [verzorgingsplaats 4] en [verzorgingsplaats 5]. Volgens Fastned zijn de situaties op die verzorgingsplaatsen vergelijkbaar met de situatie op verzorgingsplaats [verzorgingsplaats 2].
17. De rechtbank overweegt dat de vergunning Shell toestaat een reclamebord in haar kenmerkende huisstijl te plaatsen op de verzorgingsplaats. Op de splitsing tanken/parkeren stond al een verwijzing naar het energielaadpunt van Fastned. Het bord waar Fastned naar verwijst is een zogenoemd EV-DS bord. Dit bord is meegenomen in de verkeerskundige beoordeling van 21 december 2023. Daarin is geconstateerd dat het bord geen gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid, omdat bestuurders van elektrische voertuigen doorgaans al weten waar ze willen laden. Het bord is voor hen een bevestiging van een eerder gemaakte keuze. Voor de bestuurder die niets heeft uitgezocht en ook niet bekend is met de verzorgingsplaats, biedt het bord uitkomst. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het bord geen wervend karakter heeft, maar alleen een verwijzing naar het elektrisch laadpunt van Shell betreft. Op de zitting heeft de gemachtigde van Fastned nog verwezen naar een afwijzende beslissing van de minister inzake een – volgens Fastned vergelijkbaar - bord op verzorgingsplaats [verzorgingsplaats 3]. Dit beroep op het gelijkheidsbeginsel kan Fastned echter niet baten, nu het niet is onderbouwd en het pas eerst op de zitting is gedaan. Ook deze beroepsgrond slaagt niet.
18. De minister stelt zich op het standpunt dat de vergunde aanvullende voorziening geen afbreuk doet aan de kenbare hoofdvoorziening zoals bedoeld in de Kennisgeving 2022. De situatie op verzorgingsplaats [verzorgingsplaats 2] is niet vergelijkbaar met die op verzorgingsplaatsen [verzorgingsplaats 4] en [verzorgingsplaats 5].
19. De rechtbank overweegt dat de omvang van de aanvullende voorziening een rol speelt bij het bepalen of de aanvullende voorziening geen functioneel afbreuk doet aan de kenbare hoofdvoorziening zoals bedoeld in de Kennisgeving 2022. Daarbij is het aantal laadplekken niet relevant, maar gaat het om de fysieke omvang van het elektrisch laadpunt ten opzichte van de basisvoorziening. De omvang is geen zelfstandig criterium.
20. De rechtbank is van oordeel dat de situatie op verzorgingsplaats [verzorgingsplaats 2] niet vergelijkbaar is met die op verzorgingsplaats [verzorgingsplaats 4]. De laadvoorziening op verzorgingsplaats [verzorgingsplaats 2] is voorzien aan de linkerkant van de verzorgingsplaats, op bestaande parkeerplekken. De opstelplaatsen op verzorgingsplaats [verzorgingsplaats 4] werden daarentegen midden op het voorterrein achter elkaar gepositioneerd en waren niet bereikbaar via de bestaande infrastructuur. De situatie op verzorgingsplaats [verzorgingsplaats 2] is ook niet vergelijkbaar met de situatie op verzorgingsplaats [verzorgingsplaats 5], omdat daar eveneens de laadvoorziening centraal op het voorterrein en voor het midden van de luifel was gesitueerd. Tevens moesten er nieuwe parkeerplekken worden aangelegd. Voor automobilisten blijft het duidelijk dat zij zich op verzorgingsplaats [verzorgingsplaats 2] bij een tankstation bevinden, vanwege de prominente aanwezigheid van een grote rij tankzuilen onder de gele luifel van Shell over vrijwel de gehele breedte van de verzorgingsplaats. Er wordt dus geen functioneel afbreuk gedaan aan de kenbare hoofdactiviteit. Deze beroepsgrond slaagt niet.
21. Fastned heeft daarnaast nog gesteld dat het zogenoemde EV-DS bord dat op de verzorgingsplaats is geplaatst een wervend karakter heeft en dat is niet toegestaan bij een aanvullende voorziening.
22. Volgens de minister is het bord 'EV-DS' een verwijsbord, bedoeld om de automobilist die op zoek is naar het laadstation van Shell in de juiste richting te wijzen en de voorspelbaarheid binnen het emplacement te vergroten. Het verwijsbord is dus niet bedoeld om de zichtbaarheid van de laadvoorziening van Shell te vergroten, aldus de minister
23. De rechtbank overweegt dat de vergunning Shell toestaat een reclamebord in haar kenmerkende huisstijl te plaatsen op de verzorgingsplaats. Op de splitsing tanken/parkeren stond al een verwijzing naar het energielaadpunt van Fastned. Het bord waar Fastned naar verwijst is een zogenoemd EV-DS bord. Dit bord is meegenomen in de verkeerskundige beoordeling van 21 december 2023. Daarin is geconstateerd dat het bord geen gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid, omdat bestuurders van elektrische voertuigen doorgaans al weten waar ze willen laden. Het bord is voor hen een bevestiging van een eerder gemaakte keuze. Voor de bestuurder die niets heeft uitgezocht en ook niet bekend is met de verzorgingsplaats, biedt het bord uitkomst. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het bord geen wervend karakter heeft, maar alleen een verwijzing naar het elektrisch laadpunt van Shell betreft. Op de zitting heeft de gemachtigde van Fastned nog verwezen naar een afwijzende beslissing van de minister inzake een – volgens Fastned vergelijkbaar - bord op verzorgingsplaats [verzorgingsplaats 3]. Dit beroep op het gelijkheidsbeginsel kan Fastned echter niet baten, nu het niet is onderbouwd en het pas eerst op de zitting is gedaan. Ook deze beroepsgrond slaagt niet.
Verkeersstromen en verkeersveiligheid
24. Fastned voert verder aan dat de aan Shell vergunde aanvullende voorziening door de positionering op het voorterrein leidt tot verkeersbewegingen die onveilige situaties kunnen veroorzaken. Er zullen namelijk personenauto’s achteruit de laadplekken moeten verlaten, automobilisten die naar de tankzuilen rijden zullen worden gehinderd en er is geen mogelijkheid voor wachtende auto’s als alle laadplekken bezet zijn. Ook op dit punt verwijst Fastned naar de eerdere geweigerde aanvragen voor vergunningen op verzorgingsplaatsen [verzorgingsplaats 4] en [verzorgingsplaats 5]. Net als op verzorgingsplaats [verzorgingsplaats 4] zal het verkeer in dit geval niet bedacht zijn op elektrische voertuigen die achteruit het elektrisch laadpunt verlaten. Evenals op verzorgingsplaats [verzorgingsplaats 5] staat op [verzorgingsplaats 2] een prijspaal direct voor de inrit naar het benzinestation die het zicht ontneemt op het laadstation. Fastned verwijst verder naar een brief van 15 mei 2024 van de minister gericht aan de Tweede Kamer, waaruit volgt dat een laadvoorziening op het voorterrein van het benzinestation leidt tot verkeersonveilige situaties en daarom voorkomen dient te worden.
25. De minister stelt zich op het standpunt dat de vergunde energielaadpunten veilig kunnen worden ingepast op deze verzorgingsplaats. De minister baseert zich hierbij op een verkeerskundige beoordeling van 21 december 2023 en hij verwijst ook naar een eerdere uitspraak over de verkeerssituatie op verzorgingsplaats [verzorgingsplaats 2].Volgens de minister is de situatie op verzorgingsplaats [verzorgingsplaats 2] niet vergelijkbaar met de situatie op de verzorgingsplaatsen [verzorgingsplaats 4] en [verzorgingsplaats 5], maar wel met de situatie op verzorgingsplaats Lingehorst.Verder licht de minister toe dat aanvragen voor voorzieningen op verzorgingsplaatsen op hun eigen merites worden beoordeeld, met inachtneming van de feiten en omstandigheden op de desbetreffende verzorgingsplaats. Een laadvoorziening op het voorterrein van een verzorgingsplaat is onder het huidige beleid daarom niet per definitie verkeersonveilig.
26. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de minister de verkeerskundige beoordeling van 21 december 2023 kunnen overnemen. Uit die verkeerskundige beoordeling volgt namelijk dat rekening is gehouden met het feit dat er sprake is van haaks parkeren bij het laadstation, waardoor ook achteruit kan worden ingeparkeerd. Ook is het noodzakelijk om snelheidsremmende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat het verkeer met een zeer lage snelheid (stapvoets) het terrein oprijdt. Deze voertuigbewegingen vinden in de huidige situatie ook plaats, omdat het bestaande parkeerplekken betreffen. Mocht er geen laadplek beschikbaar zijn, dan zijn aan de overzijde voldoende parkeerplekken aanwezig voor wachtende voertuigen. De rechtbank stelt verder vast dat Fastned geen tegenrapport heeft overgelegd om de conclusies in de verkeerskundige beoordeling van 21 december 2023 te bestrijden of te weerleggen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de minister zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het toelaten van de laadvoorzieningen niet tot een zodanig verkeersonveilige situatie leidt dat de vergunning wegens strijd met het vereiste van een veilig gebruik van de verzorgingsplaats had moeten worden geweigerd. Deze beroepsgrond slaagt dus niet.